A2.3 Goedgekeurde Sondes, Desinfectanten En Chemical Indicators; A2.4 Training; A2.5 Omgeving En Gebruikersprofiel; Paragraaf A3: Instructies - Nanosonics trophon 2 Mode D'emploi

De contactomstandigheden liggen vast in de parameters voor de cyclus en de eindgebruiker kan die
niet wijzigen.

A2.3 Goedgekeurde sondes, desinfectanten en Chemical Indicators.

Raadpleeg de lijst met goedgekeurde sondes op de website van Nanosonics om te weten welke sondes
in de trophon2 kunnen worden gebruikt.
Gebruik uitsluitend trophon NanoNebulant-desinfectantcartridges en trophon Chemical Indicators voor
high-level desinfectie met de trophon2. Er zijn geen andere desinfectanten of chemische indicators
goedgekeurd voor gebruik met de trophon2.

A2.4 Training

Vóór installatie of gebruik van de trophon2 moet u ervoor zorgen dat alle gebruikers zijn getraind in de
veiligheidsprocedures en potentiële gevaren, zoals beschreven in deze handleiding.
Ga naar www.nanosonicsacademy.com om de onlinetrainingsmodule te voltooien.

A2.5 Omgeving en gebruikersprofiel

De trophon2 is ontworpen voor gebruik in zorginstellingen, voor high-level desinfectie van
echoscopiesondes onder de controle van getrainde beroepsmensen.
De desinfectantcartridge, de Chemical Indicator en het trophon2-systeem zijn ontworpen voor gebruik
met minimale persoonlijke beschermingsmiddelen (alleen handschoenen) op een standaard werkplek
of in een ziekenhuisomgeving, met inbegrip van een patiëntenverzorgingspost. Speciale ventilatie en
andere veiligheidsmaatregelen zijn niet nodig wanneer de gebruiksinstructies worden gevolgd.

PARAGRAAF A3: Instructies

Lees deze instructies vóór gebruik van de trophon2:
 Het bij de trophon2 gevoegde veiligheidsinformatieblad.
 Richtlijnen inzake gezondheid en veiligheid op het werk (OH&SG, OSHA, WHS) voor uw
instelling over tillen, morsen enz.
 Gebruiksaanwijzing trophon Chemical Indicator.
 Gebruiksaanwijzing trophon disinfectant cartridge.
 Gebruiksaanwijzingen trophon-accessoires voor alle extra accessoires die bij de trophon2 zijn
gekocht (zie bijlage 4).
 Instructies van de fabrikant van de sonde.
Het niet volgen van de instructies kan leiden tot:

brandwonden, verbleken, elektrische schokken en ander letsel.

mislukken van de high-level desinfectie.

resten van het desinfectant die achterblijven op de sonde, wat letsel kan veroorzaken bij het
verwijderen van de sonde.

schade aan het apparaat.
L03065 2.0 9/2019
97