Bosch EPS 200 Notice Originale page 153

6. Onderhoud
6.1 Reiniging
Reinig de beschermkap met een vochtige doek (alleen
water en spoelmiddel) of met een kunststofreinigings-
middel.
!
De beschermkap mag niet met alcoholhoudende reini-
gingsmiddelen zoals glasreinigers worden gereinigd.
Ventilatierooster, behuizing en de LCD-display van de
EPS 200 mogen alleen met zachte doeken en neutrale
reinigingsmiddelen worden gereinigd. Gebruik geen
schurend reinigingsmiddel en grove poetslappen uit de
werkplaats.
!
Gebruik alleen schone doeken voor het reinigen van
het LCD-display.
6.2 Onderhoud
Net als elk technische apparaat heeft ook de EPS 200 in
regelmatige intervallen een vakkundig onderhoud nodig.
De onderhoudsintervallen gelden voor de werking van
de EPS 200 bij 8 werkuren per dag.
6.2.1 Onderhoudsintervallen
Onderhoudswerk
Dichtheidstest
(zie online-help)
Slangleidingen controleren
(zie Hfdst. 6.2.3)
Ventilatierooster reinigen (zie Hfdst. 6.1)
Straalkamer en afdekking ringlampen
reinigen (zie Hfdst. 6.2.4)
Testolie vervangen en testolietank
reinigen (zie Hfdst. 6.2.5)
1)
Aanzuigfilter in testolietank vervangen
(zie Hfdst. 6.2.6)
Leidingfilter doorstromingsmeter1
vervangen (zie Hfdst. 6.2.7)
Tandriem controleren
(zie Hfdst. 6.2.8)
Tandriem vervangen
3)
(zie Hfdst. 6.2.9)
Hoogdrukslang vervangen
(zie Hfdst. 6.2.2)
door de klant uit te voeren
*)
bij hoofdinspectie door de technische dienst/klantenservice uit te
**)
voeren
3-maandelijks of na 200 injectorcontroles
1)
jaarlijks of na 1500 injectorcontroles
2)
2-jaarlijks of na 3000 injectorcontroles
3)
Robert Bosch GmbH
X X
X X
X X
X X
X X
2)
X X
)
X X
X X
X
X
Onderhoud | EPS 200 | 153
6.2.2 Hogedrukslang vervangen
Hogedrukslang (bedrijfsdruk groter dan 60 bar) na
3 jaar vervangen (zie productiedatum op de hogedruk-
slang), ook als er geen veiligheidsrelevante gebreken te
zien zijn.
De vervanging van de hogedrukslang (Fig. 3, Pos. 9) mag
alleen door de klantenservice worden uitgevoerd.
6.2.3 Slangleidingen controleren
Alle slangleidingen (hogedrukslangen en lagedrukslan-
gen) altijd behoedzaam behandelen en voor gebruik
controleren. Slangleidingen moeten worden vervangen
wanneer bij de controle de volgende beschadigingen
worden vastgesteld:
R
Scheuren, broosheid, schuurplekken of blaren op de
slangommanteling
R
Geknikte slangleidingen
R
Stroeve wartelmoeren of snelkoppelingen
R
Vervormde of beschadigde aansluitzijde van de
slangleiding (afdichtkegel, steeknippel, enz.)
R
Lekke plaatsen op de armatuur
R
Corrosie op de armatuur, waardoor de stevigheid
wordt gereduceerd
R
Overschrijding van de gebruiksduur (zie hoofdstuk
6.2.2)
!
Beschadigde slangleidingen mogen niet worden
gerepareerd.
6.2.4 Straalkamer en afdekking ringverlichting
reinigen
De straalkamer bij grove verontreiniging met schone
poetslappen reinigen. De afdekking van de ringverlich-
ting die in het inwendige van de straalkamer zit, des-
gewenst met schone doeken afvegen.
nl
|
1 689 989 000 2013-05-02