Wilo Stratos GIGA Série Notice De Montage Et De Mise En Service page 217

r ≈ 2,5 * (d-2s)
5 x DN
Fig. 21: Stabiliseringszone voor en achter
de pomp
Opvoeren uit een reservoir
Condensaatafvoer, isolatie
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Stratos GIGA, GIGA-D, GIGA B
LET OP:
Voor en achter de pomp dienen altijd afsluiters te worden ingebouwd
om te voorkomen dat de gehele installatie bij het controleren of ver-
vangen van de pomp wordt geleegd. Aan de perszijde van elke pomp
moet een terugslagklep worden ingebouwd.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Bij het ontstaan van een debiet in of tegen de stroomrichting
(turbinebedrijf of generatorbedrijf) kan onherstelbare schade
ontstaan aan de aandrijving.
• Aan de perszijde van elke pomp moet een terugslagklep worden
ingebouwd.
LET OP:
Voor en achter de pomp moet een stabiliseringszone in de vorm van
een rechte leiding worden voorzien. De lengte van deze stabilise-
ringszone moet minimaal 5 x DN van de pompflens bedragen
(Fig. 21). Deze maatregel dient om stromingscavitatie te voorkomen.
• Monteer leidingen en pomp vrij van mechanische spanningen. De lei-
dingen moeten zo worden bevestigd dat het gewicht van de leidingen
niet door de pomp wordt gedragen.
• De stroomrichting moet overeenkomen met de pijl op de flens van het
pomphuis.
• Het ontluchtingsventiel op het lantaarnstuk (Fig. 6, pos. 1.31) moet
bij een horizontale motoras altijd naar boven zijn gericht zijn (Fig. 6a:
en Fig. 6b:). Bij verticale motoras is elke oriëntering toegestaan. Zie
hiervoor ook Fig. 18: "Toegestane inbouwposities met horizontale
motoras" op pagina 215 of Fig. 19: "Toegestane inbouwposities met
verticale motoras" op pagina 215.
• Elke inbouwpositie behalve "Motor naar beneden" is toegestaan.
• De elektronicamodule mag niet naar beneden wijzen. Indien nodig,
kan de motor na het losdraaien van de zeskantschroeven worden
gedraaid.
LET OP:
Nadat de zeskantschroeven zijn losgedraaid, is de verschildruksensor
alleen nog aan drukmeetleidingen bevestigd. Let er bij het draaien van
het motorhuis op dat de drukmeetleidingen niet worden gebogen of
geknikt. Bovendien moet erop gelet worden dat de O-ringafdichting
van het huis tijdens het verdraaien niet beschadigd raakt.
• Toegestane inbouwposities, zie hoofdstuk 7.1 "Toegestane inbouw-
posities en wijziging van de componentenopstelling vóór
de installatie" op pagina 214.
LET OP:
Blokpompen van de serie Stratos GIGA B moeten op voldoende ste-
vige fundamenten resp. consoles worden opgesteld.
• De pompvoet van de Stratos GIGA B moet aan het fundament worden
vastgeschroefd om te garanderen dat de pomp stevig staat.
LET OP:
Zorg bij het opvoeren uit een reservoir steeds voor voldoende vloei-
stof boven de zuigaansluiting van de pomp, zodat de pomp niet kan
drooglopen. De minimale toevoerdruk moet worden aangehouden.
• Bij toepassing van de pomp in klimaat- of koelinstallaties kan het
condensaat dat in het lantaarnstuk ontstaat, gericht worden afge-
voerd via een aanwezig boorgat. Op deze opening kan een uitstroom-
leiding worden aangesloten. Ook kunnen kleine hoeveelheden
vloeistof worden afgevoerd.
(11-22kW)
Nederlands
217