Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
5.16 BANDENSPANNING ________________________________________________________
Houd de banden goed opgepompt om de levensduur van de
banden te verlengen. Controleer de bandenspanning
wanneer
de
banden
afgekoeld
profielslijtage.
Een
lagere
spanning
bandensporen in zachte graszoden voorkomen. Een hogere
spanning kan vereist zijn voor zwaardere ladingen. De
spanning van de achterbanden moet ingesteld worden op
193 kPa wanneer u het voertuig met een volle lading
bedient. Overschrijd nooit de maximale spanning die op de
band staat aangegeven.
Controleer de druk met een nauwkeurige bandenmeter
onder lage druk. Vanwege het lage benodigde luchtvolume
kunt u de band in twee tot drie seconden te hard oppompen.
Houd de banden gespannen op:
Voor - 138 kPa
Achter - varieert, afhankelijk van de lading. (zie
schema)
5.17 VERWIJDEREN EN INSTALLEREN VAN DE BANDEN ____________________________
Verwijderen:
1.
Parkeer het voertuig op een vlak en egaal oppervlak.
Stel de parkeerrem in, schakel de motor uit en zet in de
eerste versnelling.
2.
Raadpleeg
hoofdstuk
krikprocedure. Gebruik altijd krikstandaards, vertrouw
nooit alleen op een krik voor ondersteuning.
Hef het voertuig voldoende om alleen de band te
verwijderen. Plaats nooit voeten, handen of andere
lichaamsdelen onder het voertuig wanneer u hem
opkrikt.
3.
Verwijder de bevestigingsmoeren van het wiel en
verwijder het wiel- en bandsamenstel van de naaf.
4.
Voer het vereiste onderhoud op de band uit.
All manuals and user guides at all-guides.com
zijn.
Controleer
helpt
het
achterlaten
5.18
voor
de
juiste
28 (193)
op
23 (159)
van
Druk
18 (124)
achterbanden
psi
13 (90)
(kPa)
Lading (pound)
!
Tenzij u de juiste opleiding, gereedschap en ervaring
heeft, mag u NIET proberen een band om een velg te
monteren. Onjuiste montage kan tot ontploffing leiden,
wat kan resulteren in ernstige verwondingen.
Installeren:
1.
Verwijder vuil, vet en olie van de schroefboutdraad.
Smeer de draden niet.
2.
Plaats het wiel op de naaf en controleer of er volledig
contact is tussen het montageoppervlak van het wiel
en de naaf of de remtrommel. Zorg dat de klepsteel
naar
buiten
onderdelen met de hand aan, draai vervolgens in
gekruiste volgorde aan.
3.
Draai de moeren altijd in de toppositie aan. Controleer
en verstel dagelijks totdat de torsie gehandhaafd blijft
op 95-140 Nm.
ONDERHOUD
8 (55)
0
400
800
1200
VOORZICHTIG
geplaatst
is.
Draai
alle
5
1500
Afb. 5F
montage-
nl-25
Publicité
Table des Matières
