Ottobock 1C66 Triton smart ankle Instructions D'utilisation page 102

Masquer les pouces Voir aussi pour 1C66 Triton smart ankle:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 34
LET OP
Gebruik van een prothesevoet die is uitgeschakeld of in de stand-bymodus staat
Verandering van de loopeigenschappen of verkeerde bediening van apparaten door ongewilde
verandering van de stand van de voet
Schakel de prothesevoet niet uit.
Let bij gebruik van een prothesevoet die is uitgeschakeld of in de stand-bymodus staat, op
dat de stand van de voet niet verandert zonder dat dit de bedoeling is.
6.1 Functiebeschrijving
Lopen op een vlakke ondergrond
Om het afrollen gemakkelijker te maken, heeft de enkeleenheid van de prothesevoet een beweeg­
lijkheid van ca. 2° in plantairflexie en dorsaalflexie. Daarnaast heeft de prothesevoet geen uitge­
breide afrolfunctie.
De prothesevoet kan zich aanpassen aan verschillende loopsnelheden. Bij langzaam lopen neemt
de prothesevoet een lichte dorsaalflexie aan. Dit vergroot de bodemvrijheid en maakt het afrollen
gemakkelijker. Snel lopen leidt tot een verandering van de stand naar plantairflexie om de ener­
gieteruggave van de carbonveer te vergroten.
Lopen op een hellende ondergrond
Bij de eerste stap op een hellende ondergrond wordt de nieuwe situatie door de prothesevoet
geregistreerd. Tijdens de volgende stappen past de prothesevoet zich aan de helling van de
ondergrond aan. De bedoeling is dat hierdoor hetzelfde loopgevoel ontstaat als bij het lopen op
een vlakke ondergrond.
Bij de eerste stap op een vlakke ondergrond na het lopen op een hellende ondergrond past de
prothesevoet zich weer volledig aan de vlakke ondergrond aan. INFORMATIE: Totdat de pro­
thesevoet wordt neergezet, staat deze nog in de stand die hij had op de hellende onder­
grond. Houd in het bijzonder bij het aflopen van hellende ondergronden rekening met de
geringere bodemvrijheid.
Lopen op trappen
Bij het oplopen van trappen neemt de prothesevoet een licht dorsaalflexie aan om het afrollen
gemakkelijker te maken.
Relaxfunctie
De relaxfunctie maakt het mogelijk de zool van de prothesevoet naar de grond te bewegen
(bijv. bij het zitten met een naar voren of achteren uitgestrekte prothesevoet of bij het staan op een
hellende ondergrond). Dit zorgt voor een natuurlijke stand van de voet. Zodra de prothesevoet
wordt belast, is het uitsluitend mogelijk terug te keren naar de stand die het laatst was ingesteld.
Meer informatie kunt u vinden in het hoofdstuk "Relaxfunctie" (zie pagina 105).
Schoenen wisselen (hakhoogte instellen)
Na het wisselen van schoenen kan de hakhoogte door de gebruiker zelf worden aangepast. Het
instelgebied ligt tussen 0 cm en 5 cm. Meer informatie kunt u vinden in het hoofdstuk "Instellen
van de hakhoogte" (zie pagina 105).
6.2 Laden van de accu
WAARSCHUWING
Gebruik van een niet-goedgekeurde acculader
Gevaar voor ernstige verwondingen door elektrische schokken
Gebruik uitsluitend de meegeleverde acculader.
102

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières