CAIRE Companion 5 Manuel D'utilisation page 89

Masquer les pouces Voir aussi pour Companion 5:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 16
De onderdelen van de Companion 5
Behuizing
Duurzame plastic behuizing die de interne
onderdelen van de Companion 5 van CAIRE omhult
en beschermt.
Stroomschakelaar
AAN/UIT-stroomschakelaar die wordt gebruikt om
de stroomtoevoer naar het apparaat in of uit te
schakelen. De AAN-stand wordt aangeduid door
het "I"-symbool en de UIT-stand door het "O"-
symbool.
Slangkoppeling
De gefilterde en geconcentreerde zuurstof komt
uitgang
hier uit de Companion 5. Er wordt ofwel gebruik
gemaakt van een neuscanule met enkelvoudig
lumen of van een standaardzuurstofslang
om zuurstof aan de patiënt toe te dienen. De
zuurstofslang die aan de concentrator wordt
bevestigd, mag maximaal 15,24 meter (50 ft.)
lang zijn.
Ledscherm
Heeft een groen, rood en geel ledlampje. Het
groene lampje staat voor een normale werking en
de gele* en rode lampjes wijzen op alarmsituaties.
(Raadpleeg het deel "Alarmsituaties" in de
instructies voor meer informatie.)
Lcd-scherm
Digitale weergave van de verstreken gebruiksduur
van de concentrator. Geeft het dichtstbijzijnde
tiende van een uur weer en kan niet worden
teruggesteld. Geeft alarmcodes weer.
Debietmeter
Gebruikt om het toegediende zuurstofdebiet aan te
passen en weer te geven. Het debiet kan worden
ingesteld tussen 0,5 en 5 liter per minuut (l/min)
door aan de knop te draaien.
Houder voor
Plaats waar u een luchtbevochtigerfles kunt
luchtbevochtigerfles
vastmaken. De houder bestaat uit een elastische
(fles optioneel)
band die wordt gebruikt om de fles te bevestigen
op de houder. Een luchtbevochtigerfles voorziet
extra vocht in de zuurstofstroom. De fles is gevuld
met gedistilleerd water en het vocht wordt gebruikt
om de uitdroging van het weefsel in de neus te
voorkomen.
*Alleen voor modellen met een statusindicator voor
3
Bij het gebruik van een luchtbevochtigerfles, dient u de fles
eerst te vullen met gedistilleerd water tot het niveau aangegeven
door de fabrikant. Plaats de fles in de daartoe voorziene houder
en maak hem vast met de elastische band. Sluit een uiteinde
van de luchtbevochtigerslang aan op de fles en het andere op
de slangkoppeling van de uitgang van de Companion 5. Sluit
zuurstofslang en / of een neuscanule aan op de slangkoppeling
van de uitgang van de luchtbevochtigerfles.
Als u geen luchtbevochtigerfles gebruikt, sluit u zuurstofslang en
/ of de zuurstofcanule aan op de slangkoppeling van de uitgang
zuurstofconcentratie (IZC)
van de Companion 5.
Bevestiging van de luchtbevochtigerfles en
de canule
Companion 5 Gebruikershandleiding — 89

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières