lifter PX 25 Manuel D'utilisation Et D'entretien page 31

Als het platform correct is aangesloten en geïnstalleerd, toont het display na enkele seconden ZERO (nul) en is het instrument gereed om te wegen.
Houd voor het UITSCHAKELEN van het instrument de C toets ingedrukt totdat het bericht "Off" op het display verschijnt. Een speciaal circuit schakelt automatisch het onbelaste instrument uit als het voor een
geprogrammeerde duur van 5 minuten niet is gebruikt. De automatische uitschakeling is NIET geactiveerd, als een last op de weegschaal staat. Het BEDIENINGSPANEEL van deze pallettruck met weegsysteem is
schematisch weergegeven in afbeelding E op pag. 3 en hieronder wordt een overzicht gegeven van de functies van de verschillende toetsen:
- ZERO toets (ref.1): dient om de weegschaal terug naar nul te zetten wanneer de pallettruck zonder lading is en de display een waarde dichtbij nul aangeeft (voor waardes die niet terug naar nul gezet kunnen
worden de TARE knop gebruiken). Dient tevens om de negatieve tarrawaardes te annuleren. Indien de pallettruck correct naar nul gezet is gaat het controlelampje "0" aan (ref.9).
- TARE toets (ref.2): door op deze knop te drukken wordt het gewicht van de container op de transpallet geannuleerd. Wanneer een tarragewicht ingevoerd wordt gaat het controlelampje "NET" (ref.11) aan.
- MODE toets (modustoets) (ref.3): schakelt de in de TECHNISCHE INSTELLINGEN geselecteerde bedrijfsmodus (Standaard, Netto/Bruto) in.
- ENTER/PRINT toets (ref.4): dit is de bevestigingsknop.
- C - ON/OFF toets (ref.5): aan/uit schakelaar.
Controlelampjes geven de status van werking van het instrument aan, indien de lampjes branden betekent dit:
- Lampje FUN (ref.6): dat de telfunctie aanstaat.
- Lampje kg W1 (ref.8): indien actief, toont het de meeteenheid die in gebruik is en die men in de eerste weeg-range vindt.
- Lampje kg W2 (ref.7): indien actief, toont het de meeteenheid die in gebruik is en die men in de tweede weeg-range vindt.
- Lampje 0 (ref.9): dat het systeem weer naar nul gezet is.
- Spia ~ (ref.10): dat de lading niet stabiel is.
- Lampje NET (ref.11): dat een tarragewicht in het geheugen gezet is.
- Lampje G (ref.12): als ze oplicht is de weergegeven waarde een bruto gewicht.
- Controlelampje infraroodsignaal (ref.13): sensor voor de ontvangst van het infraroodsignaal (optie).
Met deze indicator kan een extra functie worden uitgevoerd die, naast de basisfunctie van normaal wegen in kg of lb met aftrek van de tarra, uit de volgende beschikbare functies kan worden gekozen:
Ga naar TECHNISCHE INSTELLINGEN om de gewenste extra functie te selecteren.
Schakel het instrument in met C en druk één maal op TARE. Tijdens de weergave van de inschakelberichten of tijdens de terugtelling toont het display na een ogenblik "- tYPE -".
In TECHNISCHE INSTELLINGEN nemen de toetsen van het instrument de volgende functies aan:
ZERO (nul): hiermee kunt u vooruit door de programmeerstappen bladeren. Als u een numerieke waarde moet invoeren, neemt het geselecteerde (knipperende) cijfer met deze toets af. In de programmeerstap kunt
u met deze toets vooruit door de mogelijke configuraties bladeren.
TARE (tarra): hiermee kunt u achteruit door de programmeerstappen bladeren. Als u een numerieke waarde moet invoeren, neemt het geselecteerde (knipperende) cijfer met deze toets toe. In de programmeerstap
kunt u met deze toets achteruit door de mogelijke configuraties bladeren.
MODE (modus): hiermee kunt u snel op de eerste stap van de INSTELLINGEN gaan staan, of in een stap, op de Eerste parameter. Als u een numerieke waarde moet invoeren, selecteert u met deze toets het te
wijzigen (knipperende) cijfer.
ENTER/PRINT (enter/afdrukken): dubbele functie: hiermee krijgt u "toegang" tot de geselecteerde stap en worden de aangebrachte wijzigingen opgeslagen waarna naar de volgende stap wordt gegaan.
C (aan/uit): hiermee kunt u een programmeerstap verlaten zonder de eventueel aangebrachte wijziging op te slaan. Als u zich niet in een programmeerstap bevindt, kunt u met deze toets de set-up verlaten. Als er
wel wijzigingen zijn aangebracht, vraagt het instrument of deze moeten worden opgeslagen (het
display toont "SAVE?" (opslaan?). Met ENTER bevestigt u de wijzigingen en met C verlaat u de stap zonder de wijzigingen op te slaan. Bij het invoeren van een numerieke waarde stelt deze toets de weergegeven
waarde snel op nul.
Loop met de toetsen ZERO (nul) en TARE (tarra) door de verschillende programmeerstappen tot de stap "F.ModE" (modus). Bevestigen met ENTER om naar het volgende menu te gaan, ga naar het tabblad "FunCt."
en doorloop de mogelijke configuraties; sla met ENTER een van de volgende, bijkomende mogelijke functies op.
- STANDAARD (Std): bedrijfsmodus eenvoudig display. Door op MODE (modus) te drukken vindt de conversie plaats tussen kg/lb en omgekeerd; de gebruikte meeteenheid wordt weergegeven door het
desbetreffende controlelampje.
- NETTO/BRUTO (ntGS): bedrijfsmodus eenvoudig display met MODE (modus) die tussen netto/bruto wisselt. Als er een tarra is ingesteld en op MODE (modus) wordt gedrukt, wordt ongeveer 3 seconden het
brutogewicht op het display weergegeven en knippert de led G.
INVOEREN VAN DE TARRA
Er zijn twee invoermethodes van een tarragewicht:
Semi-automatische invoer van auto-tarra
Deze normale functie kan middels een eenvoudig voorbeeld samengevat worden:
- Het instrument aanzetten middels de C knop voordat er een gewicht op de vorken gezet wordt (indien de waarde zoals aangegeven op de display niet exact 0 is, da n tot nul terugzetten door de ZERO knop in te
drukken).
- De MODE knop indrukken om zo te kiezen tussen gewicht in kg of in lb.
- Een pallet of een lege container van hetzelfde type dat dient om de stukken die we gaan wegen op de vorken plaatsen.
- De knop TARE indrukken zodat de display weer op nul springt: op dit moment zullen alle aangegeven gewichten netto zijn.
OPMERKINGEN: wanneer men de knop TARE indrukt annuleert men elk gewicht aanwezig op de vorken en het lampje NET gaat aan.
Handmatige invoer van de tarra vanaf het toetsenbord
Druk enkele seconden op TARE (tarra): het display toont "- tM -" en daarna "000000"; voer de gewenste waarde in.
De ingestelde tarrawaarde wordt van het gewicht op het plateau afgetrokken en het controlelampje NET gaat branden.
Door een nieuwe tarra in te voeren wordt de vorige tarra geannuleerd en vervangen.
Het TARRAGEWICHT kan ook bij belaste weegschaal worden geannuleerd met de C toets of door een tarragewicht van nul in te voeren.
Selectie uitgeschakelde/Geblokkeerde tarra/Gedeblokkeerde tarra
Als normaliter een tarrawaarde (semi-automatisch of handmatig) is ingevoerd en het plateau van de weegschaal wordt leeggemaakt, toont het display de tarrawaarde met een minteken (GEBLOKKEERDE TARRA).
Deze waarde kan opnieuw worden gebruikt, met de ZERO -toets (nultoets) worden gewist of door een andere waarde worden vervangen. Voor het gemak kunt u kiezen dat de tarrawaarde telkens automatisch gewist
wordt, als de weegschaal wordt leeggemaakt (GEDEBLOKKEERDE TARRA):
In geval van AUTOTARRA kan het nettogewicht vóór het leegmaken van de weegschaal ook 0 zijn. In geval van HANDMATIGE TARRA moet het nettogewicht vóór het leegmaken van de weegschaal uit minstens 2
stabiele afleeseenheden bestaan.
Ga naar de stap F.Mode>>tArE van de TECHNISCHE INSTELLINGEN , selecteer "unLoCK" om de tarra te DEBLOKKEREN, "LoCK" om te BLOKKEREN of "diSAb" om de tarrafunctie uit te schakelen. Bevestig uw
keuze door op ENTER te drukken.
TARREREN
De pallettruck is geijkt door het constructiebedrijf en dit is een garantie voor precisie en optimale stabiliteit. Indien de gebruiker evenwel met het monster gewicht een indicatiefout ontdekt, kan deze middels de
volgende procedure verwijdert worden:
OPMERKINGEN: LET GOED OP EN ZORG DAT DE WAARDES ZOALS GEZET DOOR HET CONSTRUCTIEBEDRIJF NIET VERANDERD WORDEN OM PROBLEMEN TE VOORKOMEN. INDIEN PER ONGELUK ENKELE
WAARDES VERANDERD WORDEN ONMIDDELIJK HET INSTRUMENT UITZETTEN MIDDELS DE C KNOP ZODAT DE VERANDERINGEN NIET OPGESLAGEN WORDEN.
Om naar de TECHNISCHE INSTELLINGEN te gaan dient u het instrument in te schakelen (C toets enkele seconden ingedrukt houden) en tijdens de weergave van de eerste berichten (batterijniveau "bt XXX",
softwareversie "XX.YY.ZZ", enz) of tijdens de terugtelling een ogenblik op de TARE (tarra) -toets te drukken en los te laten. Het display toont "tYPE" (de toegang tot deze omgeving is aanbevolen aan technici die
ervaring hebben met de procedures).
Doorloop met ZERO of TARE de verschillende tabbladen die verschijnen tot de regel "SEtuP" verschijnt, druk meerdere keren ENTER tot aan het tabblad SEtuP>>ConFiG>>nChan. Gebruik de toetsen Zero en Tare
tot het tabblad "GrAV". Eerst moet de instelling van de waarde "g" (m/s 2 ) en de zone van de toegepaste zwaartekracht "GrAV" (DEFAULT "9.80655") gecontroleerd en eventueel gecorrigeerd worden; druk ENTER,
bepaal de "g" waarde met de toetsen ZERO, TARE en MODE in overeenstemming met de zone waarin het transpallet gebruikt wordt en bevestig met ENTER. De display gaat automatisch naar het volgende tabblad
"Calib" (kalibratie weegschaal); druk ENTER, doorloop met ZERO en TARE de verschillende tabbladen tot het tabblad "CALib.P", druk ENTER om naar het tabbald "EquAL" te gaan, hier wordt één voor één een
menu weergegeven met de volgende onderverdelingen:
1) "Reset?" - Druk op de toets ENTER om de reset uit te voeren.
2) "Eq 0" - Compensatie van het nulpunt: druk bij een lege pallettruck op de ENTER -toets.
3) "Eq 1" - Compensatie van de cel A (zie afb. E): plaats een kalibratie standaardgewicht op de cel, druk op de ENTER toets en neem het gewicht weer weg (het is aanbevolen een gewicht van ongeveer 100 kg te
gebruiken).
4) "Eq 2" _ "Eq 3" _ "Eq 4" - Compensatie van de cellen B - C - D: herhaal de handeling met hetzelfde gewicht op de afzonderlijke cellen.
Indien zich een fout voordoet tijdens één van de compensatiestappen verschijnt het bericht "ERROR" en laat het instrument een geluidssignaal horen. Na de compensatie verschijnt het bericht "EQ OK", het
instrument laat 3 tonen horen, verlaat het submenu en gaat naar de volgende stap "n tP", nummer van de kalibratiepunten.
A) Door op ENTER te drukken gaat u naar de selectie van het aantal kalibratiepunten "1" of "2"; de selectie vindt plaats met de toetsen ZERO (nul), TARE (tarra) om te wijzigen en ENTER om te bevestigen (het heeft
altijd de voorkeur 2 kalibratiepunten te gebruiken als u 2 bekende gewichten tot uw beschikking hebt, omdat de wegingen dan nauwkeuriger zijn).
B) "tP 0" - Kalibratie nulpunt weegschaal: door bij een lege pallettruck op ENTER te drukken wordt de kalibratie van het nulpunt van de weegschaal uitgevoerd.
30