Arcam AVR500 Manuel D'utilisation page 168

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

ingangsconfiguratie
De audio- en video-instellingen op deze pagina van het
instelmenu kunnen specifiek en onafhankelijk op de
huidige geselecteerde ingang worden afgestemd.
Wanneer een andere ingang is geselecteerd op de
ingangregel, dan worden alle ingangsspecifieke
instellingen voor die ingang hieronder weergegeven.
Deze instellingen worden uitsluitend toegepast voor de
vermelde ingang en worden in een geheugen opgeslagen
en opgeroepen zodra het systeem wordt ingeschakeld en
wanneer die ingang wordt geselecteerd.
Ingang – De huidige geselecteerde ingangsconnectors
waar de instellingen hieronder betrekking op hebben.
Naam – De weergegeven naam van de ingang. U
kunt de naam van een ingang veranderen om deze af
te stemmen op uw instelling. Als u bijvoorbeeld twee
satellietontvangers bezit, dan kunt u de hoofdontvanger
aansluiten op de Sat audio- en video-ingangsconnectors
en de Naam veranderen in 'SAT 1' . U kunt de tweede
satellietontvanger hierna aansluiten op de VCR
audio- en video-ingangsconnectors, en de VCR naam
veranderen in 'SAT 2' . Hierna is het duidelijker voor
gebruikers van uw AVR500/AVR600/AV888 welke
ingangen ze moeten selecteren wanneer ze hier
doorheen bladeren.
Lipsynchronisatie – Elke ingang kan een eigen
instelling krijgen om een tijdvertraging in te voeren
tussen de audio- en videosignalen en op deze manier
te compenseren voor asynchroon geluid en beeld. Dit
is normaal vereist wanneer videoverwerking in het
systeem wordt gebruikt voor het aanpassen of vervangen
van videolijnen. Het bereik van de lipsynchronisatie
vertraging is –5 tot +220 milliseconden.
De lipsynchronisatie aanpassing kan uitsluitend
vertraagde videobeelden corrigeren. Stel de
lipsynchronisatie in op minimum als de audio vertraagd
is.
Modus – Stelt de oorspronkelijke audio decodeermodus
in voor stereogeluid op deze ingang.
Laatste Modus roept de laatst gebruikte instelling
<
voor deze ingang op wanneer stereogeluid wordt
weergegeven. Zie de sectie 'Meerkanaals bronmodi'
op pagina 41 voor meer informatie.
Uitbreidingsmodus – Stelt de oorspronkelijke audio
decodeermodus in voor meerkanaals digitale bronnen
op deze ingang.
Laatste Modus roept de laatst gebruikte instelling
<
voor deze ingang op wanneer stereogeluid wordt
weergegeven. Zie de sectie 'Meerkanaals bronmodi'
op pagina 41 voor meer informatie.
Hoge tonen -
Lage tonen -
Deze stellen u in staat om de lagetonen- en
hogetonenweergave voor alle huidige actieve
luidsprekers voor elke individuele ingang te veranderen.
Als de lage tonen van uw PVR-bron bijvoorbeeld te
licht klinken, dan kunt u dit corrigeren door PVR te
selecteren op de Ingangsregel bovenaan het menu en
2 of 3 dB toevoegen aan de lagetonenregeling. Hierna
worden de lage tonen automatisch versterkt wanneer de
PVR-ingang wordt geselecteerd voor de volledige duur
van de selectie.
Kamer EQ – Wanneer de automatische
luidsprekerinstelling functie wordt uitgevoerd, dan
worden de kameregalisatie coëfficiënten berekend om
enkele van de ergste resonantiefrequenties in de kamer
op de luisterpositie te elimineren. De kamer EQ wordt
standaard niet op de broningangen toegepast, maar u
kunt deze voor elke ingang individueel instellen.
Niet berekend: (uitsluitend informatie) De
<
automatische luidsprekerinstelling werd niet
uitgevoerd of is verkeerd zodat selectie onmogelijk
is.
Aan: de kamer EQ wordt op de huidige bron
<
toegepast.
Uit: de kamer EQ wordt niet op de huidige bron
<
toegepast.
Ingangsniveau – Stelt het maximale analoge
ingangssignaalniveau (gevoeligheid) voor deze ingang
in voordat de ADC (analoog/digitaal-omvormer)
signaalweg wordt afgekapt. De opties zijn effectieve,
maximale 0,5, 1, 2 en 4 Volt ingang. De standaardwaarde
is 2 effectieve Volt maximum.
Analoge bronnen met lage uitgangsniveaus kunnen
bijvoorbeeld baat hebben bij het kiezen van de 1 Volt
maximale instelling of de 0,5 V maximale instelling
als de bron een zeer lage uitgang heeft. Dit garandeert
een optimale signaal-ruisverhouding van het systeem
en zorgt er tevens voor dat de verschillende analoge
bronnen hetzelfde geluidsniveau weergeven voor een
bepaalde volumeregeling.
Dolby Volume –Dolby Volume is een intelligent systeem
dat de waargenomen audiofrequentieweergave bij lagere
luisterniveaus verbetert en volumeverschillen tussen
bronnen (b.v. een rock radiostation en een DVD) en
programma's (b.v. een TV show en reclames) corrigeert.
Off: (default) Dolby Volume is not applied to this
<
input.
