Bediening/Werking; Controles Voor Aanvang Van Het Werk; Bedrijf - Greifzug tirak XA 300 P Mode D'emploi

Gevaar voor letsel door fouten in de functies!
Wanneer een stuurhendel moeilijk beweegbaar is of in
ingedrukte stand blijft staan:
– Lier niet gebruiken!
– Besturing door geautoriseerd onderhoudspersoneel laten
controleren en repareren.
OPGELET!
Verkeerde kabellengte!
Schade aan het apparaat mogelijk!
De kabeleindverbinding of het lastopnamepunt mogen niet in
de behuizing van de lier resp. in de omkeerrol worden
getrokken!
– Observeer de kabel tijdens het bedrijf.
– Gebruik een voldoende lange kabel.
– Lastopnamemiddelen met de toegelaten nuttige last
belasten.
– De lier zolang inschakelen in trekrichting tot de kabel
gespannen is.
– De lier in trekrichting inschakelen tot het lastopnamemiddel
opgehesen of getrokken wordt.
– Druk controleren bij het drukregelventiel bij lopende lier:
Streefwaarde 6 bar
– Lier stoppen - stuurhendel loslaten:
De stuurhendel moet automatisch naar de middenpositie
springen.
De stuurlucht moet uitschakelen.
De rem moet de kabel vasthouden.
– Last- neerlaten resp. loslaten.
– Lier stoppen - stuurhendel loslaten:
De stuurhendel moet automatisch naar de middenpositie
springen.
De stuurlucht moet uitschakelen.
De rem moet de kabel vasthouden.
– Bij de beweging omhoog de bovenste eindschakelaar
handmatig of door aanlopen activeren:
De stuurlucht moet worden uitgeschakeld.
de rem moet de kabel vasthouden.
– De werking van alle verdere eindschakelaars door
rijbeweging of handmatige activering controleren.
– Resultaat van de controles schriftelijk in het logboek
vastleggen.
Rev. 08/2010
GEVAAR!
Montage- en bedieningshandleiding
10

Bediening/werking

De operator moet door de exploitant in de bediening van het
apparaat geïnstrueerd en met het gebruik ervan belast zijn.
Na langere stilstand moet de motor voor de inbedrijfstelling
gesmeerd worden, zie ' 15.3 Service en onderhoud, Lier' op
pagina 18.
10.1 Controles voor aanvang van het
werk
– Bevestiging van de kabel controleren
– Kabel op aangehechte vervuilingen controleren en evt.
reinigen.
– Bevestiging van de lier, omkeerrollen en last controleren.
– Trekontlastingen van de slangen controleren.
– Slangen en slangkoppelingen op beschadigingen
controleren. Slangen op blaasvorming controleren.
– Op lekkages controleren.
– Oliepeil van de onderhoudseenheid controleren.
– Verricht een werkingstest, zie ' 9.4 Inbedrijfstelling,
Werkingstest' op pagina 12.
– Resultaat van de controles schriftelijk in het logboek
vastleggen.

10.2 Bedrijf

Risico op letsel door vallende voorwerpen!
De last of het lastopnamemiddel kan blijven haken en vallen!
– Last, lastopnamemiddel en kabel permanent observeren.
– Indien nodig met een uitkijkpost werken.
– Voor aanvang van het werk handsignalen afspreken.
– Wanneer geen zichtcontact mogelijk is, mobiele telefoon
of radioverbinding voor de communicatie gebruiken.
– Niet onder zwevende lasten verblijven.
– Indien nodig de gevarenzone afschermen.
Gevaar voor kneuzingen! Risico op letsel!
Tussen lastopnamemiddel en gebouw of delen van het
hijswerktuig!
– Tijdens het werk niet op het lasthefmiddel leunen.
– Let op obstakels en uitstekende voorwerpen.
Aan de kabel en de lier!
– Terwijl de lier in gebruik is de draadkabel niet aanraken.
Niet aan de in- of uitloop van de lier grijpen.
Risico op een val! Risico op letsel door vallende
voorwerpen!
Overbelasting kan vernieling van de lier of van de
veiligheidsinrichtingen tot gevolg hebben! Verkeerde werking
kan het gevolg hiervan zijn!
GEVAAR!
NL–13