Vóór De Training; Training - DS Produkte 07109 Mode D'emploi

Vóór de training
OPGELET!
■ Train nooit met een volle maag. Neem ongeveer één uur vóór en ook ná de training
geen maaltijden tot u.
■ Verwondingsgevaar! Ga niet trainen, wanneer u al moe en uitgeput bent.
■ Doe voordat u aan de training begint, altijd een warming-up (zie onderstaand) om het
risico op blessures te verminderen.
Denk eraan, het gaat er niet om even snel een paar oefeningen te doen, maar
om regelmatig en gedurende langere tijd te trainen. Op die manier kan de training
sterk bijdragen aan uw gezondheid.
1. Trek prettige, ademende sportkleding aan. Mocht u lang haar hebben, bind deze dan
samen. Doe uw sieraden af. Er mag niets verstrikt raken in de bewegende onderdelen.
2. Zet u op een vlakke vloer. Rondom moet zich voldoende vrije ruimte bevinden voor
de uitvoering van de oefeningen.
3. Zet water of een andere drank klaar om te kunnen voldoen aan uw vochtbehoefte
tijdens de training.
4. Doe een warming-up vóór de eigenlijke training. Onderstaand hebben wij enkele
warming-up-oefeningen samengesteld.
Warming-up-oefeningen
Een warming-up dient per defi nitie deel uit te maken van elke sportactiviteit. De war-
ming-up activeert alle fysieke en psychische elementen van het prestatievermogen dat
daardoor wordt vergroot. Bovendien reduceert een warming-up het risico op lichamelijk
letsel. Met de volgende oefeningen warmt u grote spiergroepen op door beweging.
• Joggen: enkele minuten losjes lopen op de plek of door de ruimte. Tussendoor een
paar sprongen inbouwen.
• Kniebuigingen: schouderbreed gaan staan, bovenlichaam rechthouden en 5 – 10 x
de knieën buigen en weer strekken.
• Bovenlichaam draaien: schouderbreed gaan staan, bovenlichaam rechthouden, elle-
bogen zijdelings op schouderhoogte optrekken zodat de handen zich voor de borst
bevinden. Het bovenlichaam ca. 10 x zo ver mogelijk naar rechts en links draaien.
• Zijbuigingen: schouderbreed gaan staan, bovenlichaam rechthouden. Dan het bo-
venlichaam langzaam telkens naar rechts en naar links buigen. De tegenovergestel-
de arm daarbij over het hoofd strekken. Ca. 10 herhalingen.
• Armzwaaien: schouderbreed gaan staan, bovenlichaam rechthouden, rechterarm
strekken en naar voren draaien. Na 5 – 10 rondjes van richting veranderen. Vervol-
gens herhalen met de linkerarm. 5 – 10 rondjes per arm en richting.

Training

OPGELET!
■ Controleer vóór elk gebruik of alle verbindingen van het apparaat goed vast zitten!
■ Controleer het apparaat op slijtage, elke keer voordat u het in gebruik neemt.
33 NL