Novoferm iso20-4 Notice De Montage page 21

NL
vormeindstuk 16
L/R
enkele kabeluiteinden 12 in de kabelcoulisse van de on-
derste kabelbevestiging 57
positie [ ] brengen (of met borgstop 22 borgen).
1.55d
Veerophanging [ ]
1.60
( 23 ) Het slobgat van het veerpakket 11 in de onderste veerop-
hanging 5 hangen [
[ ].
1.60ab
( 24 ) Onder lichte voorspanning de nok van het veerpakket 11 in
de veerspanband 12 haken en met de veerstekker 15 bor-
gen! Optimale trekveerspanning bepalen. Deur tot halve
hoogte openen. De deur moet deze positie zelfstandig
houden. Afstemmen van de veerkracht door omsteken in
de veerspanband 12 [
Opgelet! Na de instelling het borgen met de veerstek-
ker 15 niet vergeten! [
( 25 ) Kabelhouder 21 wordt in het slobgat zo ver mogelijk naar
boven in de kabelophanging gemonteerd S6 + S12 [
( 26 ) In het aansluitstuk worden de beide enkele kabeluiteinden
12 door de spleet achter de kabelhouder 21 in de sleuven
gevoerd [ ].
1.60ba
Bij deuren zonder deuraandrijving [1.65]
( 27 ) Grendelplaat 93 monteren
( 27a ) Deur aan binnenzijde afsluiten. Grendelplaat 93
93 rechts of links tegen de grendelbout 79 houden
L
en in de beide rechthoekige gaten (achterste gaten-
rij) in het hoekkozijn 1
S12 (eventueel S7) [
( 27b ) Vergrendeling controleren. De deur hiervoor meer-
dere malen openen en sluiten. Bij het sluiten moet
de grendelbout 79 altijd helemaal in de grendelplaat
93 grijpen, zo nodig instellen door de grendelplaat
R/L
93 of 93 te verschuiven. De bevestigingshoek 94
R L
met S6 + S12 op de grendelplaat 93
[ ].
1.65b
( 27c ) De kabelhouder 91 voor de handkabel 96 aan de
onderste sectie in de voorgestanste gaten van de
eindkappen S10 bevestigen
door het betreffende gat in de kabelhouder 91 voe-
ren, door middel van een knoop borgen en de kabel
eveneens door middel van een knoop in de verbin-
dingsplaat 8 haken
( 27d ) De deur handmatig openen en de eindpositie van
de bovenste looprol 90
volgens sluiten en de looprailklemmen 89 op de ge-
kenmerkte positie plaatsen en met S14 vastdraaien.
De afstand van het achterste punt tot het diepste
punt van de klem moet aan de rechter- en linkerzijde
gelijk zijn (a=b) [
Bij een deuraandrijving mag de handkabel niet worden
gebruikt!
Aandrijving NovoPort [
( 28 ) De tandriemen in de daarvoor bestemde houder aan het
vormeindstuk 16 plaatsen [
R/L
schroef S16 borgen [
de eindklem achter positioneren en na de montage inkor-
ten volgens de instructie). Aanpassing van de bovenste
looprol aan de motorzijde zoals op afb. [
aan de versterkingsrib vastzetten met behulp van een
schroevendraaier [
1.70b
pijlrichting draaien [
1.70b
ten wegtrekken.
( 29 ) Instelling van de bovenste looprol
( 29a ) bij handbediening en deuraandrijving NovoPort:
het looprolmiddelpunt moet ca. 5 mm in het vorm-
eindstuk 16
R/L
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de complete gebruiksduur van de deur worden bewaard!
wordt geschroefd [
1.55ba,bb
voeren en in de afgebeelde
R/L
] en met veerstekker 15 borgen
1.60a,aa
].
1.60ab
].
1.60ab
vastschroeven met S6 +
R/L
.
]
1.65a,b
R/L
[
]. De handkabel 96
1.65d
[ ].
1.65e
kenmerken. De deur ver-
R/L
].
1.65f
]
1.70
] en door middel van de
1.70a
]. (De zijde van de tandriem met
1.70aa
]. De looprol
1.70b
.
] De buitenring van de looprol in
R/L
] en de ring vervolgens naar bui-
R/L
steken [ ].
1.70c, ca
. ( 29b ) bij deuraandrijving plafondmotor:
] De beide
OPTIONEEL
-------------------------------------------------------------------------------------
Bij vervormde kozijn- en paneelafdichtingen kunnen deze door
een heteluchtföhn of iets dergelijks weer in hun oorspronkelijke
vorm worden teruggebracht.
Opgelet! Afdichting niet oververhitten! [
-------------------------------------------------------------------------------------
Standaardmontage zonder vloerprofiel [
( 30 ) Activering van de 'RENO' installatie – montagesituatie.
Voorwaarde voor de activering is:
de afstand tussen de aanslag en de voorhanden rail aan
].
de voorzijde moet ca. 60 mm bedragen [
1.60b
hoek afknikken aan het knikpunt [
aan het kozijn afknikken of verwijderen [
Opgelet! Breekpunt tegen corrosie beschermen! (repara-
tielak niet bij de levering inbegrepen.)
De kozijnen in de tussenruimte (muur en vloerrail) plaatsen
[
2.05e
of
R
Controle-instructie
schroeven
Voor de functie, de houdbaarheid en de soepele werking van
de sectionaaldeur is het van essentieel belang dat alle delen
volgens de montagehandleiding worden gemonteerd. Indien de
sectionaaldeur desondanks niet correct werkt, moeten de vol-
gende punten gecontroleerd worden:
( 31 ) Zijn de kozijnen opzij, de kozijnpanelen en de horizontale
looprailparen horizontaal, verticaal en diagonaal exact uit-
gelijnd en goed bevestigd? [
( 32 ) Zijn alle schroefverbindingen vastgedraaid?
( 33 ) Werden de overgangen tussen de verticale looprails in de
hoekkozijnen en de 89°-bochten aangepast (zie ook punt
7)?
( 34 ) Trekveerspanning controleren: deur tot halve hoogte ope-
nen. De deur moet deze positie zelfstandig houden.
( 35 ) Als de deur duidelijk naar beneden zakt, moet de trekveer-
spanning worden verhoogd volgens punt 24.
( 36 ) Als de deur duidelijk naar boven trekt, moet de trekveer-
spanning worden verlaagd volgens punt 24.
( 37 ) Zijn de veerstekkers in de onderste veerophanging en de
veerspanband gehaakt?
( 38 ) Looprollen: kunnen de looprollen bij gesloten deur gemak-
kelijk met de hand worden gedraaid (zie ook punt 18 +
29)?
( 39 ) Werd de bovenste looprol correct ingesteld (zie ook punt
29a,b)?
( 40 ) Steken alle looprolassen bij geopende deur even ver uit de
houders?  Diagonale controle
( 41 ) Liggen de dubbele draadkabels exact en torsievrij in de
geleidingen?
( 42 ) Bij deuraandrijving: werd de vergrendeling gedemonteerd?
- 18 -
de looprol moet in het bovenste radiusbereik van het
vormeindstuk 16 liggen [
R/L
] en doorgaan vanaf de montage deurframe [
1.30d + 1.30
].
1.70c, ca
].
1.60
]
2.05
]. De voet-
2.05a
]. De vrijstaande lus
2.05b
].
2.05c,d
].
1.15
Diagonale meting]