Type Markering; Tijdens Het Gebruik In Acht Nemen - Dräger SPC 4700 Notice D'utilisation

Antistatische veiligheidskledingmag worden gedragen in de Zones 1, 2, 20, 21
en 22 (zie EN 60079-10-1 [7] en EN 60079-10-2 [8]), waarin de minimale
ontstekingsenergie van elke explosieve atmosfeer niet kleiner dan 0,016 mJ is.
Zonder voorafgaande goedkeuring van de bevoegde veiligheidsingenieur mag
elektrostatisch afleidende veiligheidskleding niet in met zuurstof verrijkte
atmosferen of in Zone 0 (zie EN 60079-10-1 [7]) worden gebruikt.
Het antistatisch vermogen van antistatische veiligheidskleding kan door slijtage,
wassen en mogelijke verontreinigingen worden beïnvloed.
Elektrostatisch afleidende veiligheidskleding moet zo worden gedragen dat
deze bij normaal gebruik (inclusief buigbewegingen) alle niet-conforme
materialen permanent bedekt.
3.5 Toelatingen
Het gaspak is goedgekeurd conform:
– EN 14605:2005+A1:2009 (veiligheidskleding type 3 en 4)
– EN ISO 13982-1:2004+A1:2010 (veiligheidskleding type 5)
– EN 13034:2005+A1:2009 (veiligheidskleding type 6)
– EN 1073-1:2016+A1 (veiligheidskleding tegen radioactieve contaminatie, IL:
Klasse 3, nominale beschermfactor 10000)
– EN 14126:2003 (veiligheidskleding tegen infectieveroorzakers, type 3B)
– EN 1149-5:2018 (veiligheidskleding – elektrostatische eigenschappen -
eisen aan de prestaties)
– ISO 16602:2007 (veiligheidskleding voor bescherming tegen chemicaliën)
Het gaspak is in combinatie met het ventilatievest Dräger CVA 0700 toegelaten
volgens:
– EN 14594:2018 class 4A (ademluchttoestellen - luchtslangsystemen met
constante luchtstroom)
– (EU) 2016/425
Conformiteitsverklaring: zie www.draeger.com/product-certificates
3.6

Type markering

De typemarkering bevindt zich in het gaspak. De symbolen op het typeplaatje
hebben de volgende betekenis (zie typeplaatje afbeelding C, pagina 2):
1 Typeaanduiding
2 Maataanduiding
3 Artikelnummer
4 Toelatingen. Zie voor aanvullende informatie: "Toelatingen",
pagina 25.
5 Beschermende kleding tegen radioactieve contaminatie door
vaste deeltjes
6 Veiligheidskleding tegen vloeibare en vaste chemicaliën
7 Beschermende kleding tegen infectieverwekkers
8 De binnenzijde van het gaspak is antistatisch behandeld.
9 Let op! Gebruiksaanwijzing in acht nemen!
10 Verzorgingsinstructies: Niet wassen! Niet bleken! Niet strijken!
Niet chemisch reinigen! Niet in de droger drogen!
11 Fabrikant
12 Land van fabricage
13 Uit de buurt van vlammen en hittebronnen houden!
14 CE-markering
15 Toewijzing van lengte, borst- en tailleomvang aan de maat van
het gaspak, zie pagina 2.
16 Fabricagejaar
Gebruiksaanwijzing |
Dräger SPC 4700
4 Gebruik
4.1 Gebruiksvoorwaarden
De omgevingsbelasting moet vóór gebruik worden vastgesteld, omdat de
geschiktheid van het gaspak niet pas tijdens gebruik kan worden vastgesteld.
Het gaspak moet geschikt zijn voor het specifieke gebruik.
4.2 Voorbereidingen op het gebruik
zie afbeelding A, D, E, F en G op pagina 2
WAARSCHUWING
Levensgevaar indien het gaspak beschadigd is!
► Alleen intacte gaspakken gebruiken.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door verstikking, wanneer het ventilatievest niet wordt
gebruikt!
► Het gaspak altijd dragen in combinatie met het ventilatievest.
Bij het aantrekken moet een tweede persoon helpen.
1. Het gaspak plat op de grond leggen en visueel controleren.
2. Het ventilatievest aantrekken. Het bandenstel (5, 9, 10) aan de
lichaamsgrootte aanpassen. De sluitingen (8, 11) sluiten. Bij het aandoen
ervoor zorgen dat het luchtslangsysteem (6) zich aan de linkerkant van het
lichaam bevindt.
3. De slang van de luchttoevoer door de ingangstunnel en de rubberen
manchet (zie afbeelding E) in het gaspak leiden en op de aansluiting van
het luchtslangsysteem (7) aansluiten.
4. Het uiteinde van de ingangstunnel (1) strak om de slang wikkelen en het
klittenband stevig rond de slang bevestigen (zie afbeelding F).
5. Indien nodig katoenen handschoenen aantrekken.
6. In de broekspijpen stappen:
a. Gaspak met geïntegreerde laarssokken: met schoenen in de
broekspijpen stappen.
b. Gaspak met geïntegreerde sokken en overslag: zonder laarzen in de
broekspijpen stappen. De laarzen aantrekken en de laarsoverslag over
de laarzen vouwen.
7. De externe ademluchttoevoer openen. Tijdens het stijgen van de druk moet
de waarschuwingsvoorziening kort hoorbaar zijn. Deze stopt wanneer de
druk hoog genoeg is. De lucht moet merkbaar langs het vizier en de rug
stromen. Indien nodig kunnen de ritssluitingen (12) van het ventilatievest
worden geopend of gesloten. Op die manier kan het koeleffect op de rug
worden geregeld.
8. Het gaspak helemaal aantrekken.
9. De ritssluiting sluiten en met de afdekflap bedekken (2). Ervoor zorgen dat
de klittenbanden over de gehele breedte over elkaar liggen en niet door de
binnenflap (13) worden gescheiden (zie afbeelding G).
10. Gaspakken met laminaathandschoenen: overhandschoenen aantrekken.
WAARSCHUWING
Levensgevaar bij losse slangverbindingen!
Wanneer de slang van de ademluchttoevoer niet stevig aangesloten is en
bijgevolg wegglijdt, bestaat de kans dat er onvoldoende ademlucht beschikbaar
is. In het gaspak kan onderdruk ontstaan. Bovendien kunnen schadelijke stoffen
in het gaspak binnendringen.
► Ervoor zorgen dat de slang correct aangesloten is.
4.3

Tijdens het gebruik in acht nemen

– Gebruiksduur, gebruiksgrenzen en nationale voorschriften opvolgen.
– Bij gevaar direct het gecontamineerde gebied verlaten. Ritssluiting pas in
het schone gebied openen.
– Wanneer de luchttoevoer onvoldoende is, kan het gaspak in noodgevallen
met het noodtrekkoord worden opengetrokken.
– Oververhitting en onbehaaglijkheid kunnen door het dragen van aangepast
ondergoed of het gebruik van geschikte ventilatieapparaten verminderd of
geëlimineerd worden.
– Het gehoorvermogen kan verminderen.
|
Gebruik
25