Diagnose Energy Control - AMPERFIED Wallbox Energy Control Manuel D'utilisation

Nederlands
Laadeinde
Als het laden beëindigd is, moet u de laadkabel
lostrekken van het voertuig en moet u de laadkabel-
koppeling afsluiten met de afdekkap. Vervolgens
moet u de laadkabel op de Wallbox wikkelen.
Na 12 minuten gaat de Wallbox op stand-by om
energie te besparen.
Als de laadkabel niet opgewikkeld is en
i
los op de grond ligt, bestaat er gevaar om
te struikelen. Let er bij het opwikkelen op
dat u de kabel niet te strak aantrekt en
opwikkelt. Als de kabel herhaaldelijk te
strak wordt aangetrokken resp. opgewik-
keld, kan de kabel breken.
Laadonderbreking
Er zijn drie mogelijkheden om het laden af te
breken:
Beëindig het laden met de bedieningselementen
•
van het voertuig. Informatie daarover is te vinden
in de bedieningshandleiding van het voertuig.
Koppel de Wallbox los van de spanningsvoor-
•
ziening door de leidingbeveiligingen van het
gebouw uit te schakelen.
Als de Wallbox over een externe blokkeerinrich-
•
ting beschikt, kunt u het laden via deze blok-
keerinrichting afbreken.
Diagnose Energy Control
2.2.2.
Bij de eerste installatie kan het lichtgedrag worden
vastgelegd.
De frontverlichting gaat na 5 minuten uit.
•
De frontverlichting is altijd actief.
•
Het lichtgedrag is alleen van invloed op statusmel-
dingen. Foutmeldingen branden altijd permanent.
De procedure bij het selecteren van het lichtgedrag
is beschreven in de montagehandleiding.
Frontverlichting uit
Geen voertuig aangesloten.
Steek de laadkabel in het voertuig.
•
De frontverlichting brandt wit. Het voertuig kan
het laden aanvragen. Als na het insteken van de
laadkabel geen reactie van de Wallbox plaatsvindt,
controleer dan de spanningsvoorziening van het
gebouw (leidingbeveiligingen, aardlekschakelaars).
Wit branden met korte onderbrekingen (95 % aan,
5 % uit) (afb. XI-A)
Externe vrijgave (optioneel) nog niet verstrekt.
Er wordt niet geladen.
Geef de externe blokkeerinrichting vrij.
•
58
Nadat de externe vrijgave heeft plaatsgevonden,
brandt de frontverlichting constant wit. Het voertuig
kan het laden aanvragen.
Continu wit branden
Voertuig aangesloten. Laden door het voertuig nog
niet aangevraagd.
Het voertuig moet het laden aanvragen.
•
Het voertuig wordt geladen, de frontverlichting
pulseert wit.
Wit pulseren (snel stijgend van 0 % naar 100 %, dan
langzaam dalend van 100 % naar 0 %) (afb. XIV-A nr. 1)
Het voertuig wordt geladen.
Wit pulseren met pauze (snel stijgend van 0 % naar
100 %, dan langzaam dalend van 100 % naar 0 %,
dan pauze) (afb. XIV-A nr. 2)
Het voertuig wordt met verminderd laadvermogen
geladen. Deze vorm van de weergave vindt alleen
plaats bij het gebruik van het optionele belas-
tingsbeheer (gebruik van meerdere Wallboxen in
combinatie).
Zes keer wit knipperen, pauze, blauw branden (3 s),
pauze (afb. XIV-A nr. 3)
Aardlekschakelaar in de Wallbox is geactiveerd.
Voer een optische controle van de Wallbox, van
•
de laadkabel en van het voertuig uit.
Om de aardlekschakelaar te resetten, moet u de
•
laadkabel gedurende ca. 4 s van het voertuig
loskoppelen.
Nadat u de laadkabel weer op het voertuig hebt
aangesloten, kan het laden door het voertuig wor-
den aangevraagd.
Zes keer wit knipperen, pauze, drie keer blauw
knipperen (50 % aan, 50 % uit), pauze (afb. XIV-A nr. 4)
Mogelijke storingsoorzaak: overtemperatuur.
U hoeft niet in te grijpen.
•
Na een zelftest en verholpen storing brandt de
frontverlichting wit. Het voertuig kan het laden
aanvragen.
Zes keer wit knipperen, pauze, drie keer blauw
knipperen (90 % aan, 10 % uit), pauze (afb. XIV-A nr. 5)
Mogelijke storingsoorzaak: over- of onderspanning
van de voedingsspanning. Bij het gebruik in het be-
lastingsbeheer betekent deze knippersequentie dat
er een communicatiefout bestaat tussen de externe
besturing en de Wallbox of tussen de Leader-Wall-
box en de Follower-Wallbox.
Bij over- of onderspanning: geen ingreep vereist.
•