Télécharger Imprimer la page

Hach ORBISPHERE 3650 ATEX Manuel D'utilisation De Base page 127

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 67
7.4.1 Automatisch verzamelen van gegevens - instellen van de intervallen voor be-
monstering
Het instrument kan als los apparaat voor het verzamelen van gegevens gebruikt worden, waarbij het
automatisch gasmetingen met datum en tijd registreert en tot 500 van die waarden opslaat. Wanneer
in programma WinLog97 gekozen wordt voor menu Configuration (configuratie), Sampling Rate
(bemonsteringstempo) is het mogelijk tijdsintervallen (verwervingstempo) voor deze
opslagmogelijkheid in te stellen.
Gebruik het schuifbalkje om een monsterafnamefrequentie weer te geven en te kiezen, van
15 seconden tot 1 uur. De gekozen frequentie verschijnt in veld Acquisition rate
(verwervingsfrequentie). Klik op OK om dit tempo op te slaan Als uw keuze eenmaal gemaakt is, kan
het instrument los van WinLog97 gebruikt worden voor het verzamelen van gegevens, zoals
beschreven in
Automatisch verzamelen van gegevens
Opmerking: De 'Acquisition rate' die in dit menu ingesteld wordt, staat los van de frequentie voor het bijwerken van
de Monitoring-grafiek beschreven in
Rate is enkel van toepassing bij automatisch verzamelen van gegevens, terwijl de de frequentie voor het bijwerken
van de grafiek alleen gebruikt wordt voor het weergeven van de realtime-resultaten op de Monitoring-grafiek.
7.4.2 Kiezen van het membraan
Het kan zijn dat u verschillende typen membranen moet gebruiken voor de verschillende
toepassingen. Telkens als het membraan vervangen wordt, moet uiteraard opnieuw gekalibreerd
worden (raadpleeg
Sensorkalibratie
stroomsnelheid en reactietijd, die gespecificeerd staan in de bijbehorende Sensorhandleiding.
Om de analysator opnieuw te configureren, kiest u Configuration (configuratie), Membrane
(membraan) om het venster met de beschikbare membraanmodellen te openen. Kies OK wanneer
het gewenste membraan geselecteerd is.
7.4.3 Selecteren van het kalibratietype
7.4.3.1 Selecteren via de pc
U kunt opdracht Configuration (configuratie), Calibration mode (kalibratiemodus) gebruiken om te
selecteren hoe de sensor gekalibreerd moet worden.
Opmerking: Alleen de kalibratietypes die van toepassing zijn voor uw sensor kunnen geselecteerd worden. De
andere worden uitgegrijsd.
Kies In Air (in lucht) om kalibratie van de sensor in lucht toe te staan. Kies In Line (inline) om de
sensor direct in de bemonsteringslijn te kalibreren, in een monster met bekende gasinhoud. Bij
instrumentmodellen die gasmonsters meten, kunt u In a Span Gas (in een spangas) selecteren om
te kalibreren. Kies OK wanneer de gewenste modus geselecteerd is.
7.4.3.2 Selecteren via het instrument
1. Schakel de stroom naar het instrument UIT
2. Schakel het instrument in door toets CAL ingedrukt te houden en vervolgens op toets POWER te
drukken terwijl toets CAL nog steeds ingedrukt wordt
3. In het display van het instrument verschijnt SPA voor spangaskalibratie, LI voor In Line-kalibratie
of Air voor kalibratie in lucht
4. Gebruik de toetsen Pijltje omhoog/omlaag om naar de gewenste modus te schakelen
5. Druk op toets STO om de geselecteerde modus in te stellen. In het display van het instrument
wordt gedurende enkele seconden STO weergegeven, waarna het instrument terugkeert naar de
meetmodus
7.4.4 Toets CAL van het instrument vergrendelen
U kunt menu Configuration (configuratie), Calibration Key Status (status kalibratietoets) gebruiken
om te voorkomen dat de sensor per ongeluk opnieuw gekalibreerd wordt via het toetsenbord van het
instrument.
Kies Disabled (uitgeschakeld) om toets CAL (kalibreren) op het toetsenbord uit te schakelen. Kies
voor Enabled (ingeschakeld) om deze mogelijkheid te ontgrendelen. Kies OK wanneer de gewenste
modus geselecteerd is.
Real-time monitoring van de metingen
op pagina 129). Denk ook om het wijzigen van de vereiste
op pagina 122.
op pagina 125. Het menu Sampling
Nederlands 127

Publicité

loading