Na Het Inschakelen - Wilo Veroline IP-E Notice De Montage Et De Mise En Service

Extern uit, ingang werkelijke waarde IN1, ingang doelwaarde
x
IN2, 24-V-uitgang:
op de master: werkt voor het volledige aggregaat.
x
Extern uit kan ook op de slave gezet worden: werkt dan enkel in
x
op de slavepomp.
SSM: voor een centrale besturing kan een verzamelstoringsmel-
x
ding (SSM) op de master worden aangesloten. Daarbij mag het
contact alleen op de master aangesloten worden. De melding
geldt voor het volledige aggregaat. Op de IR-monitor kan deze
melding geprogrammeerd worden als afzonderlijke (ESM) of ver-
zamelstoringsmelding (SSM). Voor de afzonderlijke storingsmel-
ding moet het contact op elke pomp worden aangesloten.
SBM: voor een centrale besturing kan een verzamelbedrijfsmel-
x
ding (SBM) op de master worden aangesloten. Daarbij mag het
contact alleen op de master worden aangesloten. De melding
geldt voor het volledige aggregaat. Op de IR-monitor kan deze
melding geprogrammeerd worden als afzonderlijke (EBM) of ver-
zamelbedrijfsmelding (SBM). Voor de afzonderlijke bedrijfsmel-
ding moet het contact op elke pomp worden aangesloten.
De EBM/SBM is actief zolang de motor in werking is. De melding
verdwijnt wanneer de motor stilstaat.
ESM/EBM: wanneer op de IR-monitor de SSM als
OPGELET!
ESM geprogrammeerd wordt, dan werkt ook de SBM
als EBM (altijd dezelfde functionaliteit voor sto-
ringsmelding en bedrijfsmelding).
Modus enkele pomp:
1
2
Instelling bij de eerste ingebruikneming /
Menuvolgorde bij lopende werking
LC-display

7.4.1 Na het inschakelen

Bij de eerste ingebruikneming werkt de pomp met de fabrieksin-
stellingen. Om de pomp persoonlijk in te stellen en aan te passen,
moet worden gebruikgemaakt van het operationele menu (zie hfst.
7.4.2) en het servicemenu (zie hfst. 7.4.3). Zie ook hfst. 11.7
'Fouttypes' en appendix.
Het wijzigen van de instellingen voor de drukver-
OPGELET!
schilsensor kan storingen in de werking veroorza-
ken! De fabrieksinstellingen zijn voor de meegele-
verde WILO-drukverschilsensor geconfigureerd.
Instelgegevens:
Wanneer de meegeleverde Wilo-drukverschilsensor gebruikt
wordt, moeten deze instellingen behouden blijven!
Veranderingen worden pas noodzakelijk, wanneer andere drukver-
schilsensoren gebruikt worden.
Bij het inschakelen van de module verschijnen gedurende 2 s. alle symbo-
len op het display. Daarna wordt de actuele status weergegeven
Actuele (basis)instelling (fabrieksinstelling):
f Doelopvoerhoogte HS = 12,0 m tevens
Bv. H 12,0 m
| H max max (fabrieksinstelling afhankelijk van
f Regelwijze ∆p-c
on f Pomp ingeschakeld
Doelwaarde differentiaaldruk wijzigen:
Aan de instelknop draaien. De nieuwe verschildrukdoelwaarde
knippert.
De instelknop indrukken om de nieuwe instelling te bevesti-
gen.
De instelknop indrukken (> 2 sec.).
De weergave springt naar menu
NEDERLANDS
ingang IN1 = 0-10 volt
drukwaardecorrectie = ON
Instelling
het pomptype)
X
(operationeel menu).
3
91