Onderdelen Van Het Hydraulische Systeem; De Veiligheidsschakelaars Controleren - Iseki SXG323+ Notice D'utilisation

SXG
(TYPE GE)
1
2
3
4
5
11
13 14
GEREED-
TOOL
( FUSE )
SCHAP
(ZEKERING)
BELANGRIJK: • Als een (smelt-) zekering is doorge-
brand, zoek het probleem dan op en
verhelp het. Als de oorzaak van het
probleem niet duidelijk is, raadpleeg
uw dealer.
• Gebruik altijd de gespecificeerde ze-
keringen. Bij het gebruik van zekerin-
gen met een hogere capaciteit kunnen
de elektrische apparatuur en de be-
drading beschadigd raken.
• Als een smeltzekering is gesmolten, ver-
vang die dan door een originele smelt-
zekering van ISEKI (1650-650-222-00).
De dynamo en de startmotor hebben elk een eigen
smeltzekering.
WAARSCHUWING: Repareer beschadigde
draadafscherming onmiddellijk met isola-
tietape.
OPGELET:
• Laat de bedrading van uw maaier elk
jaar door uw dealer nakijken om brand te
voorkomen.
• Verwijder gras en stof rond de accu, de
bedrading, de uitlaatdemper en de mo-
tor. Deze kunnen anders ontvlammen en
brand veroorzaken.
BELANGRIJK: Als een kabelboom los uit de klem is ge-
komen, moet u deze onmiddellijk weer
vastklemmen.
Waarde
Ref. van de Werking
zekering
VOEDING
1 20 A
(ACCU)
6
2 15 A LAMP/CLAXON
7
3 15 A KOPLAMP
WAARSCHU-
8
4 15 A WINGSKNIP-
9
PERLICHTEN
5 10 A REMLICHT
10
MAGNEETKLEP/
12
INSTRUMEN-
6 10 A
TENPANEEL
(ACCU)
7 15 A VOEDING (ACC)
8 10 A ACC-SYSTEEM
RICHTINGAAN-
9 15 A
WIJZERS
LAMPJE VOOR-
10 5 A
GLOEIEN
11 5 A RESERVE
12 10 A RESERVE
13 15 A RESERVE
14 20 A RESERVE

27. ONDERDELEN VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

Raadpleeg uw ISEKI-dealer als een onderdeel van
het hydraulische systeem moet worden afgesteld of
gerepareerd. Het gaat hierbij om onderdelen zoals de
hydrostatische transmissie (HST), de stuurbekrachtiging
(servo), de hydraulische pomp, de regelklep, de
hydraulische cilinder en de leidingen. Voer deze
afstellingen en reparaties niet zelf uit, maar laat ze door
uw dealer uitvoeren.

28. DE VEILIGHEIDSSCHAKELAARS CONTROLEREN

D e m a a i e r i s u i t g e r u s t m e t e e n a a n t a l
veiligheidsvoorzieningen om een veilig gebruik te
garanderen. Controleer voordat u met de maaier begint te
werken of alle veiligheidsvoorzieningen goed werken. Volg
hierbij de volgende procedures.
OPGELET: als de motor niet start vanwege
een defecte veiligheidsschakelaar of als de
motor niet stopt, zelfs niet nadat u de stoel
hebt verlaten, dan moet u onmiddellijk contact
opnemen met uw dealer om het probleem te
verhelpen.
CONTROLE 1
a. Ga op de bestuurdersstoel zitten.
b. Zet de PTO-hendel in de stand OFF (
c. Druk het rempedaal niet in.
d. Draai de startschakelaar in de stand START ( f ).
De motor mag niet starten.
CONTROLE 2
a. Ga op de bestuurdersstoel zitten.
b. Zet de PTO-hendel in de stand ON (
c. Druk het rempedaal in.
d. Draai de startschakelaar in de stand START ( f ).
De motor mag niet starten.
CONTROLE 3
a. Ga op de bestuurdersstoel zitten.
b. Zet de PTO-hendel in de stand OFF (
c. Druk het rempedaal in.
d. Draai de startschakelaar in de stand START ( f ).
De motor moet aanslaan en starten.
e. Sta op van de bestuurdersstoel.
De motor moet nu afslaan.
CONTROLE 4
a. Open de motorkap.
b. Ga op de bestuurdersstoel zitten.
c. Zet de PTO-hendel in de stand OFF (
d. Trap het rempedaal in.
62
).
).
).
).