Wilo CRONOLINE-IL-E Série Notice De Montage Et De Mise En Service page 215

Toegestane krachten en momenten
aan de pompflenzen (enkel blok-
pompen)
Pomptype Zuigflens DN [mm]
CronoBloc-BL-E
40/... 65
50/... 65
65/... 80
80/... 100
Tab. 3: Krachten aan de pompflenzen
Afb. 22: Krachten die op de aansluitingen inwerken
Opvoeren uit een reservoir
Condensaatafvoer, isolatie
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CronoLine-IL-E, CronoTwin-DL-E, CronoBloc-BL-E
Drukflens DN [mm] Kracht
F
40 2,4
2,4
2,4
2,5
50 2,4
2,4
2,4
2,5
65 2,6
2,6
2,6
2,6
2,6
80 3,3
3,3
3,3
3,3
Er moet aan de volgende voorwaarde voldaan zijn:
Σ (F ), Σ (F ) en Σ (M ) zijn de sommen van de absolute waarden van de
V H t
overeenkomstige lasten die op de aansluitingen inwerken. Bij deze
sommen wordt geen rekening gehouden met de richting van de lasten
of de verdeling ervan op de aansluitingen.
OPMERKING:
Bij het opvoeren uit een reservoir moet altijd voor voldoende vloeistof
boven de zuigaansluiting van de pomp gezorgd worden, zodat de
pomp in geen geval kan drooglopen. De minimale toevoerdruk moet
worden aangehouden.
• Bij gebruik van de pomp in klimaat- of koelinstallaties kan het con-
densaat dat in het lantaarnstuk ontstaat, gericht worden afgevoerd
via een aanwezig boorgat. Op deze opening kan een afvoerleiding
worden aangesloten. Ook kunnen kleine hoeveelheden vloeistof wor-
den afgevoerd.
De motoren zijn met zweetwatergaten uitgerust die af fabriek (voor
het garanderen van de beschermingsklasse IP 55) met een kunststof
stop afgesloten zijn.
• Bij het gebruik in de klimaat-/koeltechniek moet deze stop naar onde-
ren verwijderd worden, zodat het condenswater kan wegstromen.
Kracht
[kN] F [kN]
Vmax Hmax
1,7
1,7
1,7
1,8
1,7
1,7
1,7
1,8
1,8
1,8
1,8
1,8
1,8
2,4
2,4
2,4
2,4
Nederlands
Momenten Σ
M [kNm]
tmax
0,55
0,52
0,50
0,62
0,55
0,52
0,50
0,62
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
1,1
1,1
1,1
1,1
207