Bomen Kappen (19, 20) - AL-KO solo CS 4235 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 83
Werkhouding en werktechniek
GEVAAR!
Levensgevaar door versplintering van
hout!
Losspringende houtspaanders kunnen
ernstig of zelfs dodelijk letsel veroorza-
ken!
Losse spaanders en houtsplinters
verwijderen van het te verzagen ge-
deelte.
7.1

Bomen kappen (19, 20)

Let voor en tijdens het kappen op de volgende
punten:
Bij het kappen van bomen moet ervoor wor-
den gezorgd, dat overige personen niet aan
gevaren worden blootgesteld, geen hoofd-
transportleidingen kunnen worden geraakt en
geen materiële schade kan worden veroor-
zaakt. Wanneer een boom een hoofdtrans-
portleiding raakt, moet het betreffende nuts-
bedrijf onmiddellijk op de hoogte worden ge-
bracht.
Houd ook altijd rekening met eigendommen
van derden, dieren en overige voorwerpen.
Geen van deze mogen zich binnen de geva-
renzone bevinden. In het geval toch ergens
schade is toegebracht, moet de eigenaar on-
middellijk op de hoogte worden gebracht.
De veilige afstand ten opzichte van andere
werkplekken of voorwerpen dient minstens
2½-keer de boomlengte te bedragen.
De valrichting van de boom beoordelen.
Bepalend voor de valrichting van de boom
zijn:
de natuurlijke stand van de boom
de lengte van dikkere takken
de hoogte van de boom
eenzijdige groei van takken
horizontale of hellende ondergrond
asymmetrische groei, houtschade
windrichting en windsnelheid
sneeuwbelasting
Op een hellende ondergrond altijd boven de
valrichting van de boom blijven werken.
Controleren dat zich op de eerder bepaalde
vluchtweg geen hindernissen bevinden. De
vluchtweg moet ca. 45° schuin achterwaarts
van de valrichting lopen (19).
De stam moet vrij zijn van begroeiing, takken
en vreemde voorwerpen (zoals vervuiling,
469892_a
stenen, losse boomschors, spijkers, klem-
men, draad etc.).
Om een boom te kappen moeten er een valkerf
en een velsnede worden aangebracht.
1. Bij zagen van de valkerf en bij in stukken za-
gen van de boomstam de aanslagkam veilig
aanbrengen tegen het te verzagen hout.
2. De valkerf (20/C) wordt eerst horizontaal en
vervolgens van bovenaf schuin in een hoek
van minstens 45° ingezaagd. Hierdoor wordt
voorkomen dat de kettingzaag vastklemt bij
het uitzagen van de tweede inkeping. De val-
kerf moet zo mogelijk nabij de bodem en in
de gewenste valrichting (20/E) worden aan-
gebracht. De diepte van de kerf moet ca. 1/4
van de stamdikte bedragen.
3. De velsnede (20/D) tegenover de valkerf
exact horizontaal inzagen. De velsnede moet
op een hoogte van 3-5 cm boven het horizon-
tale vlak van de valkerf worden ingezaagd.
4. De velsnede (20/D) zo diep inzagen dat er
een breuklijst (20/F) van minstens 1/10 van
de stamdikte tussen de valkerf (20/C) en de
velsnede (20/D) overblijft. Deze breuklijst
voorkomt dat de boom gaat draaien en in de
verkeerde richting valt. Zodra de velsnede
(20/D) de breuklijst (20/F) nadert moet de
boom beginnen te vallen. Zaag de breuklijst
niet door!
Als de boom gaat vallen tijdens het zagen:
Als de boom mogelijk in de verkeerde
richting zal vallen of terug helt en de ket-
tingzaag vastklemt, moet de velsnede
worden afgebroken. Sla wiggen uit hout,
kunststof of aluminium in om de zaags-
nede te openen en de boom in de ge-
wenste richting te laten vallen.
De kettingzaag direct uit de zaagsnede
trekken, uitschakelen en wegleggen.
Weglopen via de vluchtroute.
Opletten voor neervallende takken en
twijgen.
5. Als de boom blijft staan deze door het inslaan
van wiggen in de velsnede gecontroleerd ten
val brengen.
Opmerking: Er mogen uitsluitend wiggen
van hout, kunststof of aluminium worden ge-
bruikt.
6. Na afloop van de zaagwerkzaamheden direct
de gehoorbescherming afnemen en letten op
signalen of waarschuwend geroep.
73

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières