Télécharger Imprimer la page

Telwin SUPERIOR PLASMA 100 Manuel D'instructions page 51

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 16
Om de cyclus opnieuw te starten, moet de toets van de toorts worden
losgelaten en weer ingedrukt.
Voorbereidende werkzaamheden.
Controleer voordat u met de snijwerkzaamheden begint of de
verbruiksmaterialen goed zijn gemonteerd door de kop van de toorts
te inspecteren zoals staat aangegeven in de paragraaf "ONDERHOUD
TOORTS".
- Schakel de stroombron in en stel de snijstroom (Fig. D-1) in op basis
van de dikte en het type metalen materiaal dat u wilt snijden.
- Druk op de luchttoets (Fig. C-3) om de lucht uit te laten stromen.
- Regel in deze fase de luchtdruk totdat op het display de vereiste
drukwaarde op basis van de gebruikte toorts te lezen is (TAB. 2).
- De knop gebruiken: trek de knop omhoog om deze te deblokkeren
en draai aan de knop om de druk in te stellen op de waarde die staat
aangegeven op de TECHNISCHE GEGEVENS TOORTS.
- Lees de vereiste waarde af op de manometer; druk op de knop om de
regeling te blokkeren.
- Laat de luchtstroom uit zichzelf stoppen om het verwijderen
van eventuele condens die zich in de toorts heeft opgehoopt te
vergemakkelijken.
Snijden (Fig. L).
- Breng het mondstuk van de toorts dichtbij de rand van het werkstuk
(circa 2 mm), druk op de toortstoets; na circa 1 seconde wordt de
hulpboog ontstoken.
- Als de afstand juist is, wordt de hulpboog onmiddellijk overgebracht
op het werkstuk en wordt de snijboog ontstoken.
- Breng de toorts naar het oppervlak van het werkstuk langs de ideale
snijlijn met een regelmatig vooruitgaande beweging.
- Pas de snijsnelheid aan op basis van de dikte en de geselecteerde
stroom. Controleer of de boog die uit de onderkant van het
werkstuk komt een helling van 5-10° verticaal krijgt in de richting die
tegenovergesteld is aan de snijrichting.
Snijden op raster (waar dat voorzien is)
Om staalplaat met gaten of roosters te snijden, kan het nuttig zijn om
deze functie in te schakelen:
- Selecteer met de "Modusselectie"-toets (Fig. C-2) de rastersnijfunctie.
Door de toortstoets ingedrukt te houden, wordt aan het einde van de
snede de hulpboog automatisch weer ontstoken. Gebruik deze functie
alleen als het nodig is, om onnodige slijtage van de elektrode en het
mondstuk te voorkomen.
OPGELET! In deze modus wordt het gebruik van elektroden
en mondstukken met standaardafmetingen aangeraden.
In bijzondere omstandigheden kan het gebruik van
verlengde elektroden en mondstukken de onderbreking van de
snijboog tot gevolg hebben.
Gaten boren (Fig. M)
Als er gaten moeten worden geboord of als in het midden van het
werkstuk moet worden begonnen met snijden, ontsteek dan de boog
met gekantelde toorts en breng de toorts met een vloeiende beweging
in de verticale positie.
- Deze procedure voorkomt dat terugslag van de boog of van gesmolten
deeltjes het gat van het mondstuk beschadigen waardoor deze snel
niet meer goed functioneert.
- Gaten in werkstukken met een dikte tot 25% van het maximum van het
gebruiksbereik kunnen rechtstreeks worden uitgevoerd.
7. ONDERHOUD
OPGELET!
CONTROLEER
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
SNIJSYSTEEM IS UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN
HET VOEDINGSNET.
NORMAAL ONDERHOUD
DE WERKZAAMHEDEN VAN HET NORMALE ONDERHOUD KUNNEN
DOOR DE BEDIENER WORDEN UITGEVOERD.
TOORTS (Fig. N)
Controleer regelmatig, afhankelijk van de intensiteit van het gebruik
of eventuele onregelmatigheden bij het snijden, de slijtage van de
onderdelen van de toorts die contact hebben met de plasmaboog.
1- Afstandhouder.
Vervang de afstandhouder als deze is vervormd of zozeer bedekt is
met afval dat de correcte positie van de toorts niet meer kan worden
behouden (afstand en loodrechtheid).
VOORDAT
U
DE
UITVOERT
OF
HET
- 51 -
2- Mondstuksteun.
Schroef de mondstuksteun met de hand los van de kop van de
