Volg de volgende aanwijzingen om de gewenste instellingen van de akoestische alarmering in te stellen:
Stap
Actie
1
Druk op de toets „PROG" (12)
2
Voer de viercijferige
mastercode in.
3
Druk op de toets 5
4
Alarmering via pieptoon:
Druk op de toets 1, 2, 3, 4 of 5
(afhankelijk daarvan, welke zone
u op de alarmering via pieptoon
instellen wilt).
5
Alarmering via interne sirene:
Druk op de toets 6, 7, 8, 9 of 0
(afhankelijk daarvan, welke zone
u op de alarmering via interne
sirene instellen wilt).
6
Druk op de toets „PROG" (12)
Overzichtstabel:
Hier wordt weergegeven, welke toets gedrukt moet worden in stap 4 resp. 5 van de bovenstaande tabel:
Zone 1
Zone 2
Zone 3
Zone 4
Zone 5
164
Functie
U komt in de
programmeermodus.
U komt in de
programmeermodus voor
instelling van de akoestische
alarmering.
De instellingen worden
opgeslagen en de
programmeermodus voor het
instellen van de akoestische
alarmering wordt beëindigd.
Alarmering via pieptoon
Toets 1
Toets 2
Toets 3
Toets 4
Toets 5
Nota
3 x korte pieptoon bevestigt
het correcte invoeren van de code.
1 x lange pieptoon geeft een fou-
tieve code-invoer aan.
Zodra u in de
programmeermodus komt,
branden of knipperen de „Zone
status-LEDs" (1). Knipperen =
alarmering via pieptoon, continu
branden = alarmering via interne
sirene.
Let a.u.b. ook op de
navolgende overzichtstabel.
Let a.u.b. ook op de
navolgende overzichtstabel.
Alarmering via interne sirene
Toets 6
Toets 7
Toets 8
Toets 9
Toets 0