Novoferm iso20-4 Notice De Montage page 20

NL
( 9b ) Bij wandafstanden van meer dan 500 mm wordt de
looprailverbinder 6 vanaf het plafond bevestigd
[ ].
1.30b
( 10 ) Looprailverbinder 6 met een S6 + S12 los-vast aan de
eindverbindingshoek 10 schroeven [
( 11 ) Looprailverbinder 6 aan de tegenoverliggende verbin-
dingshoek 10 aanbrengen en beide zijden met elk twee
schroeven vastschroeven S6 + S12 [
( 12 ) Looprailverbinder 6 en horizontale looprailparen 14
de muur of het plafond bevestigen. Schroeven S6 + S12
van de klemplaat 29 nog niet vast aanhalen [
naalmeting).
( 12a ) Wandbevestiging: ankerrail 27 met aansluithoek 28
uittrekken en met S8 + S9 verdeuvelen [
( 12b ) Plafondbevestiging: ankerrail 27 + aansluithoek 28
aan S6 + S12 schroeven en met S8 + S9 verdeuve-
len [ ].
1.30b
Na de uitlijning de klemplaat 29 vastdraaien S6.
Ophanghoek v.d. looprail 9 bovendien met ankerrail 27 +
aansluithoek 28 + S6 + S12 + S8 + S9 aan het plafond
bevestigen [ ].
1.30c
Opgelet! Vanaf NBM 2126mm extra plafondophangin-
gen voor aan het looprailpaar 14
Montage deurblad
Voormontage bodemsectie [
( 13 ) iso20 (kopsectie ligt in het sectiepakket boven)
Vloerprofiel 97 met S10 aan de bodemsectie 44 schroeven
(buitenste gaten vrijlaten) en slobgaten voorzien van de
vulring U2 [ ]. Tot slot rubberen eindstoppen 45
1.35d
steken [ ].
1.35a
Vloerafdichting 47 in vloerrail trekken, aanpassen (NMB=L) en
rubberen eindstoppen 45
met S10 aan bodemsectie schroeven
Beschermfolie voorzichtig langs een eindkap inkrassen
en eraf trekken [
1.35ba,bb
bij deuren zonder slot [
Montage bodemsectie [
( 14 ) Bodemsectie 44 tussen de hoekkozijnen 1
ca. 30mm (hout of iets dergelijks) eronder leggen om later
het optillen van het deurblad mogelijk te maken. Bodem-
sectie 44 tegen omvallen beveiligen [
( 14a ) Looprol 56 uit het buitenscharnier 48
gemonteerde looprolhouder 61 trekken, aan de an-
dere zijde van de looprolhouder 61 plaatsen en het
buitenscharnier 48
ren met S10 (M
].
iso45
( 14b ) Looprol 56 uit de onderste kabelbevestiging 57
met voorgemonteerde looprolhouder 61 trekken, aan
de andere zijde van de looprolhouder 61 plaatsen en
de onderste kabelbevestiging 57
kantelbeweging
aan de bodemsectie 44 monteren [
[
1.40ac,ad - iso45
( 14c ) Voor latere eenvoudige montage de kabelcoulisse
op de looprolhouder 61 klappen.
Slotsectie [ ]
1.45
( 15 ) Slotsectie 67 in het hoekkozijn 1
len beveiligen en net als bij de bodemsectie 44 de zij-
scharnieren 48 (looprol draaien) met S10 (M
R/L
vastschroeven [
1.45a
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de complete gebruiksduur van de deur worden bewaard!
].
1.30ab
].
1.30ac,b
1.30ac
aanbrengen [
R/L
]
1.35
[ ].
Bodemgreep 49
erin steken
1.35e
R/L
[ ].
1.35e
]. Logo 58 aanbrengen, alleen
].
1.35c
]
1.40
R/L
].
1.40
R/L
aan de bodemsectie 44 monte-
R/L
=10 Nm) [ ] / [
1.40a,b - iso20
A
door een lichte
R/L
[ ] met elk 4 x S10 (M
1.40ad
1.40c,d - iso20
].
plaatsen, tegen omval-
R/L
].
