Werkwijze En Instelling; Bediening Van De Pomp; Functies - Wilo Veroline IP-E Notice De Montage Et De Mise En Service

Masquer les pouces Voir aussi pour Veroline IP-E:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

7

Werkwijze en instelling

7.1 Bediening van de pomp

Op de elektronische module bevinden zich
het IR-venster (infraroodvenster) (figuur 1, pos.1) voor de com-
x
municatie met een IR-monitor
het LC-display met de instelknop voor de bediening van de pomp
x
Om de verbinding tot stand te brengen, moet het ontvangst- en
zendvlak met de IR-monitor bepaald worden. Zodra er verbinding
is met de IR-monitor, licht de groene led in het IR-venster (figuur
1, pos. 3) op ter bevestiging van de IR-verbinding, en wel van alle
pompen die tegelijk met de IR-monitor verbonden werden. De led
van de pomp waarmee de IR-monitor in verbinding staat, knippert.
Hij dooft 5 minuten na het onderbreken van de verbinding met de
IR-monitor. Bij een storing licht een rode storingsled (figuur 1, pos.
2) in het IR-venster op. In de inbouw- en gebruikshandleiding leest
u meer over het gebruik van de IR-monitor.
LC-display: (figuur 1, pos. 4) De instelparameters van de pomp
worden met symbolen en getallenwaarden zichtbaar gemaakt op
het LC-display. De verlichting van het display blijft voortdurend
ingeschakeld.
De symbolen hebben de volgende betekenis:
Symbool
Beschrijving van de mogelijke operationele sta-
tussen
De dubbel pomp loopt in de gecombineerde
modus (master en/of slave)
De dubbel pomp loopt in de hoofd- /reservemo
dus (master of slave)
Alle instellingen op de module behalve de sto
ringsbevestiging zijn geblokkeerd.
De pomp wordt via de seriële data-interface
(geldt voor PLR+LON) gestuurd (zie hfst. 7.4).
Doelwaarde verschildruk
De pomp is op een constant toerental (hier 1 800
tpm) ingesteld (stelaandrijving).
Regelwijze ∆p-c, regeling op een constante ver
schildruk (figuur 3).
Regelwijze ∆p-v, regeling op een variabele ver
schildruk (figuur 4).
De gebruikswijze 'stelaandrijving' deactiveert de
regeling in de module. Het toerental van de pomp
wordt op een constante waarde gehouden. Het
toerental wordt intern met de draaiknop inge-
steld. Het toerentalbereik is afhankelijk van het
motorvermogen.
10 V
De stelaandrijving is geactiveerd; het toerental
van de pomp wordt via ingang IN2 0...10 V
of
(2...10 V of 0...20 mA, 4...20 mA) ingesteld. De
20 mA
draaiknop heeft dan geen doelwaarde-invoer-
functie. De pomp wordt via het ingangssignaal
in- resp. uitgeschakeld.
on
De pomp is ingeschakeld.
off
De pomp is uitgeschakeld.
MA
Masterpomp
SL
Slavepomp
HV
Fouttolerante foutenmatrix geactiveerd.
Gebruikswijze verwarming (bij storingen zie hfst.
11)
Fouttolerante foutenmatrix gedeactiveerd.
AC
Gebruikswijze airco (bij storingen zie hfst. 11)
LCD
Deze weergave verschijnt bij de keuze van de
kijkrichting – de richtingbepaling van de weer-
gave kan met 180° gedraaid worden.
dPS
Drukwaardecorrectie
IN 1
Externe, werkelijke waarde (identiek met aanslu-
itklemmenaanduiding in de aansluitdoos)
IN 2
Externe doelwaarde (identiek met aansluitklem
menaanduiding in de aansluitdoos)
Id
Verschijnt bij een pomp met IF-module LON, om
een servicemededeling door te geven naar het
controlecentrum van het gebouw.
Bediening van de instelknop:
De instelknop indrukken —
x
Verschillende menuniveaus oproepen
x
Invoeringen bevestigen
x
Aan de instelknop draaien —
x
– Een waarde selecteren/veranderen
Menustructuur: er bestaan drie menuniveaus. De niveaus onder de
weergave van de basisinstelling worden altijd op basis van niveau 1
bereikt door telkens wat langer op de instelknop te drukken.
Niveau 1 – statusweergave (weergave van de operationele status)
Niveau 2 – operationeel menu (de basisfuncties instellen):
De instelknop langer dan 2 s. indrukken
x
Niveau 3 – servicemenu (meer instellingen):
De instelknop langer dan 6 s. indrukken
x
Na 30 s. zonder invoering springt de weergave terug
OPGELET!
op niveau 1 (weergave van de operationele sta-
tus).Tijdelijke, niet-bevestigde wijzigingen worden
tenietgedaan.

7.2 Functies

Te selecteren regelwijzen:
∆p-c
De elektronica houdt de door de pomp opge-
wekte verschildruk via het toegestane volu-
mestroombereik constant op de ingestelde
gewenste doelwaarde HS tot op de maximum
pompkurve (figuur 3).
∆p-v
De elektronica verandert de door de pomp
aan te houden verschildrukdoelwaarde lineair
tussen HS en |HS. De verschildrukdoelwaar-
de H neemt af resp. toe met de volumestroom
(figuur 4).
Stelaandrijving:
Het toerental van de pomp wordt op een con-
stant toerental gehouden tussen nmin en
nmax (figuur 5). De gebruikswijze stelaandrij-
ving deactiveert de regeling op de module.
Drukwaardecorrectie
De IP-E is standaard uitgerust met een interne drukwaardecorrec-
tie die via het servicemenu „dPS" in- en uitgeschakeld wordt.
Standaardinstelling bij levering:
De meting van de werkelijke drukwaarde gebeurt aan de pom-
pflens. De standaard gemonteerde sensor zendt een signaal uit van
0-10 volt, dat evenredig is met de gemeten verschildruk tussen het
meetpunt aan de zuigzijde en aan de drukzijde.
Als alternatief kan de verschildruk op willekeurige punten vóór en
na de pomp gemeten worden. Daarbij is het raadzaam om de druk-
waardecorrectie (zie hfst. 7.4.3; menu ) uit te schakelen.
Aanbevolen minimumafstand van de meetplaatsen tot de pomp:
5 x buisbinnendiameter
x
Wanneer externe sensoren gebruikt worden, kan de IP-E de vol-
gende signalen verwerken:
0-10 volt (fabrieksinstelling)
x
2-10 volt
x
0-20 mA
x
4-20 mA
x
Overeenkomstige informatie is terug te vinden op het typeplaatje
van de sensor.
NEDERLANDS
drukwaardecorrectie = één
89

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Veroline dp-e

Table des Matières