Onderhoud; Dagelijks Door Een Opgeleide Gebruiker; Wekelijks Door Een Opgeleide Gebruiker; Jaarlijks Door Een Erkende Verdeler - JAC GD Mode D'emploi

(Met een positieaanduider naast de knoppen kunt u de variatie in het gewicht aangeven.)
E. Stel de digitale teller in om het gewenste aantal deegklompen te bepalen.
F. Plaats de keuzeschakelaar op automatisch.
G. Start en pas de snelheid aan met de potentiometer.
H. Met de rode knop kunt u een lopende cyclus stoppen.
Gebruiksprocedure in handmatige modus (fig.9, 10)
A. Open het rooster van de trechter.
B. Smeer de binnenkant van de trechter met behulp van een spuitbus of een met in olie gedrenkte
doek op basis van vaseline en plaats het deeg.
C. Sluit het rooster van de trechter.
D. Stel het gewenste gewicht van de deegklompen in met de afstelknoppen voor het gewicht.
(Met een positieaanduider naast de knoppen kunt u de variatie in het gewicht aangeven.)
E. Stel de digitale teller in om het gewenste aantal deegklompen te bepalen.
F. Plaats de keuzeschakelaar op handmatig.
G. Start en pas de snelheid aan met de potentiometer.
H. Met de rode knop kunt u een lopende cyclus stoppen.
Werking van de andere bedieningsknoppen (fig.3 n°21)
Wanneer de STOP-knop brandt, betekent dit dat het minimale oliepeil is bereikt (onmiddellijk
bijvullen met zonnebloemolie).
Stel het gewenste gewicht van de deegklompen alleen in met de afstelknoppen voor
het gewicht wanneer de machine werkt of wanneer de machine is gestopt en de zuiger
is gericht naar de afvoerband.
Als de machine wordt gestopt met de STOP-knop of wanneer het trechterrooster
wordt geopend, plaatst u de snelheidspotentiometer in positie 0 en stelt u opnieuw de
gewenste snelheid af.
8

ONDERHOUD

8.1

Dagelijks door een opgeleide gebruiker.

A. Maak de afvalbak schoon.
B. Maak de afvoerband schoon met een borstel.
C. Controleer het peil van de bloemstrooier.
D. Maak de trechter schoon met een in olie gedrenkte doek.
E. Maak de schraper onder de afvoerband schoon.
8.2

Wekelijks door een opgeleide gebruiker.

A. Maak de binnenkant van de machine schoon met een doek en een borstel.
B. Controleer de fysieke toestand van de olie via de bak.
C. Controleer de riemspanning.
D. Controleer de spanning van de band.
8.3

Jaarlijks door een erkende verdeler.

Controleer de goede werking van de oliepomp.
Voer de olie af.
Nederlands
42