Hach ORBISPHERE 3654 Manuel D'utilisation De Base page 174

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 93
7.2.3 Kalibratie bij verhoogde druk
De sensor kan worden gekalibreerd in zuiver H
methode moet een nauwkeurige drukmeter zijn aangesloten op de uitgang van de doorstroomkamer.
Bij het kalibreren in gasfase moeten de stroomkamer en de sensorkop droog zijn. Om ervoor te
zorgen dat de doorstroomkamer en de sensoronderdelen droog zijn, verwijdert u ze en droogt u ze
met een schone zachte doek.
1. Stel de gasmeetfase in op Gaseous (Gasvormig). Raadpleeg
het kalibratiemedium in op In a liquid or a gaseous sample at known concentration (In een
vloeibaar of gasvormig monster met een bekende concentratie). Raadpleeg
op pagina 170.
2. Sluit een bron van zuiver gas aan op de inlaat van de doorstroomkamer. Raadpleeg
kalibratie
op pagina 172. Stel de gasstroom die de doorstroomkamer verlaat af tot een bereik van
1 tot 5 bar (het is het beste om een druk te gebruiken die dicht bij de omstandigheden van de
toepassing ligt).
3. Druk op toets CAL. Houd er rekening mee dat deze toets mogelijk is vergrendeld om een
ongewenste reset te vermijden. Raadpleeg
op pagina 171.
4. Er verschijnt een korte wismelding [---].
5. Druk binnen 3 seconden opnieuw op CAL. Het instrument toont vervolgens de absolute druk van
het kalibratiegas (d.w.z. de druk van de meter plus de atmosferische druk).
6. Wijzig deze waarde met de Pijltoetsen omhoog/omlaag totdat de weergegeven druk
overeenkomt met die van de meter plus de atmosferische druk.
7. Druk nogmaals op CAL.
Als het instrument drie opeenvolgende metingen met minder dan 1 % verschil uitvoert, wordt het
instrument gekalibreerd volgens deze gestabiliseerde waarde. Het LCD-scherm toont vervolgens
het bericht [CAL] om aan te geven dat de kalibratie succesvol is voltooid.
Als de kalibratie niet is voltooid, verschijnt op het LCD-scherm het bericht [Err]. De reden voor
deze kalibratiefout is dat de partiële druk van het gemeten gas onder 5 mbar is, of dat op de
verkeerde toets van het instrument werd gedrukt tijdens de kalibratiestappen.
7.2.4 Kalibratie in een vloeistofoplossing
De sensor kan worden gekalibreerd in een standaard vloeistofoplossing van H
bekende concentratie. U kunt een oplossing creëren met een bekende concentratie door H
te lossen in water met een gemeten temperatuur en druk.
1. Stel de gasmeetfase in op Dissolved (Opgelost). Raadpleeg
het kalibratiemedium in op In a liquid or a gaseous sample at known concentration (In een
vloeibaar of gasvormig monster met een bekende concentratie). Raadpleeg
op pagina 170.
2. Druk op toets CAL. Houd er rekening mee dat deze toets mogelijk is vergrendeld om een
ongewenste reset te vermijden. Raadpleeg
op pagina 171.
3. Er verschijnt een korte wismelding [---].
4. Druk binnen 3 seconden opnieuw op CAL. Het instrument toont vervolgens de concentratie van
H
of N
, gebaseerd op de laatste waarde van de kalibratiecoëfficiënt.
2
2
5. Wijzig deze waarde met de Pijltoetsen omhoog/omlaag totdat de weergegeven concentratie
overeenkomt met die van de kalibratieoplossing.
6. Druk nogmaals op CAL.
7. Start de stroom van de standaardoplossing (kalibratie) door de doorstroomkamer. Pas de stroom
aan totdat de vloeistof schuimvrij is. Het debiet moet minimaal 150 mL/min en stabiel zijn.
Als het instrument twee opeenvolgende metingen met minder dan 1 % verschil uitvoert, wordt het
instrument gekalibreerd volgens deze gestabiliseerde waarde. Het LCD-scherm toont vervolgens
het bericht [CAL] om aan te geven dat de kalibratie succesvol is voltooid.
174 Nederlands
- of N
-gas bij een verhoogde druk. Voor deze
2
2
Gasmeetfase
Uitschakelen van de toets CAL van het instrument
Gasmeetfase
Uitschakelen van de toets CAL van het instrument
op pagina 169. Stel
Kalibratiemedium
Instelling van
of N
met een
2
2
of N
op
2
2
op pagina 169. Stel
Kalibratiemedium

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières