Quickie SOPUR P-220 Manuel D'utilisation Et Garantie page 165

V I . A l g e m e n e W a a r s c h u w i n g e n
VI. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Besteed aandacht aan alle waarschuwing in deze sectie. Indien u dit niet doet,
kan vallen of kantelen leiden tot ernstige verwondingen voor uzelf of andere per-
sonen.
A. OPMERKING VOOR DE BESTUURDER
1. Voor u de stoel gaat gebruiken dient u te worden getraind in het veilig gebruik ervan
door een professionele ziekteverzorger.
2. Elke rolstoel is anders. Neem de tijd om aan de rolstoel te wennen voor u gaat rijden.
3. Pas de rijeigenschappen aan van uw rolstoel op uw eigen niveau van functioneren en
bekwaamheid.
4. Laat u helpen bij het oefenen van buigen, reiken en in- en uitstappen tot het veilig
genoeg is om dat alleen te doen.
5. Probeer nooit een beweging alleen uit te voeren tenzij u zeker weet dat dit veilig is.
6. Verken de plaatsen waar u uw stoel zal gebruiken. Kijk uit voor hindernissen en leer
hoe deze te vermijden.
B. OPMERKING VOOR BEGELEIDERS
Verzeker er u van dat u alle waarschuwingen in acht neemt en alle instructies van iedere
sectie van deze handleiding opvolgt. (Let er op dat de waarschuwingen voor de bestuurder
ook voor u gelden).
OPMERKINGEN –
1. U dient met de bestuurder samen te werken, en met de dokter, verpleger of therapeut
van de bestuurder, om de beste rijeigenschappen, aangepast aan het niveau van func-
tioneren en bekwaamheid.
2. Om de rolstoel manueel voort te duwen moet u de motorvergrendelingen losmaken.
•Zorg ervoor dat u volledige controle over de stoel hebt wanneer u dat doet. Bij ont-
grendeling heeft de rolstoel geen remmen.
3. Duw de rolstoel enkel via de handvatten. Dit is de veiligste plaats voor het
vasthouden van de stoel om kantelen of vallen te vermijden.
•Controleer of de bekleding van de handvatten niet kunnen gaan draaien of
loskomen.
De bestuurder helpen een hindernis te overwinnen:
1. Om rugletsel te voorkomen moet u zich een goede houding aannemen en het juiste
lichaamsmechanisme gebruiken. Wanneer u de bestuurder optilt of ondersteunt, of
wanneer u de stoel opheft, moet u lichtjes de knieën buigen en uw rug zo recht
mogelijk houden.
2. Voor elk manoeuvre moet u de bestuurder vertellen wat u gaat doen en wat u hem of
haar verwacht te doen. Dit zal de bestuurder geruststellen en de kans op ongevallen
verminderen.
3. Ga een stoeprand of drempel altijd recht op of af. Indien u schuin draait, klimt of
afdaalt, wordt de kans op vallen of kantelen groter.
4. Herinner de bestuurder eraan achterover te leunen wanneer u de stoel achterover kantelt.
5. Plaats de stoel zachtjes neer. Laat hem niet op de stoep of grond neerploffen, omdat
dit de stoel kan beschadigen of de bestuurder kan verwonden.
All manuals and user guides at all-guides.com
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
N e d e r l a n d s
165
930479 Rev. C