toorts. Maak de steun nauwkeurig schoon of vervang hem als hij is
beschadigd (verbrandingen, vervormingen of barsten). Controleer of
het bovenste metalen deel intact is (veiligheidsactuator toorts).
3- Mondstuk / Kap.
Controleer de slijtage van het doorgangsgat van de plasmaboog en de
interne en externe oppervlakken. Als het gat groter is geworden ten
opzichte van de oorspronkelijke diameter of is vervormd, vervang dan
het mondstuk. Als de oppervlakken bijzonder sterk zijn geoxideerd,
maak ze dan schoon met zeer fijn schuurpapier.
4- Ring luchtverdeler.
Controleer of er geen verbrandingen of barsten zijn en of de gaatjes
die de lucht doorlaten niet zijn verstopt. Vervang de ring onmiddellijk
als deze is beschadigd.
5- Elektrode.
Vervang de elektrode als de diepte van de krater die wordt gevormd
op het emitterende oppervlak ongeveer 1,5 mm is (Fig. O).
6- Buisje luchtverdeler.
Controleer of er geen verbrandingen of barsten zijn en of de gaatjes
die de lucht doorlaten niet zijn verstopt. Vervang de ring onmiddellijk
als deze is beschadigd.
7- Hoofddeel toorts, handgreep en kabel.
Gewoonlijk hebben deze onderdelen geen bijzonder onderhoud
nodig, behalve regelmatige inspectie en een nauwkeurige reiniging
die moet worden uitgevoerd zonder gebruik van oplosmiddelen van
welke aard dan ook. Als er schade aan de isolering is zoals breuken,
barsten en verbrandingen of losser geworden elektrische geleidingen,
mag de toorts niet meer worden gebruikt omdat dan niet aan de
veiligheidsvoorwaarden wordt voldaan.
In dit geval kan de reparatie (buitengewoon onderhoud) niet ter
plekke worden uitgevoerd, maar moet deze worden overgedragen
aan een erkend assistentiecentrum, dat de specifieke tests kan
uitvoeren na de reparatie.
om de toorts en de kabel in goede staat te houden, moeten er enkele
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
- toorts en kabel niet in contact brengen met warme of gloeiende
delen.
- de kabel niet onderwerpen aan overmatige trekkrachten.
- de kabel niet over scherpe, snijdende of schurende randen laten
lopen.
- de kabel opnemen in regelmatige lussen als deze langer is dan
nodig.
- niet met vervoersmiddelen over de kabel rijden en er niet op
trappen.
Opgelet.
- Voordat er werkzaamheden aan de toorts worden uitgevoerd, moet
deze tenminste gedurende de hele "post-lucht"-periode kunnen
afkoelen.
- Behalve in bijzondere gevallen is het raadzaam de elektrode en het
mondstuk tegelijkertijd te vervangen.
- Volg de montagevolgorde van de onderdelen van de toorts
(omgekeerde volgorde ten opzichte van de demontage).
- Let goed op dat de verdelerring in de goede richting wordt
gemonteerd.
- Plaats de mondstuksteun terug en schroef deze met de hand helemaal
vast met een lichte druk.
- Monteer de mondstuksteun nooit zonder dat eerst de elektrode, de
verdelerring en het mondstuk zijn gemonteerd.
- Houd de hulpboog niet onnodig lang ingeschakeld in de lucht om
het verbruik van de elektrode, de verdeler en het mondstuk niet te
vergroten.
- Draai de elektrode niet te strak aan omdat daardoor de toorts kan
beschadigen.
- Een snelle en correcte controleprocedure van de verbruiksmaterialen
van de toorts is van vitaal belang voor de veiligheid en de werking van
het snijsysteem.
- Als er schade aan de isolering wordt opgemerkt zoals breuken,
barsten en verbrandingen of losser geworden elektrische geleidingen,
mag de toorts niet meer worden gebruikt omdat dan niet aan de
veiligheidsvoorwaarden wordt voldaan. In dit geval kan de reparatie
(buitengewoon onderhoud) niet ter plekke worden uitgevoerd, maar
moet deze worden overgedragen aan een erkend assistentiecentrum,
dat de specifieke tests kan uitvoeren na de reparatie.
Persluchtfilter (Fig. H)
- Het filter heeft een automatische condensafvoer die steeds in werking
treedt als het filter wordt losgekoppeld van de persluchtleiding.

Publicité

loading