Installation Avec Plaques D'ancrage «Réglables» (10B)(Uniquement Pour F3Cl15 Et; Installazione Con Piastre Di Ancoraggio "Registrabili" (10B) (Solo Per F3Cl15 E F3Cl20); Installatie Met "Verstelbare" Bevestigingsplaten (10B)(Alleen Voor F3Cl15 En F3Cl20) - ANTEO Futura F3CL Série Instructions Pour L'installation

It
InstallazIOne cOn PIastre dI
ancOraGGIO "reGIstraBIlI" (10b)
(sOlO Per f3cl15 e f3cl20)
In questo tipo di installazione le piastre di ancoraggio sono
divise in due parti.
La parte superiore (1) delle piastre va fissata al veicolo
mentre quella inferiore (2) va fissata alla traversa della
sponda per mezzo di morsetti e alla piastra superiore per
mezzo di viti.
Le asole presenti su entrambe le piastre consentono di
modificare l'accoppiamento fra le stesse.
Rilevare CON LA mASSImA pReCISIONe dai diagrammi
delle pagine precedenti la quota "B" di montaggio della
sponda e segnarla sul telaio del veicolo avvalendosi di una
squadra. Sempre dai diagrammi rilevare anche la quota
A di montaggio della sponda.
Le piastre superiori (1) andranno posizionate con la parte
inferiore del piastrino alla quota A.
IMPORTANTE
Le piastre superiori andranno posizionate esattamente
a SQUADRO rispetto al telaio del veicolo.
Per la foratura ed il fissaggio delle piastre superiori
al veicolo, seguire le stesse direttive utilizzate per il
montaggio delle piastre di ancoraggio "STANDARD".
60
Nl
InstallatIe Met "verstelBare"
BevestIGInGsPlaten (10B)
(alleen vOOr f3cl15 en f3cl20)
Bij dit type installatie bestaan de bevestigingsplaten uit
twee delen.
Het bovenste deel van de platen moet aan het voertuig
worden bevestigd, terwijl het onderste deel met klemmen
aan de dwarsbalk en met schroeven aan de bovenste plaat
moet worden bevestigd.
De gaten die in beide platen zitten maken verschillende
combinaties mogelijk.
Lees HeeL pReCIeS uit de diagrammen op de voorgaande
pagina's de afmeting "B" voor de montage van de laadklep
af, en markeer deze op het frame van het voertuig met
behulp van een winkelhaak. Lees uit de diagrammen even-
eens afmeting A af voor de montage van de laadklep.
De bovenste platen (1) moeten met de onderkant van het
plaatje op afmeting A worden gezet.
BELANGRIJK
De bovenste platen moeten precies LOODRECHT op
het frame van het voertuig worden gezet.
Volg bij het gaten boren en het bevestigen van de
bovenste platen aan het voertuig dezelfde aanwijzin-
gen als die voor de montage van de "STANDAARD"
bevestigingsplaten.
Fr
InstallatIOn avec PlaqUes
d'ancraGe «réGlaBles» (10B)
(UnIqUeMent POUr f3cl15 et f3cl20)
Sur ce type d'installation, les plaques d'ancrage sont
constituées de deux parties.
La partie supérieure des plaques doit être fixée au véhicule
alors que la partie inférieure doit être fixée à la traverse
du hayon par l'intermédiaire de pinces et à la plaque
supérieure par l'intermédiaire de vis.
Les découpes présentes sur les deux plaques permettent
de modifier l'accouplement entre les plaques elles-
mêmes.
mesurer avec LA pLUS GRANDe pRéCISION à partir
des diagrammes des pages précédentes, la cote "B" de
montage du hayon et la marquer sur le châssis du véhicule
à l'aide d'une règle. Toujours à partir des diagrammes,
mesurer également la cote A de montage du hayon.
Les plaques supérieures (1) doivent être positionnées avec
la partie inférieure de la plaquette à la cote A.
IMPORTANT
Les plaques supérieures doivent être positionnées
parfaitement d' ÉQUERRE par rapport au châssis du
véhicule.
Pour le perçage et la fixation des plaques supérieures
au véhicule, suivre les mêmes instructions que pour le
montage des plaques d'ancrage "STANDARD".