Hach ORBISPHERE ATEX 366 Série Manuel D'utilisation Simplifié page 230

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 91
systeem aan de gebruiker en wordt een analoog en digitaal signaal verstuurd. De temperatuur is in
de fabriek ingesteld op 65º C, maar kan naar behoefte gewijzigd worden. Na een
temperatuuruitschakeling herstelt het instrument de stroomtoevoer naar de sensor zodra de
temperatuur van het monster 2,5°C lager wordt dan de opgegeven uitschakeltemperatuur.
6.6.11 Automatisch of handmatig opslaan
Het instrument slaat tot 500 gasconcentratiemeetwaarden op, genaamd monsterafname 0 tot 499,
met de datum en het tijdstip van de meting. Deze informatie kan handmatig of automatisch
opgeslagen worden. Kies Configuration, Automatic Storage Mode om de mode te kiezen voor het
automatisch opslaan.
Als de mode Timer gekozen is, dan worden de metingen opgeslagen met tussenperiodes zoals
ingesteld bij de optie Sampling Rate (zie
Frequentie voor monsterafnames bij automatisch opslaan
op pagina 230). Als de mode Events gekozen is, dan wordt één meting opgeslagen op het moment
dat zich één van de volgende gebeurtenissen voordoet:
• Voeding aan
• Sensor uit
• Temperatuuruitschakeling
• Max. alarmlimiet overschreden
• Min. alarmlimiet overschreden
• Normale meting
6.6.12 Frequentie voor monsterafnames bij automatisch opslaan
Kies Configuration, Sampling Rate om de tijdsinterval te kiezen (Acquisition rate) voor het
automatisch opslaan. Deze frequentie wordt enkel gebruikt als het automatisch opslaan ingesteld is
op de mode Timer (zie
Automatisch of handmatig opslaan
op pagina 230).
Opmerking: De 'Acquisition rate' ingesteld in dit menu staat los van de frequentie voor het bijwerken van de
Monitoring-grafiek. Het menu Sampling Rate is enkel van toepassing bij automatisch opslaan, terwijl de de
frequentie voor het bijwerken van de grafiek alleen gebruikt wordt voor het weergeven van de realtime-resultaten
op de Monitoring-grafiek.
6.6.13 Blokkeren van de toets "CAL"
Gebruik Configuration, Calibration Key Status om te voorkomen dat via het voorpaneel van het
instrument per ongeluk een kalibratie van de sensor in gang gezet wordt. Als u Disabled kiest, dan
wordt de toets "CAL" op het voorpaneel van het instrument geblokkeerd. Om de blokkering
ongedaan te maken, kiest u Enabled.
6.6.14 Instellen van de alarmlimieten
Om de alarmlimieten in te stellen, kiest u Configuration, Alarms. Voer de minimale (Low) en
maximale (High) limiet voor gasconcentratie in en klik op OK om de nieuwe limieten te bewaren.
Wanneer de gemeten gasconcentratie de maximale limiet of de minimale limiet overschrijdt, dan
versturen de alarmuitgangen van het instrument een signaal. Het instrument schakelt het High-alarm
uit zodra de gasconcentratie 1% lager wordt dan de maximale limiet en schakelt het Low-alarm uit
zodra de concentratie 1% hoger wordt dan de minimale limiet.
6.6.15 Instellen van de analoge uitgangslimieten
Gebruik dit commando om het analoge uitgangsbereik van het instrument te specificeren. Voer een
minimale (Low) en een maximale (High) gasconcentratiewaarde in om de limieten te specificeren
voor de analoge uitgang overeenkomend met:
• 0 (Low) - 20 (High) mA
• 4 (Low) - 20 (High) mA
• 0 (Low) - 2 (High) volt
6.6.16 Instellen van de analoge uitgang bij alarm
Schakel deze functie in wanneer de hardware van het instrument geconfigureerd is voor een analoge
uitgang van 0 tot 20 mA. Als deze functie ingeschakeld is, dan gebruikt de alarminformatie het bereik
tussen 0 en 4 mA.
230 Nederlands

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières