Hach ORBISPHERE 3100 Manuel D'utilisation Simplifié page 208

4.6.2 Aanmaken van een nieuwe meetconfiguratietabel
Selecteer in het menu File van het programma New en vervolgens O2 Instrument om een nieuwe
meetconfiguratietabel aan te maken.
Er wordt automatisch een standaardinvoer aangemaakt met als ID "0" en als Location Name en
Product Name "Default". Geen van deze velden kan worden gewijzigd.
Gebruik dezelfde functies als bij de gebruikerstabel om invoergegevens toe te voegen aan de tabel.
4.6.3 Overzetten van bestanden naar het instrument
Als de twee tabellen gevuld zijn, kunnen ze worden overgezet naar het instrument via een USB-
opslagapparaat (normaliter een USB-stick).
1. Kopieer de bestanden van de PC naar het USB-opslagapparaat in een directory van het hoogste
niveau van 3100. De bestanden zullen zich normaliter bevinden in: C:\Program Files\Hach
Lange\3100 PC Software\ met extensies voor de bestandsnamen als .cdm (voor
meetconfiguraties) en .ndu (voor gebruikerstabellen).
Opmerking: Het is belangrijk dat de extensies voor de bestandsnamen (.cdm en .ndu) niet gewijzigd worden,
anders worden ze niet herkend door de instrumentsoftware. Om dezelfde reden moeten de bestanden zich in
een map van het hoogste niveau van 3100 bevinden.
2. Sluit het USB-opslagapparaat, terwijl het instrument AAN staat, aan op de USB-aansluiting op de
linkerkant van het instrument en druk op het USB-symbool op het voorpaneel van het instrument.
3. Het eerste scherm is voor het exporteren van bestanden naar een USB-opslagapparaat, dus druk
op het pijltje naar rechts om naar het volgende scherm te gaan.
4. Het volgende scherm is het scherm Importeer gebruikerstabel. De gebruikerstabel wordt
herkend door het instrument en de bestandsnaam wordt weergegeven in het geaccentueerde
veld. Als er meer dan één gebruikerstabel op het USB-opslagapparaat staat, druk dan op de
Enter-toets om de lijst met alle gebruikerstabellen weer te geven en gebruik de pijltjes
omhoog/omlaag om door de lijst heen te lopen. Druk op de Enter-toets om te selecteren. Als u
een tabel geselecteerd heeft, druk dan op het pijltje omlaag tot de tekst Importeer bestand
geaccentueerd is en druk op de Enter-toets om het bestand te importeren. Als het importeren
voltooid is, verschijnt het bericht dat het instrument uit en weer aan moet worden gezet om de
nieuwe tabel te activeren. Aangezien de tabel met meetconfiguraties nog moet worden
geïmporteerd, kunt u dit bericht voorlopig negeren.
5. Druk op het pijltje naar rechts om naar het scherm Importeer configuratietabel meting te gaan.
Selecteer net zoals bij de gebruikerstabel de tabel met meetconfiguraties die u wilt importeren en
druk op het pijltje omlaag tot de tekst Importeer bestand geaccentueerd is. Druk op de Enter-
toets om het bestand te importeren. Als het importeren voltooid is, verschijnt opnieuw het bericht
dat het instrument uit en weer aan moet worden gezet om de nieuwe tabel te activeren.
6. Aangezien beide tabellen nu geïmporteerd zijn in het instrument, moet u het instrument UIT en
weer AAN zetten om de nieuwe tabellen te activeren. Als het instrument AAN wordt gezet,
worden beide geïmporteerde tabellen geladen (namelijk de gebruikerstabel en de tabel met
meetconfiguraties).
208 Nederlands