Motorbeveiliging En Inschakeltypes - Wilo Sub TWU 3 Série Notice De Montage Et De Mise En Service

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 43
Nederlands
De aders van de aansluitkabels zijn als volgt bezet:
4-aderige aansluitkabel
Aderkleur
Zwart
Blauw of grijs
Bruin
Groen/geel
5.6.4 Plug&Pump-systemen
Bij het gebruik voor het irrigeren of besproeien
van velden en plantsoenen moet een aardlek-
schakelaar (RCD) van 30 mA worden geïnstal-
leerd!
De benodigde elektrische aansluitingen van het sys-
teem (zowel aan het stroomnet als aan de motor)
bevinden zich standaard aan de Fluidcontrol en aan de
drukschakelaar. De installatie is uitgerust met een
randaardestekker en kan direct worden aangesloten.
5.6.5 Aansluiting van de bewakingsinrichtingen
De Wilo-Sub TWU-serie heeft geen geïntegreerde
bewakingsinrichtingen.
Er moet een motorbeveiligingsschakelaar wor-
den aangebracht!
De wisselstroomuitvoering en de Plug&Pump-syste-
men hebben een geïntegreerde motorbeveiligings-
schakelaar in het startschakelapparaat.

5.7 Motorbeveiliging en inschakeltypes

5.7.1 Motorbeveiliging
De minimale vereiste is een thermisch relais/motorbe-
veiligingsschakelaar met temperatuurcompensatie,
differentieelschakeling en herinschakelblokkering con-
form VDE 0660 en de nationale voorschriften.
Als het product op een elektriciteitsnet worden aange-
sloten waar vaak storingen optreden, adviseren wij om
de klant extra beveiligingen in te laten bouwen (bijv.
overspannings-, onderspannings- of faseuitvalrelais,
bliksembeveiliging, enz.). Verder adviseren wij de mon-
tage van een aardlekschakelaar.
Bij het aansluiten van het product moeten de plaatse-
lijke en wettelijke voorschriften in acht worden geno-
men.
5.7.2 Inschakeltypes
Inschakeling direct
Bij vollast moet de motorbeveiliging op de toegekende
stroom op het bedrijfspunt (zie typeplaatje) ingesteld
worden. Bij deellastbedrijf wordt aanbevolen de motor-
beveiliging 5 % boven de gemeten stroom op het
bedrijfspunt in te stellen.
Inschakeling aanlooptransformator/zachte aanloop
• Bij vollast moet de motorbeveiliging op de toegekende
stroom op het bedrijfspunt worden ingesteld. Bij deel-
lastbedrijf wordt aanbevolen de motorbeveiliging 5 %
114
Klem
U
V
W
PE
boven de gemeten stroom op het bedrijfspunt in te
stellen.
• De minimaal vereiste stroomsnelheid van de koelvloei-
stof moet bij alle bedrijfspunten gegarandeerd zijn.
• De stroomopname moet tijdens het volledige bedrijf
onder de nominale stroom liggen.
• De drempelwaarde voor de start-/stopprocessen tus-
sen 0 en 30 Hz moet op maximaal 1 sec. worden inge-
steld.
• De drempelwaarde tussen 30 Hz en de nominale fre-
quentie moet op maximaal 3 sec. worden ingesteld.
• De spanning bij de start moet minstens 55 % (aanbe-
volen: 70 %) van de nominale spanning van de motor
bedragen.
• Om vermogensverlies tijdens het bedrijf te vermijden,
dient u de elektronische starter (zachte aanloop) na
het bereiken van het nominale bedrijf te overbruggen.
Gebruik met frequentieomvormers
• Continubedrijf kan alleen worden gegarandeerd tussen
30 Hz en 50 Hz.
• Om de smering van de lagers te garanderen, moet een
minimaal pompvermogen van 10 % van het nominale
pompvermogen worden aangehouden!
• De drempelwaarde voor de start-/stopprocessen tus-
sen 0 en 30 Hz moet op maximaal 2 sec. worden inge-
steld.
• Om de motorwikkeling af te koelen, wordt aanbevolen
minimaal 60 sec. te wachten voordat u de pomp na een
stop weer inschakelt.
• Overschrijd de nominale stroom van de motor nooit.
• Maximale spanningspiek: 1000 V
• Maximale spanningstoenamesnelheid: 500 V/rs
• Extra filters zijn nodig wanneer de benodigde stuur-
spanning boven 400 V komt.
Producten met stekker/schakelapparaat
Steek de stekker in de daarvoor bedoelde contactdoos
en bedien de aan-/uitschakelaar of laat het product via
de aangebouwde niveauregeling automatisch in-/uit-
schakelen.
Voor producten met vrije kabeluiteinden kunnen scha-
kelapparaten als toebehoren worden besteld. Neem de
handleiding van het schakelapparaat dan a.u.b. ook in
acht.
Stekkers
en
schakelapparaten
beschermd tegen overstromingen. Let op de IP-
beschermingsklasse. Stel schakelapparaten altijd
zo op, dat ze niet kunnen overstromen.
6 Ingebruikneming
Het hoofdstuk „Ingebruikneming" bevat alle belang-
rijke aanwijzingen voor het bedieningspersoneel voor
de veilige ingebruikneming en bediening van het pro-
duct.
De volgende randvoorwaarden moeten absoluut nage-
leefd en gecontroleerd worden:
• Opstellingstype
• Modus
zijn
niet
WILO SE 10/2011 V4.1WE

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières