Publicité
Inverter lasmachine 120 A
betrokken is bij het werkproces minstens 2 meter uit de buurt van de boog blijft.
• Tijdens de werking van het lasapparaat kunnen er, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
op het aansluitpunt, storingen optreden in de stroomtoevoer naar andere verbruikers. Neem bij
twijfel contact op met uw energieleverancier.
• Andere apparaten, zoals hoortoestellen, pacemakers, enz., kunnen defect raken terwijl de lasma-
chine in werking is.
Gevarenbronnen tijdens booglassen
Booglassen wordt geassocieerd met een aantal gevarenbronnen. Daarom is het belangrijk dat de
lasser de volgende regels in acht neemt om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen en om
letsel/schade aan personen en apparatuur te voorkomen.
• In overeenstemming met de nationale en plaatselijke regelgeving, mogen werkzaamheden aan
de netspanningszijde, bijv. aan kabels, stekkers, stopcontacten, enz., alleen door een gekwali ce-
erde elektricien worden uitgevoerd.
• Koppel in het geval van een ongeluk het lasapparaat onmiddellijk van de netspanning los.
• Als er elektrische aanraakspanningen optreden, schakel het apparaat dan onmiddellijk uit en laat
het door een gekwali ceerde elektricien controleren.
• Zorg ervoor dat de elektrische contacten goed vastzitten aan de lasspanningszijde.
• Draag bij het lassen isolerende lashandschoenen aan beide handen om te beschermen tegen elek-
trische schokken, schadelijke straling, gloeiend metaal en spatten.
• Gebruik stevige, isolerende schoenen die ook onder natte omstandigheden isoleren. Lage schoe-
nen zijn ongeschikt omdat vallende, gloeiende metalen druppels kunnen leiden tot brandwon-
den.
• Draag geschikte beschermende kleding en vermijd synthetische materialen.
• Kijk niet zonder bescherming in de boog. Gebruik een lasschild met beschermglas in overeens-
temming met de DIN-regelgeving. De boog straalt niet alleen licht en hittestralen uit, maar ook
onzichtbare UV-stralen, die kunnen leiden tot bindvliesontsteking en brandwonden.
• Personen die zich in de buurt van de boog bevinden, moeten worden gewaarschuwd voor de geva-
ren en worden voorzien van de juiste beschermingsmiddelen. Plaats indien nodig beschermende
muren.
• Zorg bij het lassen, vooral in afgesloten ruimtes, dat er voldoende toevoer van frisse lucht is, omdat
er rook en schadelijke gassen worden gegenereerd.
• Vermijd laswerkzaamheden aan containers die gassen, brandsto en, minerale oliën of dergelijke
bevatten of hebben bevat, omdat er een explosiegevaar door restmaterialen bestaat.
• Houd u aan de speciale voorschriften in ruimtes waar er gevaar voor brand en explosie bestaat.
Gelaste verbindingen zijn onderworpen aan speci eke veiligheidseisen en mogen alleen worden
bewerkt door speciaal opgeleide en gecerti ceerde lassers.
• LET OP! Sluit de aardklem altijd zo dicht mogelijk bij het laspunt aan, zodat de lasspanning de
kortst mogelijke afstand van de elektrode naar de aardklem kan a eggen.
• Sluit nooit de aardklem aan op de behuizing van de lasmachine! Sluit de aardklem niet aan op
geaarde onderdelen, ver van het werkstuk verwijderd. Anders kan het beschermingssysteem van
50
NL
NL
de ruimte waarin u gaat lassen beschadigd raken.
• Gebruik de lasmachine niet in de regen of een vochtige omgeving.
• Plaats de lasmachine altijd op een vlakke ondergrond.
• Het vermogen is berekend op een omgevingstemperatuur van 20 °C. Lastijden kunnen afnemen
bij hogere temperaturen.
Gevaar door elektrische schok:
Een elektrische schok van een laselektrode kan dodelijk zijn. Las niet in regenachtige of sneeuwach-
tige omstandigheden. Draag droge isolerende handschoenen. Raak de elektrode niet met blote
handen aan.
Draag geen natte of beschadigde handschoenen. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door
het werkstuk te isoleren. Open de behuizing van de machine niet.
Gevaar door lasdampen:
Het inademen van lasdampen kan uw gezondheid in gevaar brengen. Steek uw hoofd niet in de
rook. Gebruik de apparatuur in open ruimtes. Gebruik ventilatie om de rook af te voeren.
Gevaar door lasvonken:
Lasvonken kunnen een explosie of brand veroorzaken. Houd ontvlambare materialen uit de buurt
van de laslocatie. Las niet in de buurt van brandbare materialen. Lasvonken kunnen brand ver-
oorzaken. Houd een brandblusser in de buurt en een waarnemer die deze onmiddellijk kan gebrui-
ken. Las niet op trommels of gesloten containers.
Gevaren door lasvonken:
Boogstralen kunnen uw ogen en uw huid beschadigen. Draag een helm en een veiligheidsbril.
Draag gehoorbescherming en een shirt met hoge kraag. Draag een beschermende lashelm en l-
ters van de juiste maat. Draag volledige lichaamsbescherming.
Blootstelling aan elektromagnetische velden:
Lasspanning genereert elektromagnetische velden. Niet gebruiken met medische implantaten.
Wikkel de laslijnen nooit om uw lichaam. Houd de laskabels bij elkaar.
Omgeving met verhoogd elektrisch gevaar
• Neem de volgende veiligheidsinstructies in acht bij het lassen in omgevingen met een verhoogd
elektrisch gevaar. Dergelijke omgevingen met verhoogd elektrisch gevaar kunnen voorkomen in
de volgende situaties: op werkplekken waar het werkgebied wordt beperkt, waardoor de lasser in
een gedwongen positie werkt (bijv. knielend, zittend, liggend) en elektrisch geleidende compo-
nenten aanraakt;
• Op werkplekken die volledig of gedeeltelijk elektrisch geleidend zijn en waar er een hoog risico
bestaat op vermijdbaar of onbedoeld contact door de lasser;
• Op natte, vochtige of hete werkplekken waar vocht of transpiratie de weerstand van de huid en de
Inverter lasmachine 120 A
51
Publicité
