12.2.3 Constante aanpassing van de curve
De referentiecurven voor deze aanpassing worden hieronder weergegeven:
Vaste LED
In sommige modellen en voor sommige specifieke configuraties zijn slechts drie curves beschikbaar (instellingen 2, 4 en
6).
Als het model wordt bediend door een extern PWM- of LIN-signaal, wordt de curve geregeld door het signaal
zelf.
De aanpassing is geschikt voor:
-
Verwarmings- en airconditioningsystemen met constant debiet.
12.2.4 Aanpassing modus
Bij circulatiepompen zonder externe PWM- of LIN BUS-aansturing, kan de selectietoets
het menu te navigeren vanuit de fabrieksinstelling.
Als er gedurende 30 seconden geen knop wordt ingedrukt, gaan de LED's met betrekking tot de hoogte van de ingestelde curve uit;
de overige LED's blijven actief, maar verminderen de lichtintensiteit; de volgende keer dat u op de selectieknop drukt, gaan alle LED's
weer branden.
U kunt de knopvergrendelingsfunctie activeren door de knop 10 seconden ingedrukt te houden; Om het opnieuw in te schakelen, moet
u de knop opnieuw 10 seconden ingedrukt houden.
Deze functie is niet beschikbaar op alle EVP OEM-modellen.
Bij circulatiepompen die worden beheerd met externe aansturing kan de regelcurve van de pomp niet handmatig worden ingesteld,
maar wordt deze wel aangeduid op de interface door combinaties van de hieronder beschreven leds.
NEDERLANDS
Knipperende LED
In deze regelmodus werkt de circulatiepomp met een constante
snelheid aan karakteristieke bochten. De bedrijfscurve wordt
geselecteerd door het toerental in te stellen op een procentuele
factor. Een waarde van 100% geeft de maximale limietcurve aan.
De werkelijke rotatiesnelheid kan afhankelijk zijn van het
vermogen
en
de
circulatiepompmodel. De snelheid kan worden geselecteerd in de
interface met de selectietoets.
147
drukverschilbeperkingen
worden gebruikt om in progressie door
van
uw