Verwarmen; Koelen - Daikin RoCon+ HP1 ETSH16P30D Manuel D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 117
4
Functie
4.5.4

Verwarmen

[→ Hoofdmenu → Configuratie → Verwarmen]
In dit menu worden de verwarmingstijden en de streeftemperaturen
voor de aanvoer voor de verwarmingsfunctie geconfigureerd.
Verwarmingscurve
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Bij storingen zou vanwege te sterke verwarming het vloer-
verwarmingssysteem, de estrik of de opbouw van de vloer
beschadigd kunnen raken.
▪ Voor de eerste inbedrijfstelling moet de maximum tem-
peratuurbeperking in de regeling RoCon+ HP (parame-
ter [Max. aanvoertemperatuur]) voor het begin van de
emissiemeting op de maximaal toegestane buitentem-
peratuur worden ingesteld.
▪ Oververhittingsschakelaar (in het gebouw) op de stek-
keraansluiting "Ext" voor de externe modusomschake-
ling zo aansluiten dat de Daikin Altherma ETS(X/H) in
de modus "Stand-by " of "Zomer " wordt omgescha-
keld. Bij parameter [Kamerthermostaat] = Ja of para-
meter [Functie Interlink] = Aan moet de oververhittings-
schakelaar zo aangesloten worden dat het schakelcon-
tact van de kamerthermostaat wordt onderbroken.
▪ Als de vloerverwarming ook voor de kamerkoeling
wordt gebruikt, gelden de aanwijzingen voor de aan-
sluiting in het punt hiervoor ook voor de aansluiting van
een vochtbeschermingsschakelaar in het gebouw.
Met de verwarmingscurve wordt de aanvoertemperatuur afhankelijk
van de betreffende buitentemperatuur op de hoedanigheid van het
gebouw aangepast (weersafhankelijk geregelde aanvoertempera-
tuurregeling zie
Hfst.
4.5). De de steilheid van de verwarmingscurve
beschrijft in het algemeen de verhouding van wijziging van aanvoer-
temperatuur tot wijziging van de buitentemperatuur.
De verwarmingscurve geldt binnen de grenzen voor maximum en
minimum temperatuur die voor het betreffende verwarmingscircuit
zijn ingesteld. Tussen de gemeten kamertemperatuur in het woonge-
deelte en de gewenste kamertemperatuur kunnen er afwijkingen op-
treden die door de montage van een kamerthermostaat of een ka-
merregelaar kunnen worden beperkt.
De regeling is af fabriek zo ingesteld dat de verwarmingscurve
zich tijdens de werking niet vanzelf aanpast.
De automatische aanpassing van de verwarmingscurve kan ge-
activeerd worden (parameter [Aanpassing verwarmingscurve]), als
de buitentemperatuursensor en de kamerregelaar (EHS157034)
aangesloten zijn (zie
Hfst.
4.5).
Startvoorwaarden voor de automatische aanpassing van de verwar-
mingscurve:
▪ Buitentemperatuur < 8 °C
▪ Modus is [Automatisch 1] of [Automatisch 2]
▪ Duur van de verlagingsfase ten minste 6 h
Als er geen automatische aanpassing van de verwarmingscurve
is geactiveerd, kan de verwarmingscurve met de hand door verstel-
len van de parameter [Verwarmingscurve] worden ingesteld.
Gebruiksaanwijzing
194
INFORMATIEVERWARMINGSCURVE MET DE HAND
AANPASSEN
Voer de correcties van de ingestelde waarden pas na 1-2
dagen en slechts met kleine stappen uit.
▪ Externe warmtebronnen deactiveren (bijv. houtkachels,
directe zoninstraling, open ramen).
▪ Aanwezige verwarmingsthermostaten of stelaandrijvin-
gen geheel openen.
▪ Modus "Verwarmen" activeren. Aanknopingspunten
voor de instelling zijn:
Radiatoren: 1,4 tot 1,6.
Vloerverwarming: 0,5 tot 0,9.
Afb. 43-2
Verwarmingscurven
T
Buitentemperatuur
A
T
Streefwaarde kamertemperatuur
R
T
Aanvoertemperatuur
V
Comfort Verwarming
Als de warmtepomp bij zeer lage buitentemperaturen niet aan de
warmtebehoefte kan voldoen, wordt warmte uit de boiler gehaald en
voor de kamerverwarming gebruikt. In zeldzame gevallen (in syste-
men met hoge noodzakelijke aanvoertemperaturen en lage noodza-
kelijke warmwatertemperaturen) kan de vereiste aanvoertempera-
tuur hoger zijn dan de ingestelde boilertemperatuur. Om voor deze
systemen korte comfortverliezen bij de verwarmingswerking te ver-
mijden kan de parameter [Comfort Verwarming] op „Aan" worden ge-
zet. Bij betreffende buitentemperaturen wordt de boilertemperatuur
boven de voor de warmwaterbehoefte iungestelde boilertemperatuur
verhoogd.
INFORMATIE
Als [Comfort Verwarming] op „Aan" wordt gezet, wordt
eventueel het stroomverbruik van de warmtepomp hoger.
De standaardinstelling is [Comfort Verwarming] op „Uit" ge-
zet.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden voor deze
functie staat in
Hfst.
7.6.
4.5.5

Koelen

[→ Hoofdmenu → Configuratie → Koelen]
In dit menu worden instellingen voor de koelfunctie uitgevoerd.
Daikin RoCon+ HP
Daikin regeling RoCon+ HP1
008.1447899_00 – 09/2019 – NL

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières