Bedieningselementen - EMAK RIDER EL63 Manuel D'utilisation

4. BEDIENINGSELEMENTEN

4.6
4.6.1
4.1
4.5
4.1 STUURWIEL
Voor de besturing van de voorwielen.
4.2 KOPPELINGS- / REMPEDAAL
Deze pedaal heeft een dubbele functie: bij het induwen van het eerste
deel fungeert de pedaal als koppeling, waarbij de wielaandrijving
NL 12
4.2
4.3
4.21
4.11
4.12 - 4.22
OPMERKING
pedaal.
4.4
4.3 HANDREM
De handrem voorkomt dat de machine verderbolt na het parkeren.
B
– Om de handrem in te schakelen duwt u de pedaal (
in en zet u de hendel in de stand «B»; wanneer de voet van de
pedaal wordt gehaald, blijft deze in de laagste stand staan.
– Om de handrem uit te schakelen duwt u opnieuw de pedaal
( 4.2) in, waarna de hendel automatisch terugkomt in de
stand «A».
wordt in- of uitgeschakeld. Het tweede
4.2
deel fungeert als rem.
BELANGRIJK
lijk belang dat u in de koppelingsfase niet
te lang talmt, om de motor niet te overver-
hitten en bijgevolg beschadigingen aan de
overbrengingsriem te voorkomen.
Houd uw voet tijdens het rijden niet op de
De hendel heeft twee standen:
A
4.3
«A» = Handrem uitgeschakeld
«B» = Handrem ingeschakeld
Het is van wezen-
4.2) volledig