Functiecontrole; Foutendiagnose - ASO Safety Solutions SK 41 Manuel D'utilisation

Masquer les pouces Voir aussi pour SK 41:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

SK 41 Veiligheidsrelais
41 Veiligheidsrelais
Veiligheidsrelais
Veiligheidsrelais

7.4 Functiecontrole

Na de overeenkomstige aansluiting van alle elektrische verbindingen en inschakeling van de voedingsspanning,
moet de installatie / machine worden gecontroleerd op correcte functie.
De signaalgevers één voor één activeren.
De overeenkomstige reacties van het relais controleren.
Het beveiligingssysteem dient met passende tijdsintervallen door deskundigen gecontroleerd te worden.
De controle moet te allen tijde inzichtelijk worden gedocumenteerd.
De eisen van de installatie- / machinefabrikant moeten worden opgevolgd en nageleefd.

8. Foutendiagnose

Bij een correcte bedrading en aansluiting van de voedingsspanning mag enkel de groene LED branden.
Wanneer één van de gele of rode LED's oplicht, zit er in het systeem een fout, die met behulp van de LED's
opgespoord kan worden.
LED
de groene
Voedingsspanning ontbreekt, te laag
Power LED
of fout aangesloten
brandt niet
de gele Actuate
Signaalgever geactiveerd, verkeerd
LED brandt
aangesloten of defect
de gele Actuate
Alleen in bedrijfsmodus
LED knippert
"handmatige reset":
Signaalgever niet meer geactiveerd
of onderbroken, relais wacht op
resetpuls op Z1, Z2
de rode Fault
Signaalgever niet aangesloten,
LED's branden
verkeerd aangesloten of defect
Ligt de fout niet in de bedrading, kan de functie van de elektronica door het aansluiten van een 8,2 kΩ
*
weerstand op de signaalgeveringang van het relais SK 41 (klemmen X1 X2) gecontroleerd worden. Als
de elektronica daarna correct werkt, moet de signaalgever met een weerstandsmeettoestel gecontro-
leerd worden. Daarvoor moet de verbinding van de signaalgever naar het relais losgemaakt en met een
weerstandsmeettoestel verbonden worden. Bij niet-geactiveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 kΩ
±500 Ω bedragen. Als de signaalgever geactiveerd is, mag de weerstand 500 Ω niet overschrijden.
48
Fout
Aansluitingen en voedingsspanning controleren:
- 230 V AC (of 115 V) op klemmen A1 A2 of
- 24 V AC/DC op klemmen B1 B2
Tolerantiebereik: ±10 %
- Aansluitingen van de betreffende signaalgevers
controleren (beschadigde toevoerleidingen,
brokkelige toevoerleidingen etc.)
- Signaalgever controleren*
Geen fout; normaal gedrag na een fout in de
modus "handmatige reset" (zie 5.4)
- Aansluitingen van de betreffende signaalgevers
controleren (beschadigde toevoerleidingen,
brokkelige toevoerleidingen etc.)
- Signaalgever controleren*
Verhelping van de fout

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières