Hoofdstuk; Bedieningsinstructies Batterij; Verzorging En Onderhoud Batterij - Inogen One G2 Manuel D'utilisation

Tijdens uw vlucht
1. Als u gebruik maakt van de voedingspoort van de luchtvaartmaatschappij, verwijder de Batterij
dan uit de Inogen One® G2 Zuurstofconcentrator. Vanwege de stroombeperkingen in een
vliegtuig kan de Universele Voeding niet worden gebruikt om de Inogen One® G2 Batterij aan
boord van het vliegtuig op te laden.
2. Sluit de juiste gelijkstroomstekker aan voor het type stroom dat aan boord beschikbaar is (zie
foto's op pagina 7 en 9). Raadpleeg het vliegtuigpersoneel om zeker te zijn van de compatibiliteit.
• Plaats tijdens het taxiën, opstijgen en landen uw InogenOne® G2 onder de zetel voor u. Uw
Inogen One® G2 zal rechtstaand passen onder de meeste vliegtuigzetels. Maar mocht het toch
niet passen, leg het dan op zijn zijde.
• Het is niet nodig om uw Inogen One® G2 uit te zetten tijdens het taxiën, opstijgen en landen als
de geschreven verklaring van uw dokter vermeld dat u zuurstof nodig heeft tijdens deze periodes.
LET OP Een verandering in hoogte (bv. van de kust naar de bergen) kan van invloed
zijn op de totale hoeveelheid zuurstof die aan de patiënt wordt toegevoerd. De
Inogen One® G2 is gecontroleerd op het voorzien van zuurstof met nauwkeurige
vermelding tot op 10,000 ft (3048 m) hoogte. Raadpleeg uw arts voordat u naar
een hoger of lager gebied reist om te zien of u de flowinstelling moet veranderen.
Na uw vlucht
• Denk eraan om vóór uw volgende vlucht extra batterijen op te laden die u misschien gebruikt heeft.
reizen per Bus, Trein of Boot
Neem contact op met uw vervoerder om de beschikbaarheid van voedingspoorten te vernemen.

Bedieningsinstructies Batterij

Controleer of de batterij op zijn plaats zit en geladen is. Koppel de Inogen One® G2 los van zijn
voedingsbron. Als de Inogen One® G2 op de batterij werkt, wordt de batterij ontladen. Het display
geeft het geschatte resterende percentage (%) of de resterende minuten aan.
Als de concentrator detecteert dat de resterende levensduur van de batterij minder dan 10% is, klinkt
een alert met lage prioriteit. Als de batterij leeg is, verandert dit in een alert met hoge prioriteit.
Als er weinig batterijvermogen resteert, neemt u een van de volgende stappen:
• Steek de Inogen One® G2 in een wissel- of gelijkstroomvoedingsbron met behulp van de
Universele Voeding.
• Schakel de Inogen One® G2 uit (door op de AAN/UIT-knop te drukken) en vervang de batterij
door een geladen batterij.
• Als de batterij leeg is, laadt u de batterij op of neemt u hem uit de concentrator.
238
Als de Inogen One® G2 van stroom voorzien wordt door de Universele Voeding, dan zullen de
batterijen zich opladen terwijl hij werkt. Als de Inogen One® G2 langer aangekoppeld blijft dan de
volledige oplaadtijd, zal dit geen schade aan de concentrator of de batterij veroorzaken.
Normale Oplading van Batterij
Om te verzekeren dat uw batterij goed wordt geladen, controleert u of de juiste gelijkstroom- en
wisselstroomadapter wordt gebruikt en of de adapter goed op het stopcontact is aangesloten. Kijk
naar het display of de lampjes die de laadtoestand aangeven.
OPM. Als een totaal lege batterij wordt opgeladen, kan het laadproces tijdens de
eerste minuten starten en stoppen.
Verzorging en Onderhoud van Batterij
De Lithiumion Batterij van de Inogen One® G2 vereist speciale zorg om te verzekeren dat hij goed
presteert en lang mee gaat. Gebruik alleen Inogen One® G2 Batterijen met uw Inogen One® G2
Concentrator.
Effect van Temperatuur op de Prestaties van de Batterij
Onder de meeste omstandigheden zal de Inogen One® G2 12-cels Batterij de Inogen One® G2
Concentrator gedurende 2 à 4 uren van vermogen voorzien. Om de werktijd van uw batterij te
verlengen, gebruikt u deze beter niet langdurig bij temperaturen onder 5 °C (41 °F) of boven 35 °C (95 °F).
Klok voor resterende Batterijtijd
De Inogen One® G2 geeft continu de resterende batterijtijd weer. De weergegeven tijd is slechts een
schatting, de werkelijke resterende tijd kan hiervan afwijken.
Gelieve deze Belangrijke richtlijnen te volgen om de Prestatie en de Levensduur van de Batterij te
Maximaliseren:
•
Bewaar de batterij op een koele, droge plaats. Bewaar met een lading van 40-50%.
•
Eenmaal per maand: de batterij volledig opladen, daarna ontladen tot 10% en terug
volledig opladen.
•
Als u meerdere batterijen gebruikt, zorg er dan voor dat elke batterij een etiket heeft
(1, 2, 3 of A, B, C, enz.) en wissel op regelmatige basis af. Batterijen mogen niet gedurende
lange tijd ongebruikt blijven.
Bedieningsinstructies Hoofdstuk 3 239