Hach ORBISPHERE 3654 Manuel D'utilisation De Base page 162

4.9.2 Toevoer van spoelgas controleren
Het is essentieel dat de TC-sensor een toevoer van spoelgas heeft voordat u het systeem bedient.
De TC-sensor kan, wanneer deze wordt blootgesteld aan een vloeistofmonster, beschadigd raken
als de spoelgascilinder voor het instrument leeg is. Tegelijkertijd is het ook essentieel dat het
instrument een voeding heeft om ervoor te zorgen dat het spoelgas regelmatig aan de sensor wordt
geleverd. Het systeem spoelt de sensor elke 20 seconden gedurende 4 seconden in de normale
meetmodus, en elke 17 minuten in de stand-bymodus.
Een kleine cilinder onder druk aan de onderkant van het instrument levert spoelgas naar de sensor.
Het vereiste spoelgas is:
• N -spoelgas voor H
2
• CO -spoelgas voor N
2
Controleer of het spoelgas met meer dan vier bellen stroomt tijdens de spoelcyclus door de uitlaat
voor het spoelgas in water te plaatsen.
Opmerking: U moet continu de voeding aan het instrument leveren, omdat de sensor continu wordt gespoeld
terwijl de voeding is ingeschakeld. Wanneer u het instrument in de stand-bymodus zet, wordt de spoelgastoevoer
naar de sensor nog steeds gehandhaafd. Zorg er dus voor dat er continu batterijvoeding of een optionele externe
gelijkstroomvoeding wordt geleverd als het instrument in de stand-bymodus staat en dat de sensor wordt
blootgesteld aan een monster. De batterijen leveren voor drie weken voeding voor het spoelen terwijl het
instrument is uitgeschakeld.
4.9.3 Instellen van de klok
Als u het instrument gebruikt om metingen op te slaan om naar een PC te downloaden, moet u de
datum- en tijdsinstellingen van de interne klok van het instrument controleren, zoals beschreven in
Klokinstellingen op pagina 180.
4.9.4 Barometrische druk instellen
De interne barometrische druksensor is in de fabriek gekalibreerd, maar moet worden gecontroleerd
op locatie met een precisie-gecertificeerde barometer en zo nodig gecorrigeerd. Raadpleeg
Kalibratie barometrische druksensor
4.9.5 Sensormembraan
Controleer of het membraan goed is aangebracht en vlak, strak en vrij van vouwen is.
4.9.6 Doorstroomkamer
De inlaat en uitlaat van de doorstroomkamer mogen niet gehinderd worden. De model 32013A
doorstroomkamer, voor opgeloste N
model 32015 doorstroomkamer voor H
• Dissolved gas measurements (Metingen van opgelost gas): Stel het monsterdebiet af met
behulp van de naaldklep op de uitgang. Bij het analyseren van koolzuurhoudende dranken moet
voldoende druk worden geleverd om te voorkomen dat de drank ontgast wanneer deze door de
doorstroomkamer passeert. Controleer of er geen bellen aanwezig zijn in de inlaatslang. Stel
indien nodig de druk af met behulp van het doorstroomregelventiel.
• Gaseous measurements (Metingen in gasvorm): Plaats de uitlaatslang in een bak met water.
Zorg er hierbij voor dat de uitlaat van de doorstroomkamer niet verstopt is (bij de 32013A-
doorstroomkamer opent u de uitlaatklep volledig). Stel vervolgens de inlaatklep voor de
monsterinlaat (hoofdtoevoer) in om één bel per seconde bij de uitlaat te krijgen.
Hoofdstuk 5 Bedieningsinstructies
Om beschadiging aan de sensor te voorkomen, mag u de doorstroomkamer nooit verwijderen
tijdens normaal gebruik. De doorstroomkamer mag alleen worden verwijderd tijdens
serviceprocedures.
162 Nederlands
-metingen
2
- of H -metingen
2 2
op pagina 171 voor instructies over hoe u dit kunt doen.
-metingen, heeft een doorstroomregelventiel aan de uitgang. De
2
-metingen heeft geen klep.
2
L E T O P