Starten Met Maaien - Iseki SXG323+ Notice D'utilisation

b. Draai de regelknop voor de hoogteafstelling om de
maaihoogte van het maaidek in te stellen.
OPMERKING: • Draai de knop naar voren (
maaihoogte zal laag zijn.
• Draai de knop naar achteren (
maaihoogte zal hoog zijn.
c. Zet de hefhendel naar voren om het maaidek omlaag
te zetten.
Volg de bovenstaande procedure om de maaihoogte
van het maaidek aan te passen.
BELANGRIJK: Als u alleen de regelknop voor de hoog-
teafstelling gebruikt, is de maaihoogte on-
gelijk op een oneffen ondergrond. Gebruik
de regelknop samen met het stelwiel.

4. STARTEN MET MAAIEN

a. Start de motor en zet de gashendel (1) in de tussen-
stand tussen de standen voor de lage snelheid (t)
en hoge snelheid (r).
(1) Gashendel
b. Zet de hefhendel (2) naar achteren (u) om het maai-
dek vanaf de grond omhoog te zetten.
2
(2) Hefhendel
c. Schakel de parkeerrem (TYPE GE) of de parkeerver-
grendeling (TYPE E) uit.
d. Duw het HST-pedaal voor vooruit rijden geleidelijk in
); de
om de maaier naar het werkgebied te rijden.
); de
OPMERKING: Stel voordat u begint met werken de
e. Laat het HST-pedaal langzaam los om de maaier tot
stilstand te brengen.
f. Zet de hefhendel (2) naar voren (d) om het maaidek
omlaag op de grond te zetten.
g. Zet de PTO-hendel in de stand ON ( ).
BELANGRIJK: Verlaag het toerental voldoende om de
BELANGRIJK: Wanneer de gazonmaaier achteruit rijdt
1
h. Zet de gashendel in de stand voor hoge snelheid (r)
om het motortoerental te verhogen.
i. De maaier begint langzaam te rijden als u het HST-
pedaal voor vooruit geleidelijk indrukt.
BELANGRIJK: De afschermingen van de luchtinlaat-
77
III. HET MAAIDEK GEBRUIKEN
achterste stelwielen in voorwaartse rich-
ting en vergrendel ze door de pen naar
binnen te steken, zodat het gras niet be-
schadigd raakt.
aftakas (PTO) veilig in te kunnen inscha-
kelen.
terwijl de aftakas wordt ingeschakeld,
stopt de motor.
OPGELET: Als u problemen met de maaier
hebt, laat dit dan door uw dealer verhelpen.
WAARSCHUWING:
• Zodra de PTO-hendel in de stand ON ( )
staat, beginnen de maaimessen te draaien
en worden er gras en stenen door de
uitworpopening geprojecteerd. Controleer
voordat u de hendel voor de aftakas
(PTO) bedient of er zich geen mensen of
dieren in de buurt bevinden en dat u geen
gebouwen, auto's, enz. met uitgeworpen
gras of stenen kunt beschadigen.
• Schakel de maaimessen alleen in op ga-
zons of gras en met het maaidek omlaag.
OPGELET: maai eerst bij lage snelheid en
voer de rijsnelheid geleidelijk op.
openingen onder het stuur, het bovenste
net onder de motorkap en het radiator-
rooster moeten altijd schoon zijn. Bedien
de maaier niet als de afschermingen
verstopt zijn. De motor kan dan overver-
hitten en defect raken.