Menu: Systeem - Daikin RoCon+ HP1 ETSH16P30D Manuel D'utilisation

7 Parameterinstellingen
Parameters Instelbereik
Min / Max
lcd verlich- 1 - 60 s
tingstijd
Tab. 46-8 Parameters in het menu "Weergave-instellingen"
7.5.2

Menu: Systeem

[→ Hoofdmenu → Instellingen → Systeem]
Parameters Instelbereik
Min / Max
Buitenunit geen selectie
14 kW
16 kW
18 kW
Binnenunit geen selectie
ETS(H/X)
(B)16P30D
ETS(H/X)
(B)16P50D
Verwarmings- Vloerverwar-
systeem (*) ming
Convector
Radiator
Pomp dT ver- 3 - 10
warmen (*)
Pomp dT koe- 3 - 10
len (*)
Glycol (*) Geen glycol toe-
gevoegd
Glycol toege-
voegd
HP vermo- 20-50 A
gensbeperking
Pompen grens
0
1 – 4
5 - 8
Tab. 46-9 Parameters in het menu "Systeem"
Gebruiksaanwijzing
210
Beschrijving
Verlichtingsduur van het display
Beschrijving
Type warmtepomp buitenunit
Type warmtepomp binnenunit.
Aanpassing van de instelwaarde is belangrijk omdat de apparaattypes ver-
schillende ontdooilogica´s hebben.
Warmteoverdrachtstype in het verwarmingssysteem.
Als „Radiator" wordt geselecteerd en er hoge aanvoertemperaturen ge-
wenst zijn, kan het doelmatig zijn om de parameter [Max. aanvoertempera-
tuur] naar 65 °C te verhogen ([→ Hoofdmenu → Configuratie → Verwar-
men]).
Noodzakelijk temperatuurverschil tussen retour- en aanvoertemperatuur.
Indien een minimaal temperatuurverschil voor een goede werking van de
verwarmingsverdeelsystemen in de verwarmingsmodus noodzakelijk is.
Noodzakelijk temperatuurverschil tussen retour- en aanvoertemperatuur.
Indien een minimaal temperatuurverschil voor een goede werking van de
verwarmingsverdeelsystemen in de koelmodus noodzakelijk is.
Er wordt aanbevolen om glycol aan het watercircuit toe te voegen om voor
vorstbescherming bij stroomuitval te zorgen. Als er glycol aan het systeem
is toegevoegd moet de instelling van de regeling RoCon+ navenant wor-
den aangepast.
De continue vermogensbeperking is handig om voor maximale stroomop-
name van het systeem te zorgen. In sommige landen beperkt de wetge-
ving het maximum stroomverbruik voor de kamerverwarming en de tapwa-
terbereiding.
De parameter legt het maximum pomptoerental vast. Onder normale om-
standigheden mag de standaardinstelling NIET gewijzigd worden. De be-
perking van het pomptoerental wordt overgeslagen als het debiet tot het
minimum is gedaald. Het bij een beperkt pomptoerental optredende debiet
kan aan de pompkaraktersitiek afgelezen worden (zie de installatie- en on-
derhoudshandleiding Daikin Altherma ETS(X/H))
Geen beperking
Beperking van het pomptoerental onafhankelijk van de bedrijfshoedanig-
heid. Met deze instelling kan het verwarmingscomfort niet gegarandeerd
worden. Het maximum pomptoerental is afhankelijk van de instelling als
volgt: 1: 90%, 2: 75%, 3: 65%, 4: 55%
Beperking van het pomptoerental als er geen sprake is van een verwar-
mings- of koelverzoek. Het maximum pomptoerental is afhankelijk van de
instelling als volgt: 5: 90%, 6: 75%, 7: 65%, 8: 55%
Fabrieks- Stap- Toegang
instelling pen-
BE HF
grootte
30 s 1 s E E
Fabrieks- Stap- Toegang
instelling pen-
BE HF
grootte
- - N E
- - N E
- N E
5 1 N E
5 1 N E
- N E
50 A N E
6 1 N E
Daikin RoCon+ HP
Daikin regeling RoCon+ HP1
008.1447899_00 – 09/2019 – NL