Hendel Voor De Aftakas (Pto); Brandstofmeter; Meter Koelvloeistoftemperatuur; Schakelaar Koplampen (Type E) - Iseki SXG323+ Notice D'utilisation

SXG
• Parkeerlampje (TYPE GE):
: Het lampje brandt als de startschakelaar in de
stand ON ( ) staat en de parkeerhendel omhoog
is getrokken om de parkeerrem in te schakelen.
BELANGRIJK: Schakel de parkeerremhendel altijd uit en
controleer of het lampje uit is voordat u
met de maaier gaat rijden om abnormale
slijtage aan de remmen te voorkomen.
• Lampje groot licht (TYPE GE):
l
: Het lampje gaat branden als het lampje voor
het groot licht van de combinatieschakelaar
in de stand ON staat.

1.4. HENDEL VOOR DE AFTAKAS (PTO)

Met deze hendel kunt u de aftakas (PTO) inschakelen
om hem te laten draaien en uitschakelen om te stoppen.
: Als u de hendel in deze stand zet, gaat de
vooraftakas (PTO) draaien en gaat het con-
trolelampje branden.
: Als u de hendel in deze stand zet, stopt de
vooraftakas (PTO) met draaien en gaat het
controlelampje uit.
BELANGRIJK: Verlaag het toerental voldoende om de afta-
kas (PTO) veilig in te kunnen inschakelen.
1.5. TOERENTELLER EN URENTELLER
De toerenteller geeft het motortoerental weer in kruk-
asomwentelingen per minuut (omw/min).
De urenteller telt en toont de bedrijfsuren van de
maaier. Het kleinste getal geeft de tienden van een
uur weer.

1.6. BRANDSTOFMETER

De meter geeft het brandstofpeil in de brandstoftank
aan als de startschakelaar in de stand AAN staat.
OPMERKING: De meter kan geen nauwkeurig brandstofpeil
aangeven als de maaier op een helling staat.
Het duurt even voordat de meter een
nauwkeurige waarde aangeeft nadat de
maaier weer horizontaal staat.
1.7. METER KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
De meter geeft de motorkoelvloeistoftemperatuur aan
als de startschakelaar in de stand AAN staat.
: - De temperatuur is te laag voor intensieve
werkzaamheden.
Laat opwarmen totdat de naald in het midden
van de temperatuurmeter staat voordat u de
machine zwaar belast.
: - Geeft oververhitting aan (rood gebied op de meter).
Laat de motor enkele minuten stationair in
nullast draaien en lokaliseer de oorzaak (zie
het hoofdstuk "PROBLEMEN OPLOSSEN'").

1.8. SCHAKELAAR KOPLAMPEN (TYPE E)

l
: De lampen in de voorgrille gaan branden als
de koplampschakelaar in de stand ON staat.

1.9. STANDSCHAKELAAR (TYPE GE)

: Het meterpaneel wordt verlicht en het lampje in
de combinatielamp (OPTIE) gaat branden ter-
wijl de standschakelaar in de stand ON staat.
38