OPTIONEEL
-------------------------------------------------------------------------------------
Slotmontage
( 15a ) Clip 69 in overeenkomstige uitsparing aan de bui-
( 15b ) Slotset volgens explosietekening aan de slotsectie
aan
R/L
] (diago-
1.30
Bij deuren zonder deuraandrijving
].
( 15c ) Grendelklik 79 met S10 aan slotsectie schroeven
( 15d ) Grendelstang 80 tegen grendelklik 79 en draaiarm
( 15e ) Grendelstang 80 in draaiarm hangen en grendelklik
].
1.30d
---------------------------------------------------------------------------
Middensectie(s) [
( 16 ) Middensectie(s) 86 analoog aan de bodem- 44 of slotsec-
tie 67 met scharnieren 48
aaneenschroeven, in de hoekkozijnen 1
erin
R/L
looprollen 56 aanbrengen [
Kopsectie [
( 17 ) Bovenste looprolbok 90
88
R/L
( 17a ) Bij NovoPort moet de buitenste ring van de boven-
plaatsen en
( 17b ) Kopsectie 87 in de hoekkozijnen 1
met voor-
1.40aa,ab -
( 18 ) Instellen van de looprollen:
Alle looprollen vanuit het deurblad in pijlrichting wegtrekken,
R/L
zodat het deurblad precies tegen de kozijnafdichting ligt (af-
stand van de sectieomrandingen van het grijze deel van de
kozijnafdichting ca. 1 mm). Looprollen moeten gemakkelijk
met de hand draaibaar zijn.
=10Nm)
A
Kabelophanging [
] /
( 19 ) Deurblad langzaam optillen en naar de eindpositie schui-
ven. Deurblad aan beide zijden tegen neerstorten be-
veiligen [
( 20 ) Definitie van de kabeltoewijzing 12
 Zichtbaar vlak links (rood), rechts (zwart)
Beide enkele kabeluiteinden 12 moeten naar buiten wijzen
[
1.55aa,ab
=10Nm)
A
( 21 ) Het dubbele kabeluiteinde 12 wordt van binnenuit in de
kabelophanging 4 gestoken en naar onder geleid [
( 22 ) De enkele kabeluiteinden 12 worden zonder kruisingen
over de omkeerrol 17 gelegd die met de schroef S15 in het
- 17 -
tengreep 70 indrukken met lang vierkant [
67 monteren [ ]. Slotplaat 72 met afdekplaat 71
1.45d
van buitenaf in de rechthoekige stansopening van de
slotsectie 67 steken en van binnenuit aan de slotset
73 + 76 schroeven S1. Buitengreep 70 door het slot
73 steken en van binnenuit met binnengreep 78
aaneenschroeven S2. Opgelet! Draaiarm 77 (spuit-
gietzink) moet naar rechtsboven wijzen!
.
[ ]
1.45cb
houden en zo nodig met metaalzaag of zijsnijtang tot
op de juiste lengte inkorten (alleen cassette), daarbij
(3-5) mm speling houden en grendelklik met S4
.
vastschroeven
[ ]
1.45ca
79 met S4 vastschroeven
]
1.50
+ 68 met S10 (M
R/L
1.50c,ca
]
1.50
met de bovenste looprolhouder
R/L
aaneenschroeven S10 (M =10Nm) [
A
ste looprol aan de aandrijfzijde gedemonteerd wor-
den [ ]. Bovenste looprol in de linkerhand ne-
1.70bb
men en schroevendraaier tussen uitsparing en tand
van de looprol zetten. Door draaien van de looprol
naar rechts de buitenste ring losdraaien en eraf trek-
ken [ ].
1.70bb
gen omvallen beveiligen en elk rechts en links aan
de kopsectie 87 een bovenste rolbok 90
venste looprolhouder 88
aaneenschroeven. Scharnieren opzij en midden-
scharnieren 68 met S10 (M
middensectie schroeven [
1.50b
]
1.55
.
]
1.55
].
].
1.45b,ba
.
[ ]
1.45cb
=10Nm)
A
plaatsen en
R/L
].
].
1.50aa
plaatsen, te-
R/L
met bo-
R/L
met S10 (M =10Nm)
R/L A
=10 Nm) aan kop- en
A
.
]
].
1.55b,c