Cinema: enables Dolby Volume for this source and
<
configures the input for audio which comes mostly
from movie soundtracks.
Music: enables Dolby Volume for this source and
<
configures the input for audio which comes from
other sources (CD, TV, Satellite, Tuner, etc.).
Uit: (standaardinstelling) Dolby Volume wordt niet
<
op deze ingang toegepast.
Bioscoop: activeert Dolby Volume voor deze bron en
<
configureert de ingang voor audio die hoofdzakelijk
van filmmuziek afkomstig is.
Muziek: activeert Dolby Volume voor deze bron en
<
configureert de ingang voor audio die afkomstig is
van andere bronnen (CD, TV, satelliet, tuner, etc.).
Dolby Leveller (automatische volumeregeling) – Deze
instelling van Dolby volume bepaalt hoe zachte en
luide bronnen en programma's op elkaar afgestemd
kunnen worden gebaseerd op de waargenomen
geluidssterkte door het oor. Het bereik van de waarden
is 0 (minimale regeling) tot 10 (maximale regeling).
De standaardinstelling is 9, maar wij raden u echter
aan om met lagere waarden te experimenteren als
het niveau van uw bronapparatuur vrijwel hetzelfde
is. Als de automatische volumeregeling functie is
uitgeschakeld, dan wordt er geen niveauaanpassing
tussen de bronnen en het programma uitgevoerd. Wij
wijzen er echter op dat het op 'Uit' zetten van de Dolby
Leveller instelling van Dolby Volume niet hetzelfde
is als de volledige functie van Dolby Volume op 'Uit'
zetten omdat het verwerken van de volumegerelateerde
frequentieweergave nog steeds actief is. Zie Dolby
Volume op pagina 42 voor meer informatie.
DV Calib. Offset – De kalibratie offsetparameters van
Dolby Volume stellen u in staat om te compenseren
voor luidsprekerefficiëntie en luisterposities. De
standaardwaarde is 0 die normaal een goed resultaat
oplevert wanneer de luidsprekerniveaus van de AVR600
(of AV888 en versterkercombinatie) worden ingesteld
door gebruik van een geluidsdrukniveaumeter.
Zie de sectie Dolby Volume op pagina 42 voor verdere
informatie over kalibratie offset.
Surround EX – Stelt in hoe het systeem de
decodeermode moet configureren na het ontvangen
van een Dolby Digital EX bitstream. Wij wijzen erop
dat deze instelling uitsluitend van toepassing is als u
n-40
surround luidsprekers achter heeft. Het kan zijn dat u
met deze twee decodeermodi wilt experimenteren om
vast te stellen aan welke modus u de voorkeur geeft met
Dolby Digital EX gecodeerd materiaal. De opties zijn
Auto DD EX, Auto PLIIx en Handmatig.
Auto DD EX: Wanneer een Dolby Digital EX flagged
<
bitstream wordt gedetecteerd, dan schakelt de
decodeermodus automatisch over op Dolby Digital
EX. Deze kan tijdelijk worden overbrugd door op
de MODUS toets op de afstandsbediening of het
frontpaneel te drukken.
Auto PLIIx: Wanneer een Dolby Digital EX flagged
<
bitstream wordt gedetecteerd, dan schakelt de
decodeermodus automatisch over op Pro Logic IIx
Movie. Deze kan tijdelijk worden overbrugd door
op de MODUS toets op de afstandsbediening of het
frontpaneel te drukken.
Handmatig: De ontvangen Dolby Digital Ex
<
wordt behandeld als een gewone Dolby Digital
stroom zodat de EX of PLIIx decodeermodi niet
automatisch worden geselecteerd. In plaats hiervan
wordt de vorige, gebruikte decodeermodus voor een
meerkanaals digitale bron op deze ingang toegepast.
De EX of PLIIx decodeermodi kunnen echter
handmatig worden toegepast door op de
MoDE
te drukken.
Stereomodus – Als uw systeem over een
subwoofer beschikt, dan kunt u kiezen hoe de
lagetonenweergave verdeeld wordt tussen de linker
en rechter voorluidsprekers en de subwoofer wanneer
u naar (uitsluitend 2-kanaals) analoge en digitale
stereobronnen luistert. Kies de optie waarmee u de
meest solide, gelijkmatig klinkende lage tonen bereikt.
Als u een subwoofer voor stereogeluid gebruikt,
raadpleeg dan tevens Substereo hieronder om het
niveau van de subwoofer in te stellen. Test met een test
CD of een actief programma voor de beste resultaten.
Deze instelling kan worden gebruikt om uw standaard
luidsprekerinstellingen in het Spkr Types menu
te overbruggen wanneer het systeem stereogeluid
weergeeft. Het is vrij gebruikelijk om vast te stellen dat
het luisteren naar 2-kanaals stereomuziek het beste is
met een enigszins andere sub/luidsprekerinstelling dan
voor surround films.
Zoals voor Type luidspreker (Spkr Types): Uw
<
standaard luidsprekerconfiguratie (zoals in Spkr
Types menu) wordt gebruikt om het signaal te sturen
wanneer er een analoge of digitale stereobron wordt
gespeeld.
toets

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Avr600Av888

Table des Matières