Télécharger Imprimer la page

Kärcher B 110 R Mode D'emploi page 67

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 33
Verbind de oplader niet met de accustekker
aan apparaatzijde.
Gebruik alleen een bij het ingebouwde ac-
cutype passende oplader.
Lees de gebruiksaanwijzing van de opla-
derfabrikant door en let met name op de
veiligheidsinstructies.
Accu
Capaciteit Oplaadappa-
4.039-352.7
170 Ah
4.039-354.7
180 Ah
4.039-353.7
285Ah
1. Ontgrendel de vuilwatertank en klap
hem terug.
2. De accustekker aan apparaatzijde eraf
trekken.
Accustekker, apparaatzijde
1
Accustekker, accuzijde
2
3. De accustekker aan accuzijde met de
oplader verbinden.
4. De netstekker van de oplader in het
stopcontact steken.
5. Het laadproces volgens de aanwijzingen
in de gebruiksaanwijzing van de oplader
uitvoeren.
6. De accustekker aan apparaatzijde met
de accustekker aan accuzijde verbin-
den.
7. Draai de vuilwaterertank naar voren en
sluit deze.
Interne oplader
1. Ontgrendel de vuilwatertank en klap
hem terug.
2. De netstekker van de interne oplader in
het stopcontact steken.
De ladingstoestand van de accu wordt
op het display weergegeven.
3. Trek na het opladen de netstekker van
de oplader uit het stopcontact.
4. De vuilwatertank omhoog zwenken.
Onderhoudsvrije accu's (nat)
GEVAAR
Bijvullen van water in ontladen toestand
van de accu
Risico op brandwonden door uittreden van
zuur, onbruikbaar worden van kleding
Gebruik bij de hantering van accuzuur een
veiligheidsbril, beschermende kleding en
beschermende handschoenen.
Neem de voorschriften in acht.
Spoel eventuele zuurspatten op de huid of
de kleding onmiddellijk weg met veel water.
LET OP
Gebruik van water met additieven
Defecte accu's, verlies van de aanspraak
op garantie
Gebruik voor het bijvullen van de accu's al-
leen gedestilleerd of ontzilt water (EN
50272-T3).
Gebruik geen additieven, zogenaamde ver-
beteringsmiddelen, omdat dan de garantie
komt te vervallen.
1. Een uur voor het einde van de laadpro-
cedure gedestilleerd water toevoegen.
Hierbij de juiste zuurstand conform de
raat
kenmerking van de accu in acht nemen.
6.654-436.0
Aan het einde van de laadprocedure
6.654-434.0
moeten alle cellen gassen.
6.654-419.0
2. Gemorst water verwijderen. Ga hiervoor
te werk zoals beschreven in het gedeel-
te "Accu's reinigen" van het hoofdstuk
Verzorging en onderhoud.
GEVAAR
Vallende voorwerpen
Gevaar voor letsel
Rijd niet met het apparaat in gebieden waar
het bedieningspersoneel kan worden ge-
raakt door vallende voorwerpen.
LET OP
Gevaarlijke situatie tijdens bedrijf
Gevaar voor letsel
Zet de veiligheidsschakelaar bij gevaar op
"0".
Verschuif het apparaat
Om het apparaat te kunnen verplaatsen,
moeten de remmen worden ontgrendeld.
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen
Als de rem ontgrendeld is, is de functie van
de rem permanent buiten werking.
Zorg ervoor dat u de munten ter ontgrende-
ling verwijdert, nadat het verschuiven is be-
ëindigd.
1. Draai de ontgrendelingshendel weg van
het wiel en houd hem daar vast.
Ontgrendelhendel
1
2. Steek een munt tussen de behuizing en
de hendel aan beide uiteinden van de
hendel.
3. Laat de ontgrendelingshendel los.
4. Duw het apparaat.
5. Verwijder beide munten onmiddellijk na
het verschuiven.
1. Ga naast het apparaat staan.
2. Breng de stoel achteraan omhoog.
3. Lijn de stoelhouder uit met de gewenste
hoogte van het apparaat.
4. Laat de stoel achter neer.
Werking
Stel de stoel in
Hoogte instellen
Nederlands
Stel positie in
1. Bedien de stoelverstelhendel en ver-
plaats de stoel naar de gewenste posi-
tie.
2. Laat de stoelverstelhendel los en zet de
stoel vast.
Het apparaat inschakelen
1. Op de bestuurdersplaats plaats nemen.
2. De intelligente sleutel erin steken.
3. De veiligheidsschakelaar op "1" zetten.
4. De programmaschakelaar op de ge-
wenste functie draaien.
5. Als op het display een van de onder-
staande indicaties verschijnt, dan de
voet van het gaspedaal nemen, de vei-
ligheidsschakelaar op "0" zetten en de
nodige onderhoudswerkzaamheden uit-
voeren.
Display
Handeling
Onderhoud
De zuigbalk reinigen.
Zuigbalk
Onderhoud
De borstels op slijtage con-
Borstel
troleren en reinigen.
Onderhoud
De zuiglipppen op slijtage
Rubberstrip
en instelling controleren.
Onderhoud
De pluizenzeef reinigen.
Vuilwaterfilter
Onderhoud
Het filter verswater reini-
Schoonwater-
gen.
filt.
6. Op de infoknop drukken.
7. De teller voor het onderhoud terugzetten
(zie "Grijze intelligente sleutel/onder-
houdsteller terugzetten").
Instructie
Als de teller niet wordt teruggezet, ver-
schijnt de onderhoudsindicator telkens bij
het inschakelen van het apparaat opnieuw.
Licht inschakelen
Dagrijverlichting
De dagrijverlichting is aan als het apparaat
ingeschakeld is.
Zijlicht
Het stadslicht gaat branden, zodra de pro-
grammaschakelaar op een reinigingspro-
gramma is gezet.
Parkeerrem controleren
GEVAAR
Defecte parkeerrem
Gevaar voor ongevallen
Controleer voor elke handeling de werking
van de parkeerrem op het niveau.
1. Het apparaat inschakelen.
2. De rijrichtingsschakelaar op "vooruit"
zetten.
3. De programmaschakelaar op "Trans-
port" zetten.
4. Het gaspedaal licht intrappen.
De rem moet hoorbaar ontgrendelen.
Het apparaat moet op effen terrein vlot
wegrollen.
5. Het gaspedaal loslaten.
De rem moet hoorbaar aangrijpen.
Is dit niet het geval, stel het apparaat dan
buiten bedrijf en bel de klantenservice.
67

Publicité

loading