Hach ORBISPHERE 3100 Manuel D'utilisation Simplifié page 221

Uitgaande van een instrumentgebruik van 8 uur per dag en 365 dagen per jaar, moet de sensorpunt
ongeveer elke 4 jaar worden vervangen. De procedure is heel eenvoudig en duurt maar enkele
minuten.
Controleer, voordat begonnen wordt, of de vervangende doorstroomkamer uit de onderhoudskit
(onderdeelnummer DG33228) beschikbaar is. Zet het instrument UIT en zorg ervoor dat het niet
aangesloten is op een externe voeding.
Volg deze instructies die verwijzen naar onderstaande illustraties:
1. Verwijder het voorpaneel van het instrument door de twee schroeven waarmee het vastzit aan de
onderkant van het instrument (nr. 1) los te schroeven. Gebruik hiervoor de
kruiskopschroevendraaier uit de bijgeleverde kit met hulpmiddelen.
2. Als het verwijderd is, ziet u de doorstroomkamer (nr. 2) rechts van de stroommeter.
3. Verwijder de bevestigingsschroef van de doorstroomkamer.
4. Houd het onderdeel vast tussen duim en wijsvinger, haal het voorzichtig uit het instrument en
gooi het weg.
5. Vervang het onderdeel door het nieuwe uit de onderhoudskit. Zet het onderdeel terug in het
instrument en zet het vast met de bevestigingsschroef. De aanwezige geleider zorgt ervoor dat
het juist geplaatst wordt.
6. Zet het voorpaneel terug en zet het vast met de twee schroeven aan de onderkant van het
instrument.
7. Na het vervangen van de punt, moet een sensorkalibratie uitgevoerd worden voor het instrument
weer gebruikt kan worden voor metingen.
Hoofdstuk 8 Foutenopsporing
8.1 Metingen
Symptoom
Display lijkt bevroren - geen
actieve cursor
Display lijkt buiten bereik
bevroren
Ontgassing in de
stromingsmeter
Pieken in metingen
Mogelijke oplossing
Controleer de meetmodus (continu of monstermodus)
Indien "Buiten bereik", is het meetinterval 60 seconden
Stel de doorstroomsnelheid in tussen de 150 en 200 ml/min.
Controleer of het filter (indien in gebruik) niet verstopt is
Zorg ervoor dat alle slangen strak en juist aangesloten zijn op de
monsterinlaat- en -uitlaataansluitingen
Verwijder achtergebleven luchtbellen uit de bemonsteringslijn door
het monsterinlaat-/-uitlaatventiel gedurende 5 seconden naar
positie ZUIVEREN te draaien.
Nederlands 221