Kreg FOREMAN DB210-EUR Mode D'emploi page 90

9.
Met het stelblok voor de boordiepte
Boorgeleider en -bit Materiaaldikte
Micro* 13 mm
Micro* en standaard 16 mm-19 mm 25 mm, 32 mm, 38 mm
Standaard
32 mm-35 mm
Standaard en HD* 38 mm
*optionele accessoires
23
26
27
29
30
31
28
Houd uw
handen uit
de buurt!
Schroeflengte Instelling blokstap
19 mm ¾"
1" / 1¼" / 1½"
51 mm 2"
64 mm 2½"
1
16
22
24
1
16
Bediening
(3) Stel de boordiepte in
Trek de bedieningsarm (1) naar beneden en duw de boorbit (22) naar
voren totdat de punt de stelbalk (16) raakt. Draai zo nodig de stopknop
voor de boordiepte (23) tegen de klok in. Zet de bedieningsarm weer
helemaal rechtop. Hierdoor trekt de boorbit zich terug.
Plaats het stelblok voor de boordiepte (24) tegen de stelbalk aan
met de markeringen voor schroeflengte naar boven. Centreer de
blokstap die overeenkomt met de lengte van de schroef die u voor de
boorgeleider (25) gaat gebruiken. Trek de bedieningsarm omlaag en
plaats de pilootpunt van de boorbit in de stap. Draai met de schouder
van de boorbit tegen de blokstap de stopknop voor de boordiepte
(23) met de klok mee totdat deze stopt. Draai de tegenmoer (26)
voor de dieptestop vast tegen de onderkant van de behuizing voor
de klemarm (27). Zet de bedieningsarm weer helemaal rechtop.
LET OP
Wanneer u de bedieningsarm weer vergrendelt voor
vervoer of opslag, draait u de knop voor de dieptestop tegen
de klok in, zodat de arm weer helemaal naar beneden kan.
WAARSCHUWING
Houd uw handen uit de buurt van de draaiende
boorbit en werkklem wanneer u met de machine werkt.
(4) Stel de werkklem bij
Zet de bedieningsarm (1) weer helemaal rechtop. Plaats het werkstuk tegen
de stelbalk (16) en onder het klemkussentje (28). Draai de stelknop voor
de klem (29) met de klok mee totdat het klemkussentje het werkstuk raakt.
Draai de knop nu een halve draai tegen de klok in. Draai de tegenmoer
(30) voor de klem vast tegen de klemarm (31). De klem zit nu op zijn plaats,
dus als u de bedieningsarm omlaag brengt, zet u voldoende druk op het
werkstuk om het vast te zetten voordat de boorbit in het hout dringt.
Pocketgaten boren
WAARSCHUWING
Voordat u de machine inschakelt, moet u de
bovenklep sluiten en vergrendelen. Om de klep te vergrendelen
draait u met de 3-mm inbussleutel (32) de vergrendeling (13)
met de klok mee.
WAARSCHUWING
Houd uw handen uit de buurt van de draaiende
boorbit en werkklem wanneer u met de machine werkt.
Wanneer u het snipperverzamelsysteem gebruikt, moet u een gewone
stofzuiger op de stofzuigerpoort (5) aansluiten en de stofzuiger aanzetten.
Houd het werkstuk stevig tegen de stelbalk (16) aan, waarbij de locatie
voor het pocketgat gecentreerd is op de boorgeleider (25). Duw de
afsluitknop voor de schakelaar (33) op de bedieningsarm (1) in en trek
aan de schakelaar (34), waardoor de boormotor wordt ingeschakeld.
Laat de motor op volle snelheid komen en trek de bedieningsarm in een
soepele beweging naar beneden totdat de dieptestop wordt geraakt.
Zet de bedieningsarm weer helemaal rechtop en laat de schakelaar los.
Positie van pocketboorgaten
Voor het maken van een sterke verbinding is, naast de juiste instellingen
van de machine, ook de juiste positionering van de boorgaten in het
werkstuk van belang. Voor smalle onderdelen als rails, stijlen en lijsten
plaatst u pocketgaten op 10-13 mm van elke rand. Gearceerde lijnen op
het meetlint geven deze offset aan, zodat u de locaties voor de pocketgaten
niet hoeft te markeren. U hoeft alleen maar de rand van uw werkstuk uit te
lijnen op de gearceerde lijn en te boren. Voor brede onderdelen als panelen
en tafelbladen plaatst u het eerste pocketgat op 50 mm van de rand en
daarna het midden van elk volgende gat op 150 mm.