EMAK NTR 450 Manuel D'utilisation Et D'entretien page 107

Masquer les pouces Voir aussi pour NTR 450:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 45
ruimte worden gestart. DENK ERAAN
DAT UITLAATGASSEN GIFTIG ZIJN.
LET OP:
- Controleer of de bedieningen correct
werken voordat u de motor start.
- Raak de uitlaat of de motor niet aan
wanneer de motor draait of meteen nadat
deze is afgezet. Deze delen kunnen
namelijk erg heet worden.
- Laat de machine niet onbeheerd achter
met draaiende motor. Schakel de motor
telkens uit wanneer u zich van de machine
verwijdert, vóór het bijvullen van de
brandstof en vóór elk onderhoud of
reiniging.
- Maak de veiligheidssystemen op geen
enkele wijze onklaar. Gebruik de machine
niet als de veiligheidssystemen niet
perfect werken.
- Wikkel het startkoord nooit rond uw
hand.
LET OP – Om de machine te starten, moet
u in het gearceerde gebied gaan staan
(Fig. 5).
Voordat u de motor start:
- open de benzinekraan (A, Fig.6).
- Zet de schakelhendel (B) in de neutrale stand
N (Fig.8)
- Breng de koppelingshendel niet omlaag
(1, Fig.2) om er zeker van te zijn dat de
remmen geactiveerd zijn.
- Zet de chokebedieningshendel (C, Fig.7) in
de stand 'CLOSE' in geval van een koude
start. VOORZICHTIG: bij een warme start
moet deze hendel in de stand 'OPEN'
worden gezet.
- Zet de gashendel (D, Fig.9) in de stand
tussen 'LAAG' en 'HOOG' .
- Zet de schakelaar (E, Fig.10) in de stand 1.
WAARSCHUWING! - VOOR ALLE ANDERE
ASPECTEN VAN DE STARTPROCEDURE
D I E N T
U
HANDLEIDING VAN DE MOTOR TE LEZEN
Zet de chokebedieningshendel (C, Fig.7) bij
draaiende motor in de stand 'OPEN' .
VOORZICHTIG
- De choke moet worden uitgeschakeld zodra
de motor normaal draait. Wanneer de choke
bij warme motor gebruikt wordt, kan de
b o u g i e b e s m e u r d r a k e n e n e e n
onregelmatige werking van de motor
veroorzaken.
A A N D A C H T I G
- O m t e b e g i n n e n w e r k e n , z e t u d e
versnellingshendel in de stand SNEL
(D, Fig. 11).
Vooruit of achteruit rijden
1. Zet de schakelhendel (8, Fig.2) in de
gewenste stand; 1-2-3-(4 alleen modellen
met transmissie 4+2) vooruit, R-(R1 – R2
alleen modellen met transmissie 4+2)
achteruit. Zet de bedieningshendel van de
Lage-Hoge versnellingen op S of F (alleen de
modellen met transmissie 4+2).
2. Verhoog de snelheid van de motor langzaam
met behulp van de gashendel (3).
3. Breng de koppelingshendel (1) geleidelijk
omlaag. De machine begint langzaam
vooruit of achteruit te rijden.
LET OP:
- Versnel of vertraag langzaam als u vooruit
of achteruit gaat rijden of als u stopt.
- Verminder de snelheid als u van richting
verandert. Verminder de snelheid ook
wanneer u naar beneden rijdt, wanneer u
zich op de rand van de weg bevindt, op
een hobbelige weg of een weg met veel
bochten.
- Rijd niet diagonaal over een dalende
helling.
- R i j d m e t e e n l a g e s n e l h e i d i n d e
achteruitversnelling en let op wat zich
achter u bevindt.
Bochten maken
1. Tre k a a n d e b l o k k e e r h e n d e l va n d e
rupsbanden (2 of 5, Fig.2) aan de kant die u
op wilt gaan; linker hendel (2) om naar links
te gaan en rechter hendel (5) om naar rechts
te gaan.
2. Laat de hendel (2 of 5) na de bocht los.
LET OP:
- Trek niet tegelijkertijd aan de twee
blokkeerhendels van de rupsbanden (2 en
5, Fig.2) om de rijdende machine te
D E
stoppen, maar laat de koppelingshendel
(1) los.
- Gebruik de blokkeerhendels van de
rupsbanden niet om bochten te maken als
u zich op een aflopende helling bevindt.
Breng de snelheid tot het minimum terug
als dat noodzakelijk is.
De snelheid wijzigen
1. Laat de koppelingshendel (1, Fig.2) los.
2. Zet de schakelhendel (8) in de gewenste
I
GB
F
D
E
NL
P
H
SK
CZ
RUS
UK
PL
FIN
BIH
SRB
HR
103

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières