Textron Jacobsen CUSHMAN Turf Truckster Manuel De Maintenance page 59

5.4 RESERVOIR STUURBEKRACHTIGING ________________________________________
!
WAARSCHUWING
Zorg dat de motor tijd heeft om af te koelen, voordat u
onderhoud of andere onderhoudswerkzaamheden rond
het motorgebied pleegt. Ernstige brandwonden kunnen
het resultaat zijn als de motor of de omliggende
oppervlakken heet zijn.
Het reservoir van de stuurbekrachtiging bevindt zich aan de
rechterkant van de motor, onder de wisselstroomdynamo.
Het peil in het reservoir moet na de eerste 35 en 70
bedrijfsuren gecontroleerd worden. Daarna moet het peil na
elke 100 bedrijfsuren gecontroleerd worden.
5.5 KNALDEMPER EN UITLAAT _________________________________________________
!
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten koolstofmonoxide, dat giftig is en
dodelijk kan zijn wanneer het wordt ingeademd.
Bedien een motor NOOIT zonder juiste ventilatie.
5.6 OVERVERHITTINGSPROCEDURE VAN DE MOTOR ______________________________
Als de watertemperatuurmeter tijdens het bedienen van het
voertuig 110° C of
oververhittingsalarm klinkt, moet u deze procedure volgen.
1. Breng het voertuig tot stilstand. Schakel de motor
NIET uit. Plaats het voertuig in de neutrale stand en
schakel de parkeerrem in.
2. Ontkoppel onmiddellijk enig aanbouwapparaat dat
wordt bediend.
3. Verlaag de motorsnelheid naar snel stationair.
4. Verwijder al het vuil, kaf, brokstukken etc. van het
inlaatscherm van de radiator, dat zich aan de
rechterkant van het voertuig bevindt.
!
VOORZICHTIG
Wees voorzichtig bij het openen van de motorkap of bij
het schoonmaken van het inlaatscherm. Metalen
oppervlakken in de buurt van de radiator en de motor
kunnen te heet zijn om aan te raken. Gebruik een borstel
of handschoenen om het scherm schoon te maken.
All manuals and user guides at all-guides.com
hoger aangeeft, en/of
Wanneer u het vloeistofpeil controleert voordat de motor
opgewarmd is, moet het peil bij de KOUD-markering op de
peilstok staan. Nadat de motor opgewarmd is en de vloeistof
warm is, moet het peil tussen de KOUD- en HEET-
markeringen staan.
stuurbekrachtiging van General Motors om de vloeistof
zoals vereist op het juiste peil te krijgen.
Peilstok stuurbekrachtiging
Inspecteer het complete uitlaatsysteem regelmatig om
koolstofmonoxide-vergiftiging te voorkomen en vervang
altijd een kapotte knaldemper.
Als u een verandering in de kleur of het geluid van de uitlaat
opmerkt, moet u de motor direct stoppen. Identificeer het
probleem en laat het systeem repareren.
Draai alle verdeelstukken van de uitlaat gelijkmatig aan.
Draai of vervang uitlaatklemmen.
De naald van de temperatuurmeter moet ongeveer 30
het seconden na het schoonmaken van het scherm weer gaan
zakken. Als de temperatuur niet daalt, breng de motor TOT
STILSTAND en controleer het volgende.
1. Controleer of de koelventilator werkt. De ventilator moet
boven de 82° C en bij dieselunits boven de 97.7° C met
koelvloeistof draaien, zelfs met het contactsleuteltje in
de UIT-stand.
2. Controleer het motoroliepeil.
3. Controleer op lekken in het koelsysteem. Open de
radiator niet wanneer hij heet is. Controleer het
koelvloeistofpeil nadat het systeem volledig afgekoeld
is.
Het niet acht slaan op het oververhittingsalarm en het juiste
onderhoud van het koelsysteem veroorzaakt permanente
schade aan de motor.
ONDERHOUD
Gebruik vloeistof
5
voor
Afb. 5C
nl-19