NuMED BIB Mode D'emploi page 31

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 6
grootte na ontplooiing van de stent knapt, kan de ballon worden teruggetrokken en een nieuwe ballonkatheter
over de voerdraad worden ingebracht om de ontplooiing van de stent te voltooien.
Hartkatheterisatie brengt enkele risico's met zich mee. Mogelijke complicaties en bijwerkingen van het plaatsen
van stents omvatten (maar zijn niet beperkt tot):
Onjuiste plaatsing van de stent
Stentmigratie
Niet-ernstige hematoomvorming
Intraluminale trombose
Pseudoaneurysma
AV-fistels
Bloedingen die transfusie vereisen
INSPECTEREN EN PREPAREREN
1. Open de katheterverpakking met een geschikte steriele techniek en verwijder de BIB
katheter op knikken alvorens hem te gebruiken. VERWIJDER DE BALLONBESCHERMER NIET VAN DE
BALLON. Het katheterlumen (groene naaf), de binnenballon (indigoblauwe naaf) en de buitenballon (oranje
naaf) zijn duidelijk gelabeld. Spoel het katheterlumen (groene naaf) door met een gehepariniseerd
spoelmiddel en breng een voerdraad van 0,035 inch (0,88 mm) in. PROBEER NOOIT OM DE BALLONNEN
TE PURGEREN ZONDER EEN VOERDRAAD IN HET KATHETERLUMEN.
2. Prepareer een vuloplossing van 40 volumeprocent contrastmiddel (bv. Renografin
enz.) en een spoelmiddel.
3. Vul de vulinstrumenten (2 benodigd voor de BIB
afsluitkraanhendel naar de stand "off" ten opzichte van het vulinstrument. Pas negatieve druk toe met het
vulinstrument en de tip, om lucht uit de manometer te verwijderen. Herhaal deze stappen zo nodig. Bevestig
een vulinstrument aan elke vulpoort van de BIB
draaiende adapter. De indigoblauwe naaf is de kleine binnenballon, de oranje naaf is de grote buitenballon.
4. Purgeren van de twee ballonnen wordt uitsluitend met negatieve druk gedaan. VUL GEEN VAN BEIDE
BALLONNEN VÓÓR GEBRUIK.
5. Bevestig een injectiespuit die een negatieve druk kan handhaven (zoals bijv. een VacLok Syringe
Medical of een Becton-Dickinson
injectiespuit onder negatieve druk met de afsluitkraanhendel in de stand "off" naar de injectiespuit, en
vergrendel hem. BEGIN ALTIJD MET DE BINNENBALLON (INDIGOBLAUWE NAAF.) Draai aan de
afsluitkraanhendel om de ballon onder negatieve druk te plaatsen. Tik tegen de katheterschacht om de
beweging van de belletjes te bevorderen en sluit vervolgens de negatieve druk af. Er zal wat contrastmiddel
op passieve wijze van het vulinstrument naar de ballon migreren. Herhaal deze stappen, afwisselend tussen
negatieve druk en passief contrastmiddel, totdat er geen belletjes meer zijn wanneer de ballon onder
negatieve druk wordt geplaatst. Deze stappen zullen meerdere malen moeten worden herhaald. Herhaal de
stappen met de buitenballon.
6. Laat beide ballonnen onder continue negatieve druk om ze in te brengen. Verwijder de ballonbeschermer
alvorens de voerdraad te verwijderen. Spoel het katheterlumen door met een gehepariniseerd spoelmiddel.
GEBRUIKSAANWIJZING
Voordat u de stent plaatst, dient u alle tijdens de operatie vereiste apparatuur zorgvuldig te inspecteren.
Controleer of de kathetermaat geschikt is voor de specifieke operatie waarin hij zal worden gebruikt.
1. Voer altijd een voerdraad van de juiste grootte door het lumen van de ballonkatheter wanneer u de ballon
prepareert en de stent vastklemt.
2. Inspecteer de gebruikte ballonkatheter op het oog om u ervan te verzekeren dat deze juist is opgevouwen tot
het laagste profiel. Het wordt sterk aanbevolen de balloninbrengkatheter "droog te prepareren" met negatieve
druk.
3. Schuif de stent over het distale uiteinde van de ballon (zorg dat de ballon daarbij opgevouwen blijft) totdat de
radiopake markeerders zich op gelijke afstand van de uiteinden van de stent bevinden. Controleer de positie
van de stent onder de fluoroscoop voordat u de stent vastklemt.
4. Klem de stent voorzichtig op de ballon door met de vingers druk toe te passen en een "rollende beweging" te
maken om gelijke druk op alle kanten van de stent uit te oefenen. Breng een beetje onverdund
contrastmiddel aan om de stent te "coaten" en de hechting aan de ballon te verbeteren. (ZORG DAT U DE
STENT NIET BUIGT OF VERDRAAIT)
5. Inspecteer het ballon-stent-geheel om u ervan te verzekeren dat de stent juist geplaatst is (kan met
fluoroscopie worden bevestigd).
6. Het geheel wordt via de lange inbrenghuls en over de starre voerdraad naar de gewenste implantatielocatie
geleid. Als u de stent met ballon afdekt met een plastic beschermhoesje wanneer u de stent via de
hemostaseklep van de inbrenghuls invoert, zal dit de kans op verplaatsing van de stent op de BIB
tijdens de ontplooiing verkleinen.
7. Wanneer de stent zich op de juiste plaats bevindt, trekt u de huls terug om de stent bloot te stellen.
Controleer of de stent zich op de juiste plaats bevindt door een kleine hoeveelheid contrastvloeistof via de
zijarm van de huls of een tweede katheter te injecteren.
8. Ontplooi de stent door eerst de binnenballon te vullen door het vergrendelde vulinstrument met drukmeter
open te draaien totdat de binnenballon volledig ontplooid is. U kunt op dit moment de stent "herpositioneren"
®
door de BIB
-katheter te verplaatsen. De niet-ontplooide buitenballon en de ontplooide binnenballon houden
de stent stevig tegen de BIB
®
-katheter) en verwijder alle lucht eruit. Draai de
®
-katheter met gebruik van een driewegafsluitkraan met een
®
luerlock injectiespuit) aan de andere poort van de afsluitkraan. Plaats de
®
-katheter.
Sepsis/infectie
Distale trombo-embolie
Overlijden
Vaatbreuk
Cerebrovasculair accident
Hematomen die reparatie vereisen
31
®
-katheter. Controleer de
®
76%, Omnipaque
®
300
®
van Merit
®
-katheter

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières