Télécharger Imprimer la page

Telwin TECHNOMIG 200 Manuel D'instructions page 42

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 16
verwijzen naar 40°C ruimte) overschreden worden, wordt de
ingreep van de thermische beveiliging bepaald ( de lasmachine
blijft in stand-by tot haar temperatuur terug binnen de
toegestane limieten ligt).
- A/V-A/V: Duidt de gamma aan van de regeling van de lasstroom
(minimum - maximum) aan de overeenstemmende
boogspanning.
9- Inschrijvingsnummer voor de identificatie van de lasmachine
(noodzakelijk voor de technische service, de aanvraag van reserve
onderdelen en het opzoeken van de oorsprong van het product).
10-
: De waarde van de zekeringen met vertraagde werking
moet voorzien worden voor de bescherming van de lij.
11- Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen waarvan de betekenis
aangeduid is in hoofdstuk 1 "Algemene veiligheid voor het
booglassen ".
Opmerking: Het aangegeven voorbeeld van de kentekenplaat geeft
een indicatieve aanwijzing van de betekenis van de symbolen en van
de cijfers; de exacte waarden van de technische gegevens van de
lasmachine in uw bezit moeten rechtstreeks genomen worden van de
kentekenplaat van de lasmachine zelf.
ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS:
-LASMACHINE : zie tabel 1 (TAB.1)
-TOORTS MIG : zie tabel 2 (TAB.2)
-TOORTS TIG : zie tabel 3 (TAB.3)
-TANG ELEKTRODENHOUDER : zie tabel 4 (TAB.4)
Het gewicht van de lasmachine staat aangegeven in tabel 1 (TAB.
1).
4. BESCHRIJVING VAN DE LASMACHINE
INRICHTINGEN VAN CONTROLE, REGELING EN AANSLUITING
LASMACHINE (FIG. B)
Op de voorkant:
1- Controlepaneel (zie beschrijving).
2- Negatieve snapmofverbinding (-) voor lopende laskabel
(massakabel voor MIG en MMA, kabel toorts voor TIG).
3- Positieve snapmofverbinding (+) voor massakabel lassen TIG
(lopende laskabel voor MMA)
4- Gecentraliseerde aansluiting voor toorts MIG (Euro).
5- Connector 14p voor de verbinding van de afstandsbediening en
spool gun
Op de achterkant :
6- Hoofdschakelaar ON/OFF.
7- Aansluiting gasbuis (fles) voor lassen MIG.
8- Voedingskabel met kabelblokkering .
Haspelruimte:
9- Positieve klem (+).
10- Negatieve klem (-).
N.B.: inversie polariteit voor lassen FLUX (no gas).
CONTROLEPANEEL VAN DE LASMACHINE (FIG. C)
1- LED van Alarmmelding (de output van de lasmachine is
geblokkeerd). Op het display (4) verschijnt een alarmmelding.
De reset van de lasmachine is automatisch bij het ophouden van
de oorzaak van het alarm.
2- LED aanwezigheid spanning in uitgang (output actief).
3- LED van signalering programmering lasmachine.
4- Alfanumeriek display met 3 digit. Duidt aan:
- de lasstroom in ampères.
De aangeduide waarde is de ingestelde waarde, met
lasmachine leeg, en is de reële tijdens de werking.
- een alarmmelding met de volgende codering :
-"AL. 1": Er heeft zich een ingreep voorgedaan van de
veiligheidsthermostaat van het primair circuit wegens
de verhitting van de machine (alleen versie MIG Pulse).
-"AL. 2": Er heeft zich een ingreep voorgedaan van een van de
twee veiligheidsthermostaten wegens de verhitting van
de machine.
-"AL. 3": Anomalie in de primaire voeding: de voedingsspanning
valt buiten de rang +/- 15% in vergelijking met de
waarde van de plaat.
OPGELET: Het overschrijden van de voornoemde
bovenste limiet van spanning zal de inrichting
zwaar beschadigen.
-"AL. 4": Anomalie in de primaire voeding: ingreep bescherming
wegens verhitting van de voedingslijn (alleen versie
MIG Pulse).
-"AL. 7": Men heeft geprobeerd te lassen in MIG/MAG aan een
excessieve stroom voor de generator.
-"AL. 8": Anomalie in het lascircuit MIG/MAG (alleen versie MIG
Pulse). OPGELET: in dit geval, voor de reset moet de
inrichting uit- en terug aangeschakeld worden.
4a, 4b, 4c, 4d, 4e- LED van aanwijzing meeteenheid in uitvoering
(ampères, volt, seconden, percentage meters/minuten).
5- Bedieningsknop encoder.
Staat de regeling toe van de lasstroom.
6- Toets van oproepen (LOAD) van de verpersoonlijkte
lasprogramma's.
7- Toets van in het geheugen opslaan (STORE) van
verpersoonlijkte lasprogramma's .
8- Toets van selectie van de lasprocedure .
Wanneer men op de toets drukt gaat de led aan ter hoogte van de
lasmodaliteit die men wenst te gebruiken:
-
: MIG/MAG in PULSE ARC (indien voorzien).
-
: MIG/MAG/FLUX in SHORT/SPRAY ARC.
-
: elektrode MMA.
-
: TIG-DC met ontsteking aan LIFT.
9- Toets van selectie lasproces.
Wanneer de machine in de modaliteit MIG/MAG/FLUX staat, is
het mogelijk te kiezen tussen bediening met 2 tijden, 4 tijden of
met timer van puntlassen ( SPOT).
10- Toets van selectie type materiaal.
Stelt de werkwijze in op basis van het materiaal of de procedure.
Is alleen actief indien men zich in synergie bevindt (13).
11- Toets van selectie diameter draad staat toe de diameter van
de draad in te stellen. Voor de diameter 1.2mm moet men
ingrijpen op de drukknop tot aan het aangaan van beide leds die
overeenstemmen met de diameters i 0.6 en 0.8mm.
Is alleen actief indien men zich in synergie bevindt (13).
12- Toets van selectie afstandsbediening.
- Met LED
de lasmachine actief.
- Met LED
uitgevoerd vanop de afstandsbediening:
a) bediening met een potentiometer: vervangt de functie van
de encoder (5).
b) bediening twee potentiometers: vervangt de functie van de
encoder (5) en van de hulpparameter.
c) afstandsbediening met pedaal: vervangt de functie van de
encoder (5) in de modaliteit Tig.
13- Toets van selectie lassen in synergie. Om de synergetische
werking van de machine in te stellen in lassen MIG/MAG moet
men ingrijpen op de drukknop.
OPGELET Ook indien de machine toestaat alle parameters vrij in
te stellen, bestaan er bijzondere combinaties van parameters die
geen betekenis hebben vanuit elektrisch standpunt of vanuit het
standpunt van het lassen. De lasmachine zal evenwel niet
beschadigd worden ook al werkt ze dan misschien niet volgens
deze niet correcte instelling.
14- Toets van selectie van de lasparameters.
Wanneer men opeenvolgend de toets indrukt, wordt een van de
LEDS verlicht van (14a) tot (14i) waaraan een specifieke
parameter gekoppeld is. De instelling van de waarde van iedere
geactiveerde parameter kan uitgevoerd worden middels de
ENCODER (5) en wordt aangeduid op het display (4).
Opmerking: de parameters die niet door de operator kunnen
gewijzigd worden, naargelang men aan het werken is met een
synergetisch programma of in de manuele modaliteit, worden
automatisch uitgesloten door de selectie; de overeenstemmende
LED wordt niet verlicht.
parameter 1: Selecteert de lasspanning. In
14a-
MIG/MAG/FLUX regelt de lasspanning in Volt of de boogcorrectie
in synergie (alleen voor MIG/MAG). In het lassen wordt de
spanning in uitgang van de generator gevisualiseerd.
14b-
parameter 2:Stelt de snelheid van de draad of de
lasstroom in. In MIG/MAG/FLUX is de snelheid van voorwaartse
beweging van de draad in meters per minuut. In MMA is de
lasstroom gemeten in Ampères. In het lassen wordt de stroom in
uitgang van de generator gevisualiseerd.
14c-
parameter 3: Arc force of Elektronische reactantie. In
MMA is de arc force of regeling van de penetratie van de boog. In
MIG/MAG/FLUX heeft dit een soortgelijke betekenis maar neemt
de naam van elektronische reactantie .
14d-
parameter 4: Helling van acceleratie: In MIG/MAG/FLUX
regelt het afhellen van de helling van acceleratie van de motor
draadtrekker.
14e-
parameter 5: Burn back time : in MIG/MAG/FLUX regelt het
tijdsinterval dat verloopt tussen het ogenblik van stilstand van
draad en dat waarop de uitgangsstroom op nul wordt afgesteld.
14f-
parameter 6: Postgas. In MIG/MAG/FLUX regelt de tijd van
postgas in seconden.
14g-
parameter 7: Helling van daling. MIG/MAG is de tijd van
de helling van daling (alleen in synergie (13)).
14h-
parameter 8: Tijd van spot. In MIG/MAG/FLUX regelt de
tijdsduur van de lasstroom in puntlassen (SPOT).
- 42 -
verlicht, zijn de bedieningen op het paneel van
verlicht, kan de regeling uitsluitend worden

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Technomig 225 pulse