Uitvoeringen En Mechanische Bevestiging; Aansluiting Van Het Toestel; Voorwaarden; Voedingsspanning - ASO Safety Solutions ISK 74 Manuel D'utilisation

7.3 Uitvoeringen en mechanische bevestiging

Versie SK 74-30
Printplaatversie
Versie SK 74-31
Pol��carbonaat-behuizing met schroefverbindingen voor opbouwmontage in omgeving met ruwe
omstandigheden.
Het relais dient vakkundig gemonteerd te worden op een geschikte montageplek. Na verwijdering
van het deksel kan de behuizing met vier schroeven worden bevestigd.
De inbouwpositie van het relais kan vrij gekozen worden, maar dient ter bescherming tegen bin-
nendringend vocht zo te worden gemonteerd, dat de kabelinvoeren naar beneden wijzen.
Versie SK 74-33
Klikrailversie voor bevestiging op 35 mm DIN-rail in de schakelkast.

8. Aansluiting van het toestel

8.1 Voorwaarden

• De voedingsspanning van de ISK 74 moet aan de voorwaarden voor functionele laagspanning
met veilige scheiding beantwoorden.
• Leidingen, die buitenshuis of buiten de schakelkast gelegd worden, moeten overeenkomstig
beschermd worden.
• De voor het toestel aangegeven beschermingsklasse is pas gegarandeerd, wanneer de toevoer-
leidingen correct in de schroefverbindingen geklemd zijn.

8.2 Voedingsspanning

De spanningvoorziening kan ofwel met netspanning 230 V AC
50/60 Hz of met laagspanning 24 V AC/DC gebeuren. Nooit beide
spanningen tegelijkertijd aansluiten!
De 230V voedingsspanning moet op de klemmen PE, L1, N worden aangeslo-
ten. Voor de werking met 24V moet het toestel aan de klemmen 24 V AC/DC
worden aangesloten.

8.3 Aansluiting vaste spoelkern

Aan de klemmen Transmit 1 + 2 moet de vaste spoelkern aangesloten
worden, waarbij de polariteit om het even is.
De aansluiting aan de spoelkern gebeurt via de meegeleverde krimphulzen
of door direct vastsolderen van de leiding aan de stekker.

8.4 Aansluiting vaste contactlijsten

De stationaire veiligheidscontactlijst(en) (SKL) dient (dienen) op de steunpaal
voor de openbeweging aangesloten te worden op klemmenpaar Stationary
Opening. Bij verschillende SKL worden deze in serie geschakeld en de
eindlijst met 8,2 kW afgesloten.
De stationaire SKL('s) voor de dicht-beweging dient (dienen) dienovereen-
komstig aangesloten te worden op het klemmenpaar Stationary Closing.
Als er een kanaal voor de stationaire SKL's of eventueel beide kanalen
niet wordt/worden gebruikt, dienen de kanalen bezet te worden met de
meegeleverde 8,2 kW-weerstanden.

8.5 Aansluiting stuurstroomkringen

Aan het klemmenpaar Stop Opening moet de te bewaken stuurstroomkring
voor de open-beweging (stop-open-beweging) en aan het klemmenpaar
Stop Closing de overeenkomstige stuurstroomkring voor de dicht-beweging
(stop-dicht-beweging) aangesloten worden.
47