Foutendiagnose - ASO Safety Solutions ISK 74 Manuel D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

11. Foutendiagnose

Bij een correcte bedrading en aansluiting van de voedingsspanning mag enkel de groene LED
branden. Wanneer één van de rode LED's oplicht, zit er in het s��steem een fout, die met behulp
van de LED's kan worden opgespoord.
LED
LED's branden
Voedingsspanning ontbreekt, te laag of
niet
fout aangesloten
enkele rode LED
Contactlijst(en) niet aangesloten, fout
brandt
aangesloten of defect
Een contactlijst-aansluiting wordt niet
gebruikt
beide rode
Overbrengingstraject is verstoord of fout
Transmit LED's
gemonteerd
branden
Contactlijst(en) niet aangesloten, fout
aangesloten of defect
*
Als de fout niet in de bedrading zit, kan de functie van de elektronica door bezetting van alle
SKL-ingangen aan de ISK 74-31 anal��se-elektronica (klemmen Stationary Opening resp.
Closing) en aan de meebewegende spoelkern (aansluitingen O en C) met telkens één 8,2 kW
weerstand gecontroleerd worden. Als de elektronica daarna correct werkt, moeten de veilig-
heidscontactlijsten met een weerstandsmeettoestel gecontroleerd worden. Daarvoor moet de
respectievelijke verbinding van de SKL naar de anal��se-elektronica of naar de meebewegende
spoelkern losgemaakt en met een weerstandsmeettoestel verbonden worden.
Bij niet-geactiveerde veiligheidscontactlijst moet de weerstand 8,2 kW ±500 W bedragen. Als de
veiligheidscontactlijst geactiveerd is, mag de weerstand 500 W niet overschrijden.
** Als de beide LED's voor de meebewegende SKL's (Transmit Opening en Transmit Closing)
branden, is een fout in het inductieve overbrengingss��steem voorhanden. De meest voorkomende
oorzaken hiervoor zijn slechte verbindingen op de spoelkernen, niet correct geïnstalleerde
kabels��steemcomponenten (zie montagehandleiding ISK-veiligheidsoverbrengingss��steem) of
een ontoelaatbaar lage voedingsspanning.
De kabellus mag een maximale weerstandswaarde van 3 W hebben. De weerstandswaarde kan
door losmaken van de staalkabel van de aardingsklem en daarna meten tussen staalkabeluiteinde
en aardingsklem bepaald worden.
Fout
Aansluitingen en voedingsspanning controleren:
- 24 V AC/DC aan klem 24 V AC/DC of
- 230 V AC aan klem PE, L1 en N
Tolerantiebereik: ±10 %
- Aansluitingen van de betreffende contactlijst
- Veiligheidscontactlijst(en) controleren*
Niet gebruikte contactlijst-aansluitingen permanent
met één van de meegeleverde 8,2 kΩ-weerstanden
overbruggen.
- Mech. montagehandleiding in acht nemen
- Overbrengingskernen op slijtage controleren.
- Kabelcircuit controleren; hier moet erop gelet wor-
- Contactpunten kabel / poortlichaam controleren.
- Voedingsspanning controleren**
- Aansluitingen van de betreffende contactlijst
- Veiligheidscontactlijst(en) controleren*
Verhelping van de fout
controleren (beschadigde toevoerleidingen,
brokkelige toevoerleidingen etc.)
(ISK veiligheidsoverbrengingssysteem)
den, dat beide overbrengingskernen zich binnen
het kabelcircuit bevinden
controleren (beschadigde toevoerleidingen,
brokkelige toevoerleidingen etc.)
49

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières