Publicité
Vooraleer men het voertuig start, contro-
leert men:
Of er benzine aanwezig is in de tank.
Het oliepeil in de achternaaf.
Het peil van de motorolie (raadpleeg
het deel «Peil van de motorolie»).
De correcte bandenspanning.
02_01
De werking van de lichten van de kop-
lamp, van het achterlicht en van de rich-
tingaanwijzers.
De werking van de voor- en achter-
remmen.
Vul de brandstoftank « » met loodvrije
benzine (Minimum octaangehalte = 95).
De staat van vulling van de brandstoftank
wordt gesignaleerd door de daarvoor be-
stemde indicator « » op het digitale dis-
play.
Wanneer het reservepeil in de brandstof-
tank wordt bereikt, knipperen alle streep-
02_02
jes van de indicator « ».
42
Before using the vehicle, check:
That the fuel tank is full.
Rear hub oil level.
Engine oil level (see the «Engine oil
level» section).
That the tyres are properly inflated.
The correct functioning of headlights,
rear light and turn indicators.
The correct functioning of front and
rear brakes.
Fill fuel tank« » with unleaded petrol
(minimum octane rating = 95).
The fuel tank level is signalled by the spe-
cial indicator « » on the digital display.
When reserve fuel level is reached this is
indicated by the simultaneous flashing of
all the bars of the indicator « ».
Publicité
