Voor Een Veilig Gebruik; Een Veilige Bestuurder Zijn - Iseki SXG323+ Notice D'utilisation

SXG
GEVAAR: Het niet naleven van de volgende
veiligheidsinstructies kan leiden tot ernstig of
dodelijk letsel. Als de eigenaar of bestuurder
van de gazonmaaier bent u verantwoordelijk
voor het voorkomen van ongevallen of letsels.

1. EEN VEILIGE BESTUURDER ZIJN

1.1. Volg alle veiligheidsplaatjes op de gazonmaaier
en alle instructies van de fabrikant voordat u de
gazonmaaier start. Als u dat niet doet, kan er let-
sel ontstaan.
1.2. Let op de veiligheidsstickers op de maaier, het
maaidek en de opvangbak en volg de instructies
op de stickers om verwondingen te voorkomen.
1.3. Zorg dat alle bestuurders verantwoordelijke personen
zijn die de instructies hebben gelezen of volledig zijn
opgeleid in het veilige gebruik van de gazonmaaier.
1.4. Alle bedieners moeten zelf beoordelen of hun ge-
zondheid en vermogen om de gazonmaaier veilig
genoeg te bedienen goed genoeg zijn om zichzelf
en anderen tegen ernstig letsel te beschermen.
Bedien de gazonmaaier niet als u onder de in-
vloed van alcohol of drugs bent.
1.5. Zorg dat u begrijpt hoe u de gazonmaaier op de
juiste, veilige manier kunt bedienen en onderhou-
den. Zorg dat u praktische instructies krijgt over
het op de juiste manier bedienen en onderhouden
van de gazonmaaier.
1.6. Gebruik de noodzakelijke veiligheidsmiddelen zo-
als hoofdbescherming, veiligheidsbril, veiligheids-
schoenen, oordopjes en veiligheidshandschoenen.
1.7. Draag de juiste beschermende kleding en uit-
rusting als u de gazonmaaier bedient, afstelt of
onderhoudt, zoals een veiligheidsbril, een lange
broek, goede schoenen en gehoorbescherming.
Lang haar, loszittende kleding en sieraden kunnen
vast komen te zitten in draaiende onderdelen.
1.8. Laat nooit de hieronder opgesomde personen
met de maaier werken:
- Personen die de gazonmaaier niet behoorlijk kun-
nen bedienen
- Personen die de instructies in deze gebruikers-
handleiding en op de waarschuwingsplaatjes niet
begrijpen.
- Zwangere vrouwen
- Kinderen: ga na of de plaatselijke wetgeving een
minimumleeftijd vermeldt voor de bestuurder.
I. VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
6
AFB. 1
AFB. 2
AFB